Steun aan musea komt vooral vanuit rijk

Om de crisis door te komen hebben musea zeker tot de zomer van 2022 nog overheidssteun nodig. Dat meldt de Museumvereniging op basis van de jaarcijfers over 2020. Vorig jaar is er al veel noodsteun naar de musea gegaan, maar slechts een klein gedeelte daarvan kwam vanuit gemeenten. 

Daling
Het aantal museumbezoeken is in het coronajaar 2020 flink gekelderd, blijkt uit nieuwe cijfers van de Museumvereniging. De daling betreft ruim 60 procent – van 33 miljoen bezoeken in 2019 naar 13,2 miljoen in 2020. Voor 2021 wordt nog een verdere daling verwacht, naar 9,7 bezoeken.

Sluitingen
Dat komt vooral door de verplichte sluitingen van musea en de krimp van het toerisme. Omdat de eigen inkomsten naar verwachting ook in de eerste helft van 2021 nog niet volledig herstellen, doet de vereniging een dringende oproep voor aanvullende noodsteun vanuit de overheid.

Kleinere musea
In 2020 is er al 149 miljoen euro aan coronasteun naar musea gegaan. Mede daardoor zijn de grotere musea het jaar in de regel goed doorgekomen, meldt de vereniging. Kleinere musea ontvingen in verhouding echter weinig steun, en moesten vaak interen op de reserves.

Hoofdfinancier
Opvallend is dat het grootste deel van de steun vanuit de rijksoverheid kwam. Ondanks dat de helft van de musea een gemeente als hoofdfinancier heeft, kwam slechts 8 procent (12 miljoen euro) van de steun vanuit gemeenten. In 2020 was er 120 miljoen euro beschikbaar voor gemeenten om de lokale cultuur te ondersteunen.

Oormerk
De gelden voor lokale cultuur zijn niet geoormerkt, waardoor gemeenten er vrij over kunnen beschikken. Dat zorgt voor knelpunten, meldden leden van de Taskforce culturele en creatieve sector onlangs in Binnenlands Bestuur. Volgens hen komt de steun niet altijd terecht waar het het hardst nodig is.