Advertentie
sociaal / Nieuws

SCP: 'Nieuwe inburgeringswet moet zich nog bewijzen'

Het succes van het nieuwe stelsel zal vooral afhangen van een effectieve uitvoering door gemeenten.

09 september 2021
De-Bijlmerbajes---Shutterstock.jpg

De nieuwe inburgeringswet is veelbelovend, maar het succes ervan valt of staat bij de uitvoering door gemeenten. Met name onderwijs, gezondheid en arbeidstoeleiding zijn thema's die om aandacht vragen. 

Dat is de belangrijkste boodschap van een policy brief van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) over de uitvoering van de nieuwe inburgeringswet die op 1 januari 2022 ingaat. Ook het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) werkten mee aan de publicatie.

Op papier
Waar de inburgering van statushouders (asielzoekers met een verblijfsvergunning) de afgelopen jaren is overgelaten aan de markt en aan asielzoekers zelf, verschuift de regie vanaf volgend jaar naar gemeenten. Op papier lost de nieuwe wet veel knelpunten van het voorgaande systeem op, stelt de policy brief. Maar succes is niet gegarandeerd. Eerdere decentralisaties in het sociaal domein – Wmo, Jeugdzorg en Participatiewet – leverden immers ook niet altijd de verbeteringen op die ermee beoogd waren, brengen de onderzoekers in herinnering. Zo oordeelde het SCP eind 2019 dat de doelstellingen van de Participatiewet, vier jaar na de invoering ervan, niet behaald waren.

Uitvoering
Daarom zal ook de nieuwe inburgeringswet zich in de praktijk nog moeten bewijzen. Het succes van het nieuwe stelsel zal vooral afhangen van een effectieve uitvoering door gemeenten. 'Je gaat pas echt verschil maken als je je uitvoering op orde hebt', zei SCP-onderzoeker Jaco Dagevos al eerder in een interview met Binnenlands Bestuur. Die opmerkingen maakte hij op basis van de evaluatie van een inburgeringsproject in Rotterdam, waaruit bleek dat intensievere begeleiding van statushouders niet automatisch tot betere uitkomsten leidt.

Aanbevelingen
De policy brief doet concrete aanbevelingen op een aantal onderdelen van het integratieproces. Zo moeten gemeenten erop aansturen dat de periode van opvang in het azc zo kort mogelijk is. Ook is er extra aandacht nodig voor het signaleren van psychische gezondheidsproblemen bij statushouders. Verder kan de toegankelijkheid van onderwijs verbeterd worden, bijvoorbeeld door een uitbreiding van taalschakeltrajecten, waarbij een opleiding gecombineerd wordt met taallessen.

Werk
De precaire arbeidsmarktpositie van statushouders blijft een aandachtspunt. Minder dan de helft van de statushouders die in 2014 een vergunning kregen, had vijf jaar later betaald werk. In bijna negen op de tien gevallen is dat een tijdelijke baan. Hoewel de afgelopen jaren steeds meer statushouders werk vonden, is die trend als gevolg van de coronacrisis gestagneerd. Het SCP concludeerde al eerder dat de arbeidsparticipatie van mensen met een migratieachtergrond al jarenlang achterblijft.

Verhuizen
Het Centraal Planbureau (CPB) raadde gemeenten onlangs aan om direct te starten met de begeleiding naar werk zodra een statushouder in de betreffende gemeente komt wonen. Het kan voor gemeenten aantrekkelijk zijn om zich minder in te spannen voor statushouders van wie ze verwachten dat ze naar een andere gemeente zullen verhuizen. Maar aangezien het verhuisgedrag van statushouders moeilijk te voorspellen is, adviseert het CPB: ga ervan uit dat ze blijven.

Financiering
Hoewel de nieuwe wet nog niet van kracht is, wordt er al wel geëxperimenteerd met onderdelen van het nieuwe stelsel. Sommige gemeenten werken ook al in de geest van de nieuwe wet. Hoewel gemeenten over het algemeen enthousiast zijn over de nieuwe werkwijze, zijn er ook zorgen over de financiering ervan. Experts vrezen dat gemeenten niet genoeg geld krijgen van het rijk om de wet goed uit te voeren. Ook veertien Twentse gemeenten luidden daarover al de noodklok.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie