‘Samenwerking op gebied van armoede bedroevend’
Ambtenaren die zich bezighouden met armoedebeleid weten vaak niet wat hun collega’s van andere afdelingen die met dezelfde burgers werken, doen. Dat moet anders, vindt Marian van der Klein, auteur van het rapport Sterk en samen tegen armoede.
Rijk en gemeenten willen taken op het gebied van welzijn, werk en inkomen in één hand brengen, bij gemeenten. Die kennen hun inwoners, bieden maatwerk en armoede gaat over meer dan alleen geld, is de gedachte.
Opmerkelijk is daarom de constatering dat ambtenaren verantwoordelijk voor verschillende facetten van armoedebeleid, zelfs elkáár niet kennen. Wat andere lokale organisaties, zoals kerken, ondernemen, blijft helemaal buiten beeld.
Dit blijkt uit Sterk en samen tegen armoede, een onderzoek onder 23 gemeenten van het Verweij-Jonker Instituut. Het onderzoeksrapport werd deze week aan Marco Florijn, PvdAwethouder in Leeuwarden en voorzitter van de commissie Werk en Inkomen van de VNG, aangeboden. Binnenlands Bestuur sprak met onderzoeksleider Marian van der Klein.
Hoe weet je dat de samenwerking niet goed is?
‘We vroegen ambtenaren met welke afdelingen ze samenwerkten. “Sociale zaken, sociale zaken, sociale zaken”, was steeds het antwoord. De interne samenwerking binnen gemeenten is bedroevend. Ambtenaren willen gráág meer en beter samenwerken, vooral met collega’s van de afdeling Wmo. Dat ligt natuurlijk ook enorm voor de hand.’
‘Sociale diensten denken dat ze het alleen moeten doen, maar dat hoeft niet. Er gebeurt veel. Laten gemeenten inventariseren welke lokale initiatieven er zijn. Dan kun je het werk verdelen. De bezuinigingen maken dit tot hét moment om een sociale kaart in je hoofd te hebben. Als Humanitas een thuisadministratie-project heeft, dan hoef je daarvoor geen nieuw project te bedenken.’
Hoe komt het dat er zo weinig samenwerking is?
‘Iedereen is bezig met zijn kerntaak, het uitvoeren van bijstandsbeleid.’
Moeten gemeenten zich niet gewoon beperken tot die kerntaak?
‘Er zijn lange wachttijden voor schuldhulpverlening, voor uitkeringen, er zijn te ingewikkelde formulieren. Samenwerking is juist nodig om de kerntaak uit te voeren. Van bureaucreatie hebben burgers veel last. Nu moet iemand bij een ander loket hetzelfde verhaal vertellen, alsof hij met twee gemeenten te maken heeft, die het ook weleens oneens zijn. Als uitkeringen verstrekken je kerntaak is, is deze werkwijze nog wel logisch, als je kerntaak is minima helpen, dan niet.’
‘Juist als het je gaat om het bereiken en bedienen van mensen met weinig geld, moeten gemeenten niet heel veel verschillende formulieren de wereld in sturen. De helft van deze mensen is administratief niet vaardig. Volgens onderzoek van Kerk in Actie is de toename van het aantal mensen in financiële problemen geen gevolg van de crisis, maar vanhet bureaucratisch ingewikkelde leven. Dat mensen zichzelf moeten redden, is een populaire liberale opvatting, maar een beter bereik van de minima komt er niet mee in zicht.’
Zijn er ook gemeenten waar afdelingen wel goed samenwerken?
‘Enkele gemeenten zijn heel goed in het bij elkaar vegen van lokale activiteiten, zoals Enschede. Delft doet het heel goed, met het Armoedepact. Als je kijkt welke gemeenten intern goed samenwerken, dan zijn dat er minder. Kleine gemeenten werken intern vaak beter samen dan grote.’
Hebben kleine gemeenten een beter armoedebeleid?
‘In kleine gemeenten kennen ambtenaren elkaar beter. Grotere gemeenten bereiken vaak meer mensen met hun voorzieningen. Ze koppelen bestanden en kennen rechten vaak automatisch toe. Mede daardoor geven grote gemeenten per inwoner twee keer zoveel uit aan armoedebeleid.’
Hoe kunnen gemeenten beter gaan samenwerken?
‘Ga niet zomaar in het wilde weg samenwerken. Kies een concreet thema. Iedereen is het erover eens dat kinderen niet de dupe mogen worden van armoede. Dus: kies kinderen. Lelystad doet dat goed.’
Staatssecretaris De Krom wil de grens voor inkomensondersteunende maatregelen stellen op 110 procent van het sociaal minimum.
‘Het is vreemd dat het Rijk zich daarmee bemoeit. Het laat het armoedebeleid aan de lokale overheid over, maar stelt dan wel deze grens. Het was toch een lokale aangelegenheid? Die hogere inkomensgrens is er juist om de armoedeval tegen te gaan, om kinderen te laten meedoen. Gemeenten hebben knowhow opgebouwd. Verbieden gaat ver.’
Sterk en samen tegen armoede. Gemeenten en maatschappelijk middenveld in het Europese
Jaar ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Verwey-Jonker Instituut, mei 2011
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.