Rechter pikt schrappen huishoudelijke hulp niet

Opnieuw is een aantal gemeenten door de rechter gedwongen de eerder geschrapte huishoudelijke hulp alsnog toe te kennen. Dit is recent gebeurd in Ede, Huizen, Lochem, Oosterhout en Veghel. De redenen om gemeenten terug te fluiten lopen uiteen.
Besluiten zijn op een ‘foute wet’ gebaseerd, er is geen keukentafelgesprek gevoerd, hulpbehoevenden zijn onvoldoende gecompenseerd of er is niet ingegrepen bij een falende aanbieder. Dat blijkt uit een selectie door Binnenlands Bestuur van een aantal recent gepubliceerde uitspraken. De gemeenten moeten de hulp vergoeden tot in ieder geval het moment dat er een nieuw besluit is genomen, dat aan de wettelijke voorschriften voldoet. Dat besluit staat wel weer open voor bezwaren van burgers.
‘Foute wet’
Ede is teruggefloten omdat zij het terugdraaien van het aantal uren baseert op de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). Toen de gemeente het besluit nam, golden de bepalingen uit de Wmo 2015 nog niet, maar was de Wmo 2007 nog van kracht. Ten tijde van het bestreden besluit waren de beleidsregels hulp bij het huishouden uit 2007 van toepassing. Omdat ook geen sprake is van gewijzigde omstandigheden op grond waarvan de indicatie naar beneden zou kunnen worden bijgesteld, moet de gemeente Ede alsnog 4,5 uur huishoudelijke hulp toekennen aan een inwoonster. De rechter heeft zich hiermee niet inhoudelijk gebogen over het beleid Wmo 2015 van de gemeente Ede.
Onvoldoende compensatie
Veghel moet na een uitspraak van de voorzieningenrechter de bezuiniging terugdraaien en alsnog zes uur huishoudelijke hulp per week aan een inwoonster met (zeer) ernstige medische beperkingen vergoeden in plaats van de twee uur en een kwartier. Ze wordt daarmee onvoldoende gecompenseerd, stelt de rechter. Daarnaast kreeg de gemeente fikse kritiek van de rechter, omdat ze niet heeft ingegrepen na klachten dat de hulp ver onder de maat was. Met de reactie van de gemeente – dat de uitvoering aan de zorgaanbieder is en dat gemeente niet meer dan een handhavingsplicht heeft – maakte de rechter korte metten. De gemeenten heeft een resultaatsverplichting.
Slechte onderbouwing
Ook een voorlopige voorziening van een inwoonster in Huizen is toegekend. Met het oog op de rijksbudgetkorting op de huishoudelijke hulp per 2015 had de gemeente gesneden in het aantal toegekende uren; met 1 uur en 45 minuten. Mag niet; zo heeft de rechtbank Midden-Nederland gevonnist. De gemeente heeft onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd dat de inwoonster met die nieuwe toegekende uren voldoende wordt ondersteund bij het uitvoeren van de huishoudelijke taken. Er is onvoldoende rekening gehouden met de fysieke beperkingen van de inwoonster en de (on)mogelijkheden om een beroep te doen op vrijwilligers. De gemeente moet de eerder geïndiceerde 7,5 uur hulp vergoeden, zo besliste de rechter.
Rammelend besluit
In Oosterhout heeft de rechter onlangs een eerste uitspraak gedaan in een zaak, waarvan er zo’n 75 soortgelijke zijn. Bij de Brabantse gemeente zijn driehonderd bezwaarschriften ingediend tegen stopzetting van de huishoudelijke hulp per 2015. Nadat bezwaren hiertegen door het college niet-ontvankelijk zijn verklaard, is een groot aantal Oosterhouters naar de rechter gestapt. Die heeft vorige week gevonnist dat Oosterhout haar huiswerk in deze eerste zaak moet overdoen; er moet een nieuw besluit komen. De rechter heeft zich niet uitgelaten over de argumenten die de raadsman van de inwoonster, die tegen stopzetting in het geweer is gekomen, naar voren heeft gebracht. De raadsman stelde onder meer dat het bestreden besluit incompleet en onzorgvuldig is gemotiveerd. Zo is onder meer geen persoonlijk gesprek met de hulpbehoevende gevoerd. Ook zou de gemeente met een ‘vooraankondiging’ in januari 2014 dat de indicatie tot 31 december 2014 zou lopen, ten onrechte hebben vooruitgelopen op de Wmo 2015, aldus de raadsman.
Geen keukentafelgesprek
Op last van de rechter moet Lochem – opnieuw – de stopzetting van huishoudelijke hulp ongedaan maken. Tijdens twee zaken van een 87-jarige inwoner en een echtpaar uit Lochem deze week, besliste de voorzieningenrechter dat de gemeente Lochem de hulp in het huishouden voorlopig alsnog moet betalen. De drie hadden een voorlopige voorziening aangevraagd, in afwachting van de uitkomst van de bezwaarprocedure. In april ving Lochem ook al bot bij de rechter. Vijf inwoners hadden bij de voorzieningenrechter aan de bel getrokken omdat hun hulp per 1 april zou stoppen. In afwachting van de beslissing op hun bezwaarschriften, wilde ze via de rechter de hulp in ieder geval voorlopig behouden. De rechter ging daarin mee, omdat de gemeente had verzuimd onderzoek te verrichten naar de persoonlijke omstandigheden van de hulpbehoevenden.
Reactie op dit bericht
Er staat helder in de wet - Wmo2015 - welke termijnen er staan voor zowel het 'onderzoek' - keukentafelgesprek - na eerste 'melding' (nl. max. 6 weken) en een besluit op een ingediende 'aanvraag' (nl. max. 8 weken; dus 2 weken na het onderzoek)
De gemeente zou hier zelf mee aan moeten komen maar die gaan liever leuke dingen doen dan zich met echte taken en regels bezig houden.
Het geld gaat gewoon naar de criminele participerende steeds groter wordende teams die de hele boel oplichten en meerdere burgers hier in meetrekken omdat het zo leuk is om anderen te vernederen en kleineren.
Onze psychosociale hulpverleners die burgers onnodig diagnostiseren na ze agressief llastig te vallen in een groep en dit gewoon kunnen declareren of het klopt is in tweede.
Er wordt toch niets gecheckt maar burgers zijn wel zwaar de dupe.
Dus er is genoeg geld voor de huishoudelijk hulp en de persoonlijke verzorging.
Gemeenten krijgen de schuld (lees bv. de reacties hieronder) en Rijk is spekkoper. Dat allemaal dankzij het criminele duo Schippers en Van Rijn, met steun van VVD en PvdA.
Lang leve de democratie (en de kwetsbaren mogen verrekken).
Op grond van grenzeloze gretigheid zijn gemeenten akkoord gegaan met:
- Een collectieve verandering van de wet, zonder proefprojecten;
- Een invoeringstermijn die bij een ex ante evaluatie als volstrekt te kort zou zijn bestempeld;
en hebben zij taken op zich genomen waar zij kwalitatief volstrekt niet voldoende toe waren uitgerust.
Deze perikelen vliegen ons nog om de oren, maar de VNG is al bezig met het creëren van de volgende ellende door ook de medische zorg te claimen. Het is deze gretigheid die tot ongelukken leidt. Dat gretigheid 7 jaar na de financiële crisis, veroorzaakt door financiële greed, nog steeds zo´n grote drijfveer van gemeenten is, is niet alleen dwaas, maar ook onbehoorlijk. Politici hebben bijscholing op het gebied van de fundamentele uitgangspunten van de Algemene Wet Bestuur nodig. Een verplichte bijscholingscursus van zeker 40 uur is ben ik bang nog te kort.
Laten we deze exercities eens vergelijken met het proces van het opzetten en invoeren van de nieuwe Omgevingswet. Bij het ministerie van I&M heeft betrouwbaarheid en uitvoerbaarheid van de wet steeds prominent op de voorgrond gestaan. Een veelheid van wetsevaluaties, uitgebreid overleg met het bevoegde gezag en met vertegenwoordigers van betrokken organisaties, ook ngo´s, heeft tot een wet geleid die bol staat van inhoudelijke kwaliteit en integriteit. Dat deze wet zeer soepel door de 2e kamer kwam is te danken aan die gerichtheid op kwaliteit.
Die gerichtheid op kwaliteit staat in schril contrast met de pijnhopen die het ministerie van VWS de laatste jaren heeft aangericht. Niet alleen het medisch inhoudelijke beleid, maar ook het medische en financieel toezicht door het ministerie is van een bedroevend ontoereikend niveau. Met de zelfdoding van Arthur Gotlieb als collateral dammage.
De beroepsorganisatie van accountants, de NBA, zag zich genoodzaakt om haar leden te verbieden om nog goedkeurende verklaringen af te geven in de gezondheidssector wegens structurele tekortkomingen in VWS regelgeving. Wereldwijd een unicum.
Dat is de partner waar gemeentes bij deze decentralisaties mee te maken hebben. De gretigheid waarmee VNG en gemeentes zich op deze dossiers hebben geworpen, verhindert hen om de tekortkomingen van haar partner te doorzien.
Voeg daar de totale desinteresse bij gemeentes voor de kwaliteit en de integriteit van haar eigen bestuurlijke besluitvorming bij en de ellende is niet meer te overzien.
Kwaliteit en integriteit van de bestuurlijke besluitvorming dienen de komende tien jaar centraal te staan bij de verkiezingen. Daar is behoefte aan.
Graag een correctie op het artikel.