Advertentie
sociaal / Nieuws

‘Rapporten schrijf je door rapporten te schrijven’

Over Het aantal jongeren met een Wajong-uitkering is de laatste jaren explosief gestegen. Het kabinet zoekt de oplossing in bezuinigen, maar vraag is ook hoe je voorkomt dat jongeren in de Wajong belanden.

22 november 2010

Zon- Mw en CrossOver stellen in een rapport dat jongeren met een beperking niet te veel moeten worden afgezonderd van de maatschappij. In een kleine tien jaar tijd is het aantal jongeren met een Wajong-uitkering gestegen van 120.000 naar 195.000. Het nieuwe kabinet wil dat probleem oplossen door de uitkering voor jonggehandicapten minder aantrekkelijk te maken: de keuringen worden strenger, de uitkeringen korter en de budgetten voor arbeidsbemiddeling verlaagd.

 

Maar hoe voorkom je dat zoveel jongeren het stempel ‘arbeidsgehandicapt’ krijgen aangemeten? Dat onderzochten zelfstandig bestuursorgaan ZonMw en het door Sociale Zaken gesubsidieerde kenniscentrum CrossOver. Althans – dat lieten ze onderzoeken door weer andere onderzoekers van H&S Consult. Het resultaat luistert naar de cirkelredenering: ‘Meedoen leer je door mee te doen’.

 

Meedoen dus. Daar gaat het om. In het persbericht staat dat ‘als kinderen met een beperking op jonge leeftijd al in de samenleving participeren, dan zal het aantal jongeren dat afhankelijk is van een uitkering afnemen.’ Wat dat participeren exact is, weten de onderzoekers niet. Politici gebruiken de term voornamelijk voor deelname aan het arbeidsproces, maar als het om kinderen tot achttien jaar gaat, dekt dat niet de lading. De beste omschrijving luidt volgens de onderzoekers ‘het meedoen aan het gewone leven’.

 

En dat is nog niet eenvoudig. Een jongere met een beperking verzeilt al vroeg in zijn leven in een wirwar van diagnose stellende, doorverwijzende en toezichthoudende instellingen betiteld met afkortingen als CIZ, PCL, REC, ZIN en JGZ. In de woorden van de onderzoekers: ‘Het zou een studie op zich vergen om nauwkeurig in kaart te brengen hoe de zorgketen van signalering, via “diagnose” tot een oplossing er voor verschillende situaties kan uitzien.’

 

Zeker is dat al die instellingen zich bevinden in de marge van het ‘gewone leven’. Kinderen met een beperking komen in een aparte wereld terecht, waar alles draait om de beperking en waar het aanvragen van een Wajong-uitkering een logische stap is. De onderzoekers concluderen dat al die instellingen; de bijzondere scholen, de zorginstanties, zich daarvan meer bewust moeten zijn. Ze moeten ervoor zorgen dat deze kinderen de aansluiting met de gewone maatschappij niet verliezen. Die kinderen moeten ‘meedoen’.

 

Maar hoe kinderen met beperkingen leren meedoen?
Daar blijven de onderzoekers steken in vaagheden als een ‘brede manier’ van kijken naar de ‘gesignaleerde problemen’, een ‘integrale aanpak’ en bewustzijn ‘van het feit dat hun interventie invloed heeft op verschillende domeinen van maatschappelijke participatie’.

 

Als bonus bepleit opdrachtgever ZonMw binnen de eigen organisatie een nieuwe ‘programmalijn’ voor empirisch onderzoek hiernaar. Eerst meer soortgelijk onderzoek dus. En dat brengt ons ironisch genoeg weer terug naar de titel. Want wie geen betere argumenten heeft, kan zich altijd nog beroepen op een cirkelredenering. Waarom doen we ook weer onderzoek? Om daarna nog meer onderzoek te doen...

 

Meedoen leer je door mee te doen, Verschenen: 2 november 2010. Uitgevoerd door: H&S Consult In opdracht van: ZonMW en Cross

 

Jaarlijks verschijnen er stapels rapporten over sociale zekerheid. BB Sociaal bespreekt er maandelijks één over een interessant onderwerp, van een gezaghebbende instelling of met een opvallende conclusie.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie