Advertentie
sociaal / Nieuws

Opvang slachtoffers van huiselijk geweld in de knel

De opvang van de meer dan 200 duizend slachtoffers van ernstig huiselijk geweld staat onder druk. Het ontbreekt aan capaciteit en geld. En dan gaan straks ook nog de gemeenten het geld verdelen. ‘Onuitvoerbaar’.

08 april 2011

‘Vorig jaar hebben we 10 duizend telefoongesprekken gevoerd met vrouwen die het slachtoffer waren van huiselijk geweld. In 2009 waren dat er 7 duizend. Als die vrouwen om een opvangplek zouden vragen, is die in verreweg de meeste gevallen niet direct beschikbaar’, constateert Aleid van den Brink, directeur van de Blijf- Groep, voorheen Vrouwenopvang Amsterdam. Haar organisatie is werkzaam in Amsterdam, Noord- Holland en Flevoland. Van den Brink is een van de experts die afgelopen maandag minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) ontving bij zijn werkbezoek aan Amsterdam in het kader van zijn beleid tegen huiselijk geweld en mensenhandel.

 

‘Soms moeten mensen die ernstig zijn bedreigd nog lang wachten totdat een geschikte plek is gevonden. Daar komt bij dat we voor de crisisopvang verschillende geldbronnen gebruiken die niet goed op elkaar zijn afgesteld. Zo wordt de opvang vaak bekostigd uit rijksmiddelen die als basis voor verblijf worden gebruikt. Daar bovenop komen Awbz-gelden voor een goede begeleiding. Het budget voor begeleiding is al flink aangetast, omdat minder mensen een indicatie krijgen en ook nog eens voor minder uren.’

 

Van den Brink heeft ervaren dat soms in strijd met landelijke afspraken door regionale CIZ’s (Centraal Indicatieorgaan Zorg) geen indicatie wordt afgegeven. ‘Die voorziening kalft momenteel sterk af, met als gevolg dat er wel opvang maar veel minder begeleiding kan worden geboden. Daardoor gaat het verblijf langer duren, waardoor de opvangcapaciteit nog verder onder druk komt te staan.’ Bij alle stelselwijzigingen die eraan komen is Van den Brink vooral huiverig voor de gedachte om gelden voor Awbz-begeleiding te decentraliseren naar de gemeenten. Momenteel worden de budgetten nog op indicatie van CIZ verdeeld door de zorgkantoren, die daarover met de betrokken organisaties in de centrumgemeenten afspraken hebben. Wanneer de gelden decentraal naar de gemeenten gaan, moeten de opvangorganisaties met al die gemeenten (418 per 1 januari 2011) afspraken maken.

 

Van den Brink: ‘Stel wij hebben een inwoner van gemeente A in de opvang. Dan moeten we die gemeente verzoeken om budget aan ons beschikbaar te stellen. Dat zou nog denkbaar zijn wanneer je alleen mensen in je eigen regio zou opvangen, maar omdat de vrouwenopvang een landelijke functie heeft, wordt dat onuitvoerbaar.’ Ook de Amsterdamse wethouder Erik van der Burg gruwt van de mogelijke plannen tot decentralisering van het budget. ‘Dan moeten we straks met alle omliggende gemeenten gaan onderhandelen om geld te krijgen. Dat is een ramp. Dat wordt ieder voor zich en god voor ons allen. Het geld moet naar de centrumgemeenten gaan. Daar zijn de G32 en de G4 voor, maar de VNG is tegen.’

 

Tijdelijk huisverbod

 

Huiselijk geweld is een van de meest omvangrijke geweldsvormen in Nederland (zie kader). Sinds begin 2009 is er de Wet tijdelijk huisverbod, die het mogelijk maakt om preventief in te grijpen. Tot nu toe hebben burgemeesters ruim 5 duizend tijdelijke huisverboden opgelegd.

 

Toch valt er nog het nodige te verbeteren. Zo is gebleken dat het huisverbod nog nauwelijks wordt toegepast wanneer alleen kinderen slachtoffer zijn, terwijl de wet die mogelijkheid wel biedt. De hulpverlening aan kinderen schiet vaak tekort, hetzij door wachtlijsten, hetzij door onwil van ouders om mee te werken.

 

Voorts geven experts aan dat de termijn van 10 dagen waarvoor het huisverbod geldt eigenlijk te kort is om het hulpverleningstraject te starten. In Oostenrijk, waar een vergelijkbaar instrument bestaat, is die termijn enkele jaren geleden uitgebreid tot 14 dagen. Minister Opstelten is echter van mening dat de ervaring die tot nu toe is opgedaan met het huisverbod nog te kort is om nu al het Oostenrijkse voorbeeld te volgen. Ook aan de de handhaving van het huisverbod schort nog het een en ander. Dit is te wijten aan knelpunten in de ketensamenwerking van hulpverlening, politie en OM. Zo wordt nog ongeveer 30 procent van de huisverboden overtreden, terwijl de politie in 11 procent van de gevallen een proces-verbaal voor overtreding maakt.

 

Experts pleiten voor een Nationaal Rapporteur Huiselijk Geweld, zoals die er ook is voor mensenhandel.

 


Een op tien

 

Één op de tien Nederlanders is het slachtoffer van huiselijk geweld, waarbij het in driekwart van de gevallen lichamelijk geweld betreft. Nog eens 1 miljoen Nederlanders zijn slachtoffers van incidenteel huiselijk geweld. De meeste slachtoffers zijn vrouwen (60 procent). Ongeveer 40 procent van de slachtoffers krijgt te maken met tijdelijk lichamelijk letsel, 15 procent met blijvend lichamelijk letsel. Een kwart van de slachtoffers zegt een suïcidepoging te hebben ondernomen. Momenteel wordt ongeveer 20 procent van het huiselijk geweld bij de politie gemeld, in 1997 was dat nog 12 procent.  

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie