Advertentie
sociaal / Nieuws

Onderzoek tekorten jeugdzorg ondermaats

Het ‘diepgaande’ onderzoek naar de besteding van het jeugdzorggeld is niet goed genoeg. at stelt CDA-Kamerlid René Peters. Ook de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (BGZJ) zijn ontevreden.

23 januari 2020
jeugdzorg

Het ‘diepgaande’ onderzoek naar de besteding van het jeugdzorggeld is ondermaats. Dat stelt CDA-Kamerlid René Peters. Ook de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (BGZJ) stellen dat het vervolgonderzoek – op basis waarvan het (volgend) kabinet moet besluiten structureel extra geld voor de jeugdzorg uit te trekken – breder en diepgaander moet worden opgezet dan het onderzoek dat er nu ligt.

Kamervragen

Het verdiepend onderzoek ‘Inzicht in besteding jeugdhulpmiddelen’ is dinsdag naar de Kamer gestuurd. Voor dat onderzoek zijn negen gemeenten en dertien jeugdhulpaanbieders onderzocht. Het onderzoek is niet-representatief voor de jeugdhulp in Nederland en de diepgang van het onderzoek laat te wensen over, stellen de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (BGZJ), die in het onderzoek participeerden. ‘Het geeft daarmee geen goed antwoord op de vraag waar het geld voor jeugdhulp aan wordt besteed’, aldus de branches in een brief aan de Kamer. Het vervolgonderzoek, dat binnenkort wordt gestart, moet breder worden opgezet en moet meer diepgang hebben om uiteindelijk goede conclusies te kunnen trekken, vinden de branches. BGZJ hebben meerdere keren laten weten dat het onderzoek ‘beperkte breedte en diepgang’ had. Met die kritiek is niets gedaan. Kamerlid Peters heeft daar woensdag via Kamervragen aan minister Hugo de Jonge (VWS, CDA) opheldering over gevraagd.

Niet representatief

Peters vindt het ‘Follow the money’ onderzoek – zoals het onderzoek in de wandelgangen heette – niet goed genoeg. Hij vraagt de minister nadrukkelijk hoe de makkes uit dit onderzoek in een vervolgonderzoek kunnen worden weggenomen. Ook de onderzoekers (KPMG) zelf hameren erop dat het onderzoek niet representatief is en dat ‘derhalve geen conclusies aan dit onderzoek verbonden kunnen worden over structurele tekorten en/of noodzaak voor structureel aanvullende financiële middelen voor de jeugdhulp in Nederland in het algemeen’.

Preventie

Uit het onderzoek komt onder meer naar voren dat 70 procent van de uitgaven aan jeugdzorg aan daadwerkelijke jeugdhulp wordt besteed. Bijna 30 procent gaat naar uitvoeringskosten. Die verhouding is ook uit eerdere onderzoeken naar voren gekomen. Slechts één procent van het jeugdzorgbudget wordt aan preventie besteed. Bij de negen onderzochte gemeenten was er tussen 2016 en 2018 een gemiddelde uitgavenstijging van 21 procent, maar de onderlinge verschillen zijn groot. Gemeenten met veel aanbieders zien hun uitgaven harder stijgen dan gemeenten met minder aanbieders. De uitgavestijging wordt veroorzaakt door de stijging van het aantal cliënten (10,5 procent) en de gemiddelde prijs per cliënt (8,9 procent).

Stijgende intensiteit

Opvallend is dat het aandeel in de uitgaven van jeugdhulp met verblijf en specialistische ggz tussen 2916 en 2018 is gegroeid, terwijl het aandeel jeugdhulp zonder verblijf is gedaald. ‘Dit geeft het beeld dat de beoogde transformatie in de jeugdhulp nog onvoldoende op gang is gekomen’, stelt De Jonge in een brief aan de Kamer. Zowel gemeenten als aanbieders stellen dat het aantal jongeren dat gebruik maakt van jeugdhulp stijgt en dat de zorgvraag toeneemt. Dat zorgt voor een toename van intensiteit en duur van de trajecten en daarmee voor een stijging van de kosten per cliënt, aldus het rapport.

Marktaandeel

Het totale marktaandeel van de top tien grootste aanbieders is tussen 2016-2018 gemiddeld genomen gedaald van tachtig naar zestig procent, maar zij hebben hun omzet niet zien dalen. ‘Dit betekent dat de groei van het totale budget tussen 2016-2018 naar andere partijen is gegaan’, aldus de minister in zijn brief.

Reikwijdte jeugdhulp

De Jonge erkent dat er ondanks dit onderzoek nog steeds veel vragen onbeantwoord blijven. Wel geeft het handvatten voor het vervolgonderzoek. Bij de beantwoording van de vraag in hoeverre structureel extra rijksmiddelen voor de jeugdzorg beschikbaar moeten worden gesteld, moet onder meer naar de reikwijdte van de jeugdhulp worden gekeken. Ook moet naar de toegang worden gekeken en naar de vraag of gemeenten de gemiddelde prijs per cliënt kunnen beïnvloeden. Het vervolgonderzoek moet dit najaar zijn afgerond.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie