Advertentie
sociaal / Nieuws

Minder zicht op minderjarige slachtoffers mensenhandel

Hoewel er steeds meer bekend is over de sectoren waarin mensenhandel plaatsvindt, verdwijnt het zicht op de minderjarige slachtoffers. Dat concludeert Nationaal Rapporteur Herman Bolhaar in de Slachtoffermonitor mensenhandel. Het gaat hier bijvoorbeeld om arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting en seksuele uitbuiting. Lokale initiatieven zijn volgens Bolhaar van groot belang om seksuele uitbuiting te bestrijden. Verder wijst hij op de toenemende rol van technologie.

17 oktober 2020
Mensenhandel-shutterstock-146428322.jpg

Hoewel er steeds meer bekend is over de sectoren waarin mensenhandel plaatsvindt, verdwijnt het zicht op de minderjarige slachtoffers. Dat concludeert Nationaal Rapporteur Herman Bolhaar in de Slachtoffermonitor mensenhandel. Het gaat hier bijvoorbeeld om arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting en seksuele uitbuiting. Lokale initiatieven zijn volgens Bolhaar van groot belang om seksuele uitbuiting te bestrijden. Verder wijst hij op de toenemende rol van technologie.

Zicht verloren

Het zicht op de minderjarige slachtoffers van mensenhandel verdwijnt steeds meer. In 2015 werden 288 minderjarige slachtoffers gemeld en in 2019 waren dat er 108, terwijl niet is aan te nemen dat het daadwerkelijke aantal is gedaald. Naar schatting is een derde van alle slachtoffers van mensenhandel minderjarig, maar de 108 meldingen in 2019 zijn slechts 8 procent van het totaal. ‘Het is onacceptabel dat de Nederlandse overheid het beperkte zicht op de meest kwetsbare groep slachtoffers nu bijna helemaal verloren heeft laten gaan.’  

 

1.334 meldingen

Er is wel een duidelijke trendbreuk: er worden in totaal veel meer meldingen gemaakt. Sinds 2015 daalde het aantal van 1.150 naar 668 in 2018, maar in 2019 steeg dit naar 1.334. ‘Daarnaast is steeds meer bekend over de sectoren en subsectoren waarin mensenhandel plaats­vindt’, schrijft Bolhaar. ‘Hiermee lijkt er meer bewustwording te zijn van slachtofferschap van mensenhandel, wat de Nationaal Rapporteur toejuicht.’

 

Dichtbij

Om goed zicht te hebben op het slachtofferschap van mensenhandel is een professionele infrastructuur nodig, waar de Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC’s) bij horen alsook de regiotafels mensenhandel en de zorgcoördinatoren. Het lokaal niveau heeft een groeiende rol: ‘Gemeenten staan het dichtst bij de mensen en worden geconfronteerd met de concrete problematiek. Lokale initiatieven zijn dus van immens belang voor inzicht in uitbuitingssituaties.’

 

Sociale media

Als voorbeeld van een richtinggevend regionaal initiatief noemt de Nationaal Rapporteur een Amsterdams programma waarin een van de doelen is om zicht te krijgen op de problematiek van seksueel geweld. Hulpverleners blijken vaak vermoedens te hebben van seksuele uitbuiting, maar kunnen die vermoedens veelal niet hard maken. De komst van sociale media heeft het zicht op seksuele uitbuiting verslechterd en maakt jonge meiden nog kwetsbaarder, ‘omdat uitbuiters vaak al in het bezit zijn van pressiemiddelen zoals beeld­materiaal.’

 

Inzicht in technologie

‘We zien dat technologische ontwikkelingen een groot effect hebben op zowel de mogelijkheden om slachtoffers uit te buiten als de mogelijkheden om daders aan te pakken’, zegt Bolhaar. Een van zijn aanbevelingen is om het inzicht te verbeteren in de rol van technologische ontwikkelingen bij seksuele uitbuiting. ‘Internationaal onderzoek bena­drukt de rol van technologie in seksuele uitbuiting, maar dit wordt nog niet zichtbaar in de huidige Nederlandse registratie.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie