Advertentie
sociaal / Nieuws

Meest kwetsbare zelfstandigen wonen in Den Haag

Bij 11 procent van alle 1,26 miljoen zelfstandigen zakt het huishoudensinkomen onder de minimumloongrens wanneer de bedrijfsinkomsten één maand wegvallen. Bij drie maanden aan gederfde inkomsten gaat het om 19 procent.

09 juli 2020
armoede---geld-tellen.jpg
Shutterstock

Het zijn met name jongere zelfstandigen in de sectoren vervoer, horeca en bouw die snel in de problemen zullen komen wanneer ze – na het aflopen van de huidige steunmaatregelen - de inkomsten uit hun eigen bedrijf moeten blijven missen. In gemeenten in Zuid-Holland, Zuid-Limburg en op de Waddeneilanden wonen relatief veel financieel kwetsbare zelfstandigen.

Minimumloongrens
Dit blijkt uit cijfers van het CBS die vandaag verschijnen. Bij 11 procent van alle 1,26 miljoen zelfstandigen zakt het huishoudensinkomen onder de minimumloongrens wanneer de bedrijfsinkomsten één maand wegvallen. De resterende financiële middelen van het huishouden, zoals inkomsten uit werk in loondienst, opneembaar vermogen of inkomen van een partner, zijn dan niet voldoende om het inkomen boven minimumloon te houden. Bij een vol jaar aan gemiste inkomsten, komt 35 procent onder deze kritische grens terecht. Bij drie maanden aan gederfde inkomsten gaat het om 19 procent. Dat percentage komt overeen met eerder onderzoek van het CBS.

Bijstand
De cijfers komen uit een modelmatige berekening gebaseerd op gegevens uit 2018. De berekening, die naar aanleiding van de coronacrisis werd uitgevoerd, geeft een indicatie van het aantal huishoudens dat na het aflopen van de huidige steunregeling voor zelfstandigen (Tozo) op 1 oktober in financiële problemen terecht zou kunnen komen. Met andere woorden: van zelfstandigen die hun beroep tot het einde van het jaar niet uit kunnen voeren, zou begin 2021 al 19 procent onder de minimumloongrens zakken. Die groep zal vermoedelijk op zoek gaan naar ander werk of een bijstandsuitkering aanvragen (of allebei).  

Leeftijd en sector
Zelfstandigen tot 45 jaar lopen het grootste risico. Van deze groep komt 26 procent na drie maanden al in de problemen, bij 45 tot 65-jarigen is dat 15 procent en onder de 65-plussers is het slechts 8 procent. Die laatste groep ontvangt een AOW-uitkering en vaak ook een aanvullend pensioen.

Ook de verschillen tussen sectoren zijn aanzienlijk. Van de zelfstandigen in de sectoren vervoer en opslag zakt bij 30 procent het huishoudensinkomen onder de drempel wanneer het inkomen drie maanden wegvalt. Ook in de horeca en de bouw liggen de percentages relatief hoog. Van zelfstandigen in de financiële dienstverlening komt in hetzelfde scenario slechts 10 procent in de problemen.

Lokale verschillen
Sommige gemeenten kunnen meer zelfstandigen met financiële problemen verwachten dan andere. In Den Haag hebben zelfstandigen de minste financiële slagkracht, blijkt uit de cijfers. Na 12 maanden inkomensderving zou het aandeel zelfstandigen dat onder de grens valt hier op 52 procent uitkomen (tegenover 35 procent onder alle zelfstandigen). Vergelijkbare percentages zijn te zien in een aantal andere gemeenten in Zuid-Holland (Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen), in Zuid-Limburg (Heerlen, Kerkrade en Vaals) en op de Waddeneilanden, waar de meeste zelfstandigen actief zijn in de horeca.

Zelfstandigen in Bloemendaal en Rozendaal, daarentegen, zouden na een jaar inkomensderving met 21 procent het minst vaak onder de minimumloongrens komen. De inkomens en vermogens van zelfstandigen in deze gemeenten behoren tot de top van Nederland. Met name het vrij opneembaar vermogen remt het risico op afglijden naar een kritisch niveau.

Afbeelding

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie