Meer overgewicht onder kinderen in grote steden

Kinderen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht hebben vaker overgewicht dan kinderen buiten de vier grootste steden. Gemiddeld heeft 11 procent van de kinderen overgewicht, in de vier grootste steden ligt dat percentage op 18 procent. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Niet-westers

Reden daarvoor is dat in deze gemeenten meer mensen wonen met een lager inkomen en een niet-westerse achtergrond. Onder deze groepen komt meer overgewicht voor. Van kinderen met een niet-westerse achtergrond heeft 22 procent overgewicht en lijdt 9 procent aan obesitas. Voor autochtone kinderen liggen die percentages op respectievelijk 9 en 2 procent.

Laag inkomen
Kinderen die opgroeien in een gezin in de laagste inkomensgroep kampen duidelijk vaker met overgewicht dan kinderen uit gezinnen in de hoogste inkomensgroep. In de laagste inkomensgroep heeft bijna 1op de 5 kinderen overgewicht, in de hoogste inkomensgroep iets meer dan 1 op de 20. Obesitas komt ook aanzienlijk vaker voor onder kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen.


 

Ouders te zwaar

Van kinderen van wie beide ouders of verzorgers overgewicht hebben, heeft 17 procent zelf ook overgewicht. Bij kinderen van wie beide ouders geen overgewicht hebben is dit bijna 6 procent. Hebben beide ouders overgewicht, en kampt tenminste een van de ouders met obesitas, dan hebben kinderen in bijna een kwart van de gevallen overgewicht.