Advertentie
sociaal / Nieuws

Meer dwang en drang in jeugdhulp nodig

Gemeenten moeten meer dwang en drang toepassen én consequenter werken volgens het principe ‘één gezin, één plan, één regisseur’. Ook kan bij de hulp aan multiprobleemgezinnen het sociale netwerk meer worden betrokken. De nazorg is niet in alle gemeenten goed geregeld. Dat stellen de samenwerkende jeugdinspecties na onderzoek in Delft, Lelystad, Maastricht en Zwolle.

28 oktober 2014

Gemeenten moeten meer dwang en drang toepassen én consequenter werken volgens het principe ‘één gezin, één plan, één regisseur’. Ook kan bij de hulp aan multiprobleemgezinnen het sociale netwerk meer worden betrokken. De nazorg is niet in alle gemeenten goed geregeld.

Onderzoek inspecties

Dat stellen de samenwerkende jeugdinspecties na onderzoek in Delft, Lelystad, Maastricht en Zwolle. Na een eerder onderzoek onder 21 (middel)grote gemeenten naar het beleid van gemeenten, is bij deze vier gemeenten vervolgonderzoek gedaan naar de praktijk van de hulpverlening. Over het algemeen wordt er verantwoorde zorg en ondersteuning geboden, maar er zijn wel verbeterpunten, zo stellen de samenwerkende jeugdinspecties. Er zitten grote verschillen in de gemeentelijke aanpak.

Multiprobleemgezinnen

Gemeenten staan vanaf januari aan de lat voor de jeugdhulp. Een van de achterliggende gedachten achter deze decentralisatie is dat er een einde komt aan de hoeveelheid verschillende hulpverleners die bij een gezin over de vloer komen, en dat vaak niet van elkaar weten en/of langs elkaar heen werken. Op lokaal niveau kan beter worden samengewerkt met de diverse hulpverleningsinstanties. Voor gezinnen met een combinatie van complexe problemen (multiprobleemgezinnen) moeten medewerkers van jeugdhulp, (school)maatschappelijk werk, (jeugd)psychiatrische zorg en schuldhulpverlening samen zorg en ondersteuning bieden, volgens het principe ‘één gezin, één plan, één regisseur’.


Afstemming

Uit het onderzoek blijkt dat niet alle gemeenten consequent volgens dat principe werken, dat juist bedoeld is om een meer gestructureerde hulpaanpak te bieden. Delft doet dat wel met haar aanpak gezinscoaching. Er wordt planmatig en gestructureerd gewerkt. De gezinscoach stelt samen met het gezin en betrokken partijen doelen voor alle problemen én organiseert afstemmingsoverleggen. Hiermee wordt bereikt dat de benodigde hulp en ondersteuning in samenhang en met onderlinge afstemming wordt ingezet, constateren de inspecties. Ook staan de gezinnen centraal bij het oplossen of beheersbaar maken van de geconstateerde problemen.


Zorgmijders

De benodigde zorg en ondersteuning is echter niet altijd van de grond gekomen, zo is uit het onderzoek in Delft gebleken. Ouders waren niet altijd bereid om mee te werken aan de oplossing van de eigen problemen; de gezinscoaches in Delft zetten onvoldoende door. In dergelijke gevallen moet harder worden opgetreden, vinden de inspecties. Dat geldt ook voor Lelystad. De inspecties zijn weliswaar zeer te spreken over de belangrijke rol die het gezin heeft in de aanpak van de eigen problemen. Een risico daarbij is echter dat de gezinscoach teveel meegaat met de wensen van het gezin. ‘Soms is het noodzakelijk dat een gezinscoach bepaalde hulpverlening in gang zet, tegen de wens van het gezin in’, aldus de inspecties in hun rapportage over Lelystad.

Korting op uitkering

In Maastricht werpt de inzet van dwang en drang bij zorgmijdende gezinnen vruchten af. Als hen een betere situatie in het vooruitzicht wordt gesteld, zijn ze toch genegen hulp te aanvaarden. Ook helpt het als duidelijk wordt dat met het aanvaarden van hulp ernstiger (drang)maatregelen kunnen worden voorkomen, aldus de inspecties. Als dat allemaal onvoldoende oplevert, kan dwang worden ingezet in de vorm van korting op de kinderbijslag of uitkering, proces-verbaal van de leerplichtambtenaar of melding bij het meldpunt kindermishandeling.

Terugval

Het opbouwen van een sociaal netwerk is in Delft (nog) geen structureel punt van aandacht in de aanpak. Dat zou wel moeten, evenals het vergroten van de zelfredzaamheid. In het nazorg-traject kan Delft een tandje bijzetten, vinden de inspecties. Bij de beoordeling van de aanpak in Delft op beleidsniveau heeft de gemeente aangegeven dat de aanpak gezinscoaching het principe “zo kort mogelijk, maar zo lang als nodig” hanteert. In de praktijk blijkt dat er een eindtermijn aan de aanpak zit. De gezinscoaches zijn soms genoodzaakt de aanpak eerder af te breken dan wenselijk is. Dit vergroot de kans op terugval. Ook in Maastricht is de nazorg te vrijblijvend geregeld. Evenmin wordt structureel ingezet op het sociale netwerk van het gezin. Lelystad heeft in het nazorgtraject gekozen voor de inzet van een gezinsadviseur (‘waakvlamconstructie’). Ook kan de gezinscoach ervoor kiezen de regierol over te dragen aan een van de bij het gezin betrokken professionals.

Onvoldoende afstemming

Minpunt in de aanpak van Lelystad vinden de inspecties dat niet wordt gewerkt volgens het principe ‘één gezin, één plan, één regisseur’. Ook is gezamenlijk overleg van alle betrokken professionals geen standaard onderdeel van de aanpak. Onderlinge afstemming en coördinatie en samenhang in de aanpak van de problematiek is hiermee onvoldoende. Ander kritiekpunt is dat de hulpvraag van de ouder leidend is waardoor problemen van andere gezinsleden buiten beeld kunnen blijven. Belangrijke problemen kunnen hierdoor blijven liggen of pas boven water komen als ze zijn geëscaleerd.


Regie slecht geregeld

Naast de dwang- en drangmaatregelen in Maastricht zijn de inspecties positief over de gezinnen die in de Integrale Aanpak niet worden losgelaten, hoe complex en moeilijk de problematiek ook is. In tegenstelling tot Delft duurt de aanpak zo lang als nodig is om de problemen op te lossen of beheersbaar te maken. Daarentegen is de ‘regie op de inhoud’ niet goed geregeld. Proces- en casemanager werken onvoldoende samen en stemmen te weinig af, als er al een casemanager is. Dat moet beter.


Opvolgen aanbevelingen

De gemeenten hebben de onderzoeksresultaten en aanbevelingen inmiddels van de samenwerkende inspecties ontvangen. Het gaat om de inspecties van het onderwijs, gezondheidszorg, jeugdzorg, szw en veiligheid en justitie. Medio 2015 bekijken de inspecties of de aanbevelingen zijn opgevolgd. De onderzoeksresultaten van Zwolle worden op 19 november openbaar gemaakt. 

Reacties: 9

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Bert
Door Jeugdzorgdeskundige: "Het is al heel lang bekend dat jeugdzorg nul effectiviteit" "de cultuur is volkomen verrot binnen de jeugzorg" "Zie ook wat Arnold Heertje hierover op zijn website schrijft"

Geachte Jeugdzorgdeskundige, uit bovenstaande uitingen blijkt dat u en Arnol Heertje geen helder beeld hebben op de werkelijke Jeugdzorg. U heeft geen juist onderzoek gedaan en schopt alleen maar. Graag daag ik u uit te komen met de juiste cijfers en conclusies. Deze zijn openbaar en te vinden op het internet en voor iedereen toegankelijk. U valt aan en hebt geen enkele oplossing om 300.000 kinderen en hun ouders/verzorgers te helpen, dan wel te behandelen, met opvoeden of hun veiligheid zo goed mogelijk te waarborgen. U zaait angst met valse gegevens en feiten en biedt geen oplossing, de 30.000 jeugdzorgwerkers zet u in een hoek waar zij niet thuishoren. Ik haal graag uw bewoordingen onderuit om de angst die u zaait weg te halen bij mensen en 300.000 kinderen die hulp krijgen dan wel nodig hebben. Het gebruik van het woord Jeugdzorgdeskundige is vals gebruik van een titel. Deskundigen zijn mensen met kennis, kunde en ervaring, zij onderzoeken en beschikken over de juiste cijfers en feiten. Uit uw uitlatingen blijkt dat u ondeskundig bent.
S.H. Luimstra / beleidsmedewerker
Als er onderwerpen gedecentraliseerd worden is het onzin om het woord 'moeten' te gebruiken. Dit artikel staat er te vol mee. Aanbevelingen zijn prima, een nieuwe vorm van uitrollen niet.
robert / jurist
Moetens tsja,... Waar ik nu wel nieuwsgierig naar ben is of er nu in plaats van zes gewerkt wordt naar samenvoeging van al die samenwerkende inspecties tot één inspectie, er is immers maar één Rijk.
loek / v.m. jur.medew. gsd
Beste Bert,

U schiet aardig in de verdediging naar aanleiding van het verhaal van Jeugdzorgdeskundige. Helaas voor u hecht ik meer waarde aan het verhaal van laatstgenoemde en dat komt echt niet alleen door eigen ervaringen gedurende een lange reeks van jaren. Ook collegae, familie en kennissen hebben vergelijkbare ervaringen. Toevallig hadden we in de familie toentertijd ook een nicht, werkzaam bij Jeugdzorg, die bij gebrek aan gewicht omhoog was gevallen. Totaal niet oplossingsgericht maar enkel zelfbeschermend. Dat u de grote problemen niet ziet of misschien niet wilt zien, is een probleem op zich. Als voormalig overheidsdienaar denk ik dat we over het algemeen te doen hebben met op zich goedwillenden die, terecht gesteld door Jeugdzorgdeskundige, vaak naïef en soms bang misbruikt worden door de leiding. Deze leiding kan niet tegen kritiek en speelt voor Godheid. Dat zal in het nieuwe systeem naar verwachting niet anders worden.
Jacques M / burger
Decentralisatie? Inderdaad: de gemeenten zijn uitvoerende instantie onder strakke regie van het Rijk. Wee degene die de "aanbevelingen" niet opvolgt. Drang en dwang moeten worden toegepast: immers de deskundigen weten wat goed voor u is: hoezo eigen regie? Gij zult de staatspedagogiek toepassen (gemeente) en slikken (gezin).
Bert
Eigen regie is uitstekend, als diegene die de regie uit moet voeren een objectief beeld van de situatie heeft. Als dit niet zo is dan moet de regisseur de regierol duidelijk maken en, indien toch nodig, overnemen. Dit kan door overtuiging, maar als dit niet lukt met drang. Mocht dit geen effect hebben dan komt dwang. Dit alles vanuit om het kind de mogelijkheden te geven om zo goed en veilig mogelijk op te groeien. Op het moment dat moet weg gaat vallen laat de samenleving het kind vallen met alle gevolgen van dien.
michael / adviseur
Ik heb nogal moeite dat in de communicatie telkens dat gezin zo centraal staat. Er wordt niet over andere huishoudensvormen gesproken, terwijl er zoveel alleenstaanden zijn, oud- en jong!
JaapvV / adviseur
Een dappere analyse. Die zie je niet vaak. Met heldere aanknopingspunten voor verbetering. Juist de jeugdhulpverlening vraagt om een nieuwe vorm van uitrol en niet alleen van aanbevelingen. Die sla je als zorgverlener of regisseur bij enige onoplettendheid over je eigen koers al gauw in de wind.
Jeugdzorgdeskundige
Het is al heel lang bekend dat jeugdzorg nul effectiviteit heeft als het gaat om kindermishandeling en de verkeerde zaken voor mishandeling aanziet. En als er echt erge mishandeling is, juist weer denkt dat er niets aan de hand is.



DAt komt omdat hulpverleners vereerd zijn als een ouder van een multiproblemgezin zogenaamd door hen 'gemotiveerd' is voor behandeling. Ze hebben niet door dat dat vaak om mensen gaat die al levenslang met hulpverleners te maken hebben en die wel weten dat je het verst komt met ja en amen knikken maar verder niets doen. Maar de piepjonge hulpverleners zonder levenservaring denken echt dat zij dan een wonder hebben verricht en dat de mishandeling en de verwaarlozing ophoudt .Vandaar ook dat er elke week in Nederland een dood kind te betreuren is, en vandaar ook dat dat vaak klanten zijn van jeugdzorg waarbij jeugdzorg veelvuldig over de vloer kwam en dacht dat alles prima ging.



Zijn er echter ouders die de fouten van jeugdzorg niet pikken en de autoritaire bejegening en het machtsmisbruik, dan zijn de poppen aan het dansen in de jeugdzorg. Dan gaan de hulpverleners op alle mogelijke manieren wraak nemen, kinderen uit huis halen op basis van verdachtmakingen en is het hek van de dam.



Binnen de jeugdzorg is hier geen enkele reflectie op, daar zijn ze alleen bezig met elkaar aan te praten dat ze trots moeten zijn op hun werk. Dat de negatieve verhalen in de media en in de wetenschap zogenaamd een uitzonder zijn. En dat ze nog harder en doortastender moeten optreden tegen kritiek.



Kortom, daar kweek je dus mee dat mensen niet leren van fouten maar er driedubbel zo hard in gaan en ze blijven maken. Vandaar dat de jeugdzorg ook geen haar beter wordt maar juist erger.



Waarom vertellen de managers dan al die onzin aan medewerkers? Omdat ze van die medewerkers een wapen maken, als er kritiek is op het functioneren van jeugdzorg roepen ze heel hard dat dat 'schrijnend' is voor medewerkers. Ook roepen ze heel hard dat die trots moeten zijn omdat er een enorm verloop is, zodra mensen ouder worden of anderszins het besef doordringt hoe onmenselijk het systeem is en dat kinderen er niet beter van worden, willen medewerkers met het hart op de goede plek er niet meer bij horen. Niet meer aan meedoen.



Een ander punt is dat gezinsvoogden juridisch verantwoordelijk zijn en de bazen niet. Dus de managers en bestuurders hebben er een grote belang bij de medewerkers te hersenspoelen en dat heeft als gevolg dat er een totale blindheid voor fouten is intern bij jeugdzorg. En dat men woest wordt over kritiek.



En dat heeft weer als gevolg dat de jeugdzorg geen haar verbetert en er nog altijd gemiddels eens per week een kind overlijdt, waar jeugdzorg vaak met zijn neus boven op stond. Die gevallen halen maar zelden de media want de jeugdzorgsector heeft communicatieafdelingen die centraal geleid worden door Jeugdzorg Nederland om dit uit de media te houden en stil te houden.



En anders proberen ze aan damage control te doen. Zoals bij het zevenjarige jongetje Swen uit Diemen waar jeugdzorg Amsterdam meermaals over was gewaarschuwd maar had de signalen arrogant genegeerd en dacht dat de professionals het beter wisten dan betrokkenen. Toen het jongetje kort daarna vermoord werd door zijn moeder, ontkende Erik Gerritsen van jeugdzorg Amsterdam eerst dat dit kind bij hen bekend was en dat er meermaals over was gemeld. En toen journalisten achter deze leugens kwamen, werd het verhaal dat de melders zelfs schuldig waren want ze hadden geen officiele melding gedaan maar gewoon opgebeld om om hulp te vragen.



En daar kwam Gerritsen mee weg, waarschijnlijk heeft ie er gene nacht minder om geslapen en gezien de statistieken dit ook vaker meegemaakt Want als dit wekelijks gebeurt dan gebeurt dat dus in elke provincie of stadsregio meerder keren per jaar.



Kortom, de cultuur is volkomen verrot binnen de jeugzorg en nog meer richtlijnen en protocollen veranderen daar niets aan. Ze hebben immers ook nog nooit voor verbetering gezorgd. De cultuur in de jeugdzorg moet met wortel en tak worden uitgeroeid te beginnen bij managers die hier jaren aan mee hebben gewerkt. Die kunnen niet blijven.



Zie ook wat Arnold Heertje hierover op zijn website schrijft, degenen die hier verantwoordelijk voor zijn moeten weg teneinde een verbetering voor de kinderen te bewerkstelligen. www.humaniseringvandejeugdzorg.nl

Advertentie