Advertentie
sociaal / Nieuws

‘Legaal’ resultaatgericht indiceren stap dichterbij

Het wetsvoorstel dat het gemeenten mogelijk moet maken resultaatgericht te indiceren, zonder daarbij het aantal uren te vermelden, is in (internet)consultatie gegaan. Met de wetswijziging van de Wmo wordt ook de geschillenafwikkeling over de uitvoering van een maatwerkvoorziening vereenvoudigd.

21 januari 2020
contract.jpg

Het wetsvoorstel dat het gemeenten mogelijk moet maken resultaatgericht te indiceren, zonder daarbij het aantal uren te vermelden, is in (internet)consultatie gegaan. Met de wetswijziging van de Wmo wordt ook de geschillenafwikkeling over de uitvoering van een maatwerkvoorziening vereenvoudigd.

Laagdrempelig

Nu is vaak onduidelijk bij wie een inwoner met een klacht over een maatwerkvoorziening terecht kan: bij de gemeente of bij de zorgverlener. Als de wetswijziging wordt aangenomen, kan in eerste instantie bij de gemeente worden geklaagd. Mocht de gemeente de klacht niet naar tevredenheid oplossen, dan staat beroep bij de bestuursrechter open. ‘De mogelijkheid om bij een aanbieder te klagen blijft wel bestaan, maar de gemeente wordt met dit wetsvoorstel naar voren geschoven om als ‘laagdrempelig geschilbeslechtingsloket’ op te treden’, aldus de toelichting op het wetsvoorstel.

Ondersteuningsplan

Het wetsvoorstel maakt het mogelijk dat gemeenten ‘legaal’ op resultaat kunnen indiceren, mits ze dat in een verordening hebben vastgelegd. In de verordening moet worden vastgelegd voor welke maatwerkvoorzieningen het resultaatgericht beschikken geldt. Ook moet worden vastgelegd of de gemeente zorg en ondersteuning in uren of in resultaat toekent. Gemeenten die op resultaat willen indiceren, moeten vervolgens in een ondersteuningsplan opnemen welke activiteiten in welke frequentie moeten worden verricht. ‘Zo kan een resultaat ‘schoon huis’ bestaan uit het 1x stofzuigen per week, 1x de wc reinigen per week en het ramen lappen 1x per maand’, aldus de toelichting op het wetsvoorstel. Het ondersteuningsplan wordt door de aanbieder, in samenspraak met de cliënt, gemaakt. Het ondersteuningsplan is onderdeel van de beschikking. Dat was voorheen niet wettelijk verplicht. Als gemeenten in uren willen indiceren, is een ondersteuningsplan niet verplicht. De gemeente moet controleren of het afgesproken resultaat is bereikt.

Inzichtelijk

‘Door deze werkwijze in het wetsvoorstel te verankeren, is het voor een cliënt inzichtelijk wat hij van een aanbieder kan verwachten en als hij het niet eens is met de beschikking hiertegen bezwaar, en eventueel beroep, kan aantekenen’, aldus de toelichting op het wetsvoorstel. Tot 16 februari kan op het voorstel worden gereageerd.

Onder vuur

Resultaatgericht indiceren ligt al tijden onder vuur. Gemeenten zijn regelmatig door de rechter teruggefloten omdat zij in de ogen van de rechter te vage beschikkingen afgaven. Gemeenten geven bijvoorbeeld een indicatie af voor een ’schoon en leefbaar’ huis, maar laten het aan de aanbieder over hoe dat kan worden bereikt. Het aantal uren dat moet worden schoongemaakt wordt niet in de beschikking vastgelegd. Op dat punt werden diverse gemeenten teruggefloten. In oktober 2018 zette de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een streep door resultaatgericht indiceren. Gemeenten werden daarop huiverig om resultaatgericht te indiceren, terwijl ze niet terug willen naar het afgeven van indicaties in uren.

Maatwerk

Minister Hugo de Jonge (VWS) is voorstander van resultaatgericht indiceren en kondigde in april vorig jaar een wetswijziging aan die dit mogelijk zou moeten maken. ‘Een schoon huis kan de ene week ramen lappen betekenen en een andere week de keukenkastjes schoonmaken. Ook kan het betekenen dat er tijd is voor het bespreken en oplossen van een voor de cliënt belangrijke kwestie, een luisterend oor, iemand op weg helpen. Het biedt maatwerk, zoals de Wmo 2015 ook voorstaat’, schreef hij destijds in een brief waarin hij de wetswijziging aankondigde.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie