Advertentie
sociaal / Nieuws

Krimpgemeenten slecht bedeeld met Wmo- en jeugdbudget

De budgetverdeling voor de uitvoering van de nieuwe Wmo-taken en de jeugdzorg pakt slecht uit voor krimpgemeenten. Ze krijgen minder dan andere gemeenten. Dat blijkt uit een analyse die Binnenlands Bestuur maakte van de meicirculaire, met daarin per gemeente de definitieve bedragen voor uitvoering van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de jeugdzorg.

03 juni 2014

De verdeling van de budgetten voor uitvoering van de nieuwe Wmo-taken en de jeugdzorg pakt zeer negatief uit voor krimpgemeenten. Ze krijgen minder dan andere gemeenten.

Analyse

Dat blijkt uit een analyse die Binnenlands Bestuur maakte van de meicirculaire gemeentefonds 2014, met daarin per gemeente de definitieve bedragen voor uitvoering van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de jeugdzorg. Gemiddeld krijgen gemeenten voor de jeugdzorg 230 euro per inwoner (per jongere tot 18 jaar: 1.109 euro). Van de 136 krimpgemeenten krijgen er 88 minder dan dit bedrag. Tubbergen krijgt met 86 euro per inwoner het minst, Pekela met 412 euro het meest. Pekela is daarmee overigens ook landelijk koploper.

Zeer zuinig Wmo-budget

Is het relatief lage bedrag voor jeugdzorg dat naar krimpgemeenten gaat nog verklaarbaar (er zijn minder jongeren, dus is het budget per inwoner ook lager), veel vreemder is het verhoudingsgewijs zeer zuinige budget voor de nieuwe taken in de Wmo. De verwachting is immers dat juist in krimpgemeenten een bovengemiddeld beroep gedaan zal worden op de Wmo.

Uitschieters

Gemiddeld hebben gemeenten per inwoner 210 euro beschikbaar voor de uitvoering van de nieuwe Wmo. Maar liefst 118 van de 136 krimpgemeenten krijgen minder. Brielle heeft per inwoner slechts 62 euro beschikbaar. In de top 20 van krimpgemeenten en de laagste Wmo-budgetten staan vrijwel uitsluitend Zuid-Hollandse gemeenten. De krimpgemeenten die meer krijgen dan gemiddeld zitten vooral in Limburg, met de grotere gemeenten Maastricht (427 euro), Venlo (593) en Heerlen (611) als uitschieters.

Tweederde beneden het gemiddelde

Bij elkaar opgeteld pakt de verdeling van de budgetten slecht uit voor de krimpgemeenten. Het totaaloverzicht laat zien dat voor de nieuwe Wmo- en jeugdzorgtaken tezamen gemeenten in 2015 gemiddeld 439 euro per inwoner beschikbaar hebben. Tweederde van de krimpgemeenten komt daar echter niet aan. Gemiddeld komen ze op 384 euro per inwoner. Brielle (202 euro), Bernisse (203) en Mook en Middelaar (215) krijgen van de krimpgemeenten het minst. Almelo (755), Venlo (855) en Heerlen (936) het meest.

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Peter van Zutphen / Wethouder
De door BB in dit artikel gemaakte vergelijking over de Wmo-budgetten gaat vreselijk mank. Er is in dit artikel en het bijbehorende lijstje geen rekening gehouden met het feit dat centrumgemeenten Maatschappelijke Opvang daar ook budget voor krijgen, bedoeld voor de hele regio. Dus appels zijn met peren vergeleken. Een goed vergelijking van het budget per inwoner zou pas zinvol geweest zijn als eerst die centrumgemeente-budgetten (bedragen zijn bekend) afgetrokken waren.



Voor Heerlen is het Wmo-budget dan geen € 611 per inwoner, maar € 250 per inwoner.



Gemeentelijke ranglijsten en vergelijkingen zijn prima, maar dan wel graag met de minimaal nodige diepgang.
Jos Moerkamp / redacteur
@Peter van Zutphen: dit artikel vergelijkt krimpgemeenten met niet-krimpgemeenten en in beide categorieën bevinden zich centrumgemeenten. Wat dat betreft is het dus appels met appels vergelijken.

Een berekening waarvan de centrumgemeentebudgetten zijn afgetrokken, laat overigens zien dat Heerlen voor de Wmo het hoogste bedrag per inwoner krijgt van alle gemeenten: 253 euro. Dat is bijna het dubbele van het landelijk gemiddelde en 86% meer dan de andere centrumgemeenten.

Voor jeugdzorg en Wmo bij elkaar krijgt Heerlen 578 euro, dat is het op twee gemeenten na (Pekela en Hoogezand-Sappemeer) hoogste bedrag per inwoner.

Het zij Heerlen overigens van harte gegund.
H. Wiersma / sr. beleidsadviseur (gepens.)
Het blijven absurde verschillen, waarmee we hier te maken hebben. Hoogste tijd voor meer diepgang in de vorm van nader onderzoek door VNG/ Rijk.
Advertentie