Advertentie
sociaal / Nieuws

Krachten bundelen voor betere jeugdzorg

Gemeenten moeten leren van elkaar als het gaat om verbetering en vernieuwing van de jeugdzorg en niet allemaal zelf het wiel uitvinden. Niet elk wiel past echter op elke wagen. Dat is een van lessen van het programma Academische Werkplaatsen Transformatie Jeugd (AWTJ).

13 januari 2020

Gemeenten moeten niet allemaal zelf het wiel uitvinden, maar niet elk wiel past op elke wagen. Dat is een van lessen van het programma Academische Werkplaatsen Transformatie Jeugd (AWTJ). Kennisuitwisseling is essentieel, maar regionale verschillen zijn en blijven er en daar moet ook oog voor zijn.

Kennisdeling

Nederland telt dertien academische werkplaatsen jeugd. In die werkplaatsen werken gemeenten, kennis- en praktijkinstellingen én jongeren en hun ouders samen om de jeugdzorg te vernieuwen en te verbeteren. Borgen van inzichten in de praktijk en kennisdeling naar andere regio’s is een belangrijke rode draad bij de academische werkplaatsen, vertelt Han de Ruiter, voorzitter van het door VWS gefinancierde ZonMw-programma en in het dagelijks leven lector aan de Hanzehogeschool Groningen. ‘We hebben geleerd dat iets dat in bijvoorbeeld Brabant is bedacht niet zonder meer wordt overgenomen in Friesland. Zo werkt het niet. Elke situatie is weer anders. We zeggen altijd dat gemeenten niet allemaal zelf het wiel moeten uitvinden, maar niet elk wiel past op elke wagen.’ Wel vindt De Ruiter dat regio’s goed naar een succesvolle aanpak moeten kijken en moeten nagaan of het, door er een eigen sausje overheen te doen, wel toepasbaar is.

Praktisch toepasbaar

De werkplaatsen in Friesland en Utrecht hebben projecten opgezet en uitgevoerd waar ook andere regio’s van kunnen profiteren, vinden Han Tuller en Marlies Kennis, respectievelijk betrokken bij de Friese en Utrechtse wekplaatsen. ‘Van de dialoogtafelmethodiek zeg ik: dat zouden we op meer plekken moeten doen. Het is een heel praktisch toepasbaar instrument om interdisciplinair een gesprek te kunnen voeren. Je wordt ook gedwongen om dezelfde taal te spreken; iets dat in de praktijk een heel groot vraagstuk is’, aldus Tuller, beleidsregisseur sociaal domein van de gemeente Heerenveen.

Dialoogtafel

Aan de dialoogtafel wordt teruggekeken op een hulpverleningstraject dat is ontvangen of gegeven. ‘Het is een analyse achteraf van casuïstiek’, aldus Tuller. Onder meer jongeren, ouders en hulpverleners zitten samen aan tafel en nemen een afgesloten hulpverleningstraject door. ‘We willen met en van elkaar leren en reflecteren.’ Er zijn inmiddels 28 dialooggesprekken geweest. ‘Daarin zien we bevestigd wat we vanuit de literatuur al aan knelpunten en verbeterpunten weten. Communicatie tussen hulpverleners onderling is ingewikkeld. Regie geven aan jongeren en ouders vinden we lastig; we nemen makkelijk over. Gezamenlijke besluitvorming over een overkoepelende aanpak is ingewikkeld en lastig vorm te geven. Het zijn op zich geen nieuwe inzichten, maar de kunst is nu – en in die fase zitten we momenteel – om die inzichten te ontsluiten. We willen aansluiten op een lerend netwerk, zodat de ervaringen in de praktijk meegenomen kunnen worden. De opgedane kennis willen we echt terugbrengen in de praktijk.’

Wijkacademies

Kennis vindt JIM (Jouw Informele Mentor) en de wijkacademies met ouders de moeite van het kopiëren waard. Bij JIM wordt naar een persoon in de omgeving van de jongere gezocht waarin de jongere veel vertrouwen heeft. ‘Die persoon kan ondersteuning aan de jongere geven en kan dat ook blijven doen. Een hulpverlener stopt op een gegeven moment, maar je wilt voor continuïteit zorgen’, aldus Kennis. Bij de oudergroepen (wijkacademies), komen ouders van kinderen met gedragsproblemen bijeen om kennis en ervaringen met elkaar te delen. ‘Gemeenten zoeken naar manieren om het netwerk van jongeren meer en beter te betrekken. Daar is JIM een mooi voorbeeld van. Ook zoeken gemeenten naar manieren om ouders meer het initiatief in een wijk te laten nemen. Daar kan de wijkacademie een houvast in zijn.’

De meerwaarde van deelname aan de werkplaatsen staan voor zowel Tuller als Kennis buiten kijf. Kennis: ‘Gemeenten zijn volop aan het veranderen. Maar er is, ook landelijk, behoefte aan weten wat werkt. Het is goed om kennis te benutten voor de transformatie.’


Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 1 van deze week (inlog)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie