Koolmees geeft gemeenten huiswerk inburgering mee
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wouter Koolmees (D66) wil dat gemeenten ter voorbereiding van het nieuwe inburgeringsstelsel optimaal gebruik maken van de huidige mogelijkheden. De kennis die daarbij wordt opgedaan, moet bijdragen aan het nieuw te vormen beleid.
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wouter Koolmees (D66) wil dat gemeenten ter voorbereiding van het nieuwe inburgeringsstelsel optimaal gebruik maken van de huidige mogelijkheden. De kennis die daarbij wordt opgedaan moet bijdragen aan het nieuw te vormen beleid.
Overgangsproblematiek minimaliseren
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Koolmees dat hij wil dat de overgangsproblematiek bij de beoogde ingang van het nieuwe stelsel in 2020 zo klein mogelijk is. Hij moedigt gemeenten daarom aan om optimaal gebruik te maken van de ruimte die zij nu al hebben om inburgeraars naar een goede taalcursus en betaald werk te begeleiden. Gemeenten moeten volgens Koolmees bijvoorbeeld volop gebruik maken van middelen om inburgeraars coaching aan te bieden.
Afspraken in vroegtijdig stadium
Ook kunnen gemeenten het nu al verplichte Participatieverklaringstraject, waarin inburgeraars leren over de ‘kernwaarden van de Nederlandse samenleving’, alvast meer verbinden met activiteiten die de inburgering en re-integratie richting betaald werk bevorderen. Gemeenten worden ook opgeroepen om in een vroeg stadium al afspraken met statushouders te maken over inburgering en arbeidsparticipatie. Het taakstellingsvolgsysteem stelt gemeenten in staat om daarvoor contact op te nemen met statushouders terwijl zij nog in een asielzoekerscentrum verblijven.
Taaleis
Daarnaast wijst Koolmees gemeenten op de mogelijkheden van de taaleis in de Participatiewet. Zo stelt die gemeenten in staat om de voortgang in het leren van de Nederlandse taal te monitoren. Ook kunnen mensen met een ontheffing van de inburgeringsplicht als zij een bijstandsuitkering ontvangen toch worden verplicht om hun taalniveau op te vijzelen of een re-integratietraject te volgen.
Populatieanalyse
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gaat samen met de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) in kaart brengen in hoeverre er een populatieanalyse gemaakt kan worden van de inburgeringsplichtigen vanaf 2013. Gemeenten hebben volgens Koolmees behoefte aan zo’n analyse en bovendien ontbreekt er voorlopig ook nog een totaalbeeld. De minister zegt voornamelijk bezorgd te zijn over de groep die bijna aan het leenplafond van 10.000 euro zit maar nog niet aan de inburgeringsplicht voldoet.
Overleg met gemeenten over ondersteuning en pilots
Het ministerie van SZW overlegt met de VNG en Divosa over ondersteuning voor gemeenten die al in de geest van het toekomstige inburgeringsstelsel aan de slag zijn, bijvoorbeeld door met een intake, simultane inburgering en re-integratie richting werk, of ontzorging te werken. Koolmees wil de ontwikkelingen in die gemeenten volgen in een monitoringsonderzoek. De VNG, Divosa en SZW zitten ook met elkaar om de tafel voor overleg over pilots en manieren om snel bruikbare resultaten op tafel te hebben.
Planning
In de Kamerbrief schetst Koolmees bovendien een planning voor de ontwikkeling van het nieuwe inburgeringsstelsel. Aankomend voorjaar wil de minister een wetsconcept klaar hebben. Tussen september en februari 2020 zou het definitieve wetsvoorstel door de Tweede Kamer moeten worden behandeld, waarop de inwerkingtreding van het nieuwe stelsel voor juli 2020 gepland staat.
En de groep statushouders die vanwege bijvoorbeeld medische problemen (nog) niet kan werken en toch verplicht wordt om een taalcursus te volgen en in te burgeren. Beide groepen missen de structuur waarin ze frequent in contact komen met Nederlanders waardoor ze vereenzamen en zoals de statushouder zegt waarvoor ik taalmaatje ben "te veel gaat piekeren".