Advertentie
sociaal / Nieuws

Jeugdzorg zonder financiële nabrander

Uit vrees voor budgetoverschrijdingen gaven gemeenten aan het begin van 2015 de jeugdzorgaanbieders in hun gebied een bedrag waarmee ze moesten uitkomen, meestal gebaseerd op historische gebruik, met daarop een korting, in de Regio Noord Veluwe 20 procent. De nachtmerrie van veel wethouders: zouden ze aan het eind van het jaar niet alsnog een financiële nabrander krijgen?

30 januari 2016

In de Regio Noord Veluwe was het financiële plaatje van het eerste transitiejaar in de jeugdzorg snel duidelijk en zijn ze ook ‘in control’ voor 2016.

Uit vrees voor budgetoverschrijdingen gaven gemeenten aan het begin van 2015 de jeugdzorgaanbieders in hun gebied een bedrag waarmee ze moesten uitkomen, meestal gebaseerd op historische gebruik, met daarop een korting, in de Regio Noord Veluwe 20 procent. De nachtmerrie van veel wethouders: zouden ze aan het eind van het jaar niet alsnog een financiële nabrander krijgen? ‘Wij sliepen hier uitstekend,’ zegt Gert-Jan van Noort, wethouder Jeugd van Harderwijk. Harderwijk voert samen met vijf andere gemeenten (Elburg, Ermelo, Nunspeet, Oldebroek en Putten) de jeugdzorg uit, in de gemeenschappelijke regeling Regio Noord Veluwe (RNV).

Experiment
De zes gemeenten maakten in 2013 afspraken over het budget van 2015. Bij wijze van experiment werkten ze 2014 al ‘op de manier zoals we dat in 2015 zouden doen.’ Niet alleen wilden ze de continuïteit van zorg garanderen, maar ook verrassingen – vooral financiële - voorkomen. De gemeenten vormden een Regionale Regiegroep Jeugd (RRJ), een overlegorgaan waarin ook de zorgaanbieders zitten. Voor 2015 in ieder geval de reeds gecontracteerde partijen, zowel grote als kleine. De regio regelde eerst de administratieve overgang en vormden een ‘gezamenlijk account Jeugd’, tevens inkoopbureau. De zorg wordt geleverd door basisteams, die ‘toegangspoort’ tot de jeugdzorg zijn.

Jeugdzorgbehoefte
Cruciaal was dat al in een vroeg stadium bekend was wat grosso modo de jeugdzorgbehoefte was van zowel bestaande als nieuwe cliënten. ‘We hebben zelf de organisaties benaderd om de “initiële vulling” op te halen, dus de informatie over klanten die voor 2014 ook al zorg ontvingen. Dat hadden we in het voorjaar van 2015 op een rijtje. Dat maakte dat we snel onze systemen konden vullen met gegevens van cliënten en tevens voorspellingen konden doen over de ontwikkeling van de klantenstroom, de instroom, doorstroming en uitstroom. En dat we, als het nodig was snel konden bijsturen,’ aldus Van Noorts Nunspeetse collega Gert van den Berg.

Er is een ‘Regio- en gemeentemonitor Jeugd’ ontwikkeld, die maandelijks inzicht biedt in toegewezen en geleverde vormen van jeugdzorg. Die gaf al in het tweede kwartaal van 2015 zicht op 94 procent van het volume van klanten en budget. In kwartaal drie was dat 99 procent. Van Noort: ‘We zijn in control, kunnen overschrijdingen voorkomen en het eindbeeld is in lijn met de begroting.’ 

Rechtmatigheidstoets
Het afrekenmodel is op basis van P x Q. Alvorens wordt uitbetaald, voert het account Jeugd een rechtmatigheidstoets uit. ‘Om die te kunnen doen is het van belang te weten wat is afgesproken en ingevoerd in de controlesystemen. Nota’s die je niet kunt verifiëren, kun je feitelijk niet betaalbaar stellen,’ zegt Van Noort. In veel delen van Nederland kwam de betaling aan aanbieders pas laat op gang. ‘In deze regio waren wij al in april 2015 in staat om nota’s op de juiste onderdelen te controleren, de rechtmatigheidstoets te doen en te betalen, en dat binnen 16 werkdagen.’ De werkwijze geeft volgens Van Noort ‘een enorme voorsprong bij het maken van prognoses voor de toekomst en inzicht in het financiële resultaat.’

Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur van vrijdag 29 januari (inlog)

Reacties: 5

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Frits van Vugt / Public Consulancy & voorzitter van 2 lokale rekenkamers
In veel gemeenten is er in het begin van 2016 nog lang geen duidelijkheid of men binnen het geraamde budget voor jeugdhulp voor 2015 is gebleven.



Een belangrijke oorzaak daarvan is dat gemeenten bij de start van de decentralisatie niet goed op een rij hadden hoeveel jeugdzorg er in 2014 is geleverd en er ook geen goede afspraken liggen met zorgaanbieders over de te leveren zorg, ook al loopt de verwijzing via een kinderarts of huisarts.



De regio Noord-Veluwe toont aan dat dat wel kan. Daar had men in het tweede kwartaal van 2015 al zicht op 94% van de kosten en in het najaar zelfs 99%.



Daar kunnen andere jeugdzorgregio’s en gemeenten dus wat van leren!!!

Gerrit
ik vraag mij af of dit echt zo is: de declaraties uit de GGz zijn nog amper correct en juist. Of rept de regio hier vooral over de voormalige provinciale jeugdzorg?
W.F.Willems / pensionado
Dat kan natuurlijk ook gemakkelijk in een regio waar godsdienst nog een gewetenskorset is.
Pierre
Het kan natuurlijk best dat deze regio het qua bedrijfsvoering beter doet dan de rest. Ben benieuwd hoe snel de jaarstukken 2014 daar dan door de accountantscontrole komen! Met een controleverklaring.
Pierre
2015.....
Advertentie