Advertentie
sociaal / Nieuws

Jeugdhulp in Lelystad is een zooitje

De uitvoering van de jeugdhulp in Lelystad is een zootje. De organisatie is sinds 2015 tot drie keer toe drastisch gewijzigd. Het college heeft te weinig grip en zicht op wat er zich afspeelt, ook financieel. Hoofdoorzaak van de ellende: een gebrek aan duidelijke en concrete keuzes van het gemeentebestuur.

16 september 2021
draden---shutterstock-1195450339.jpg

De uitvoering van de jeugdhulp in Lelystad is ontspoord. De organisatie ervan is sinds 2015 tot drie keer toe drastisch gewijzigd. Het college heeft te weinig grip en zicht op wat er zich afspeelt, ook financieel. De gemeenteraad staat op afstand, maar heeft dat ook aan zichzelf te wijten. Hoofdoorzaak van de ellende: een gebrek aan duidelijke en concrete keuzes van het gemeentebestuur.

Geen zicht op resultaten

Dat concludeert de Rekenkamer Lelystad in zijn onderzoek naar de bestuurlijke aansturing en informatievoorziening van de jeugdzorg in de gemeente: 'Code rood voor de jeugdzorg'. Het onderzoek richt zich op de periode maart 2014 tot eind november 2020. Er is niet gekeken naar de daadwerkelijke hulpverlening aan jongeren. Wel is uit het onderzoek naar voren komen dat de gemeente geen zicht heeft op de resultaten van de uitvoering van jeugdhulp. De financieringssystematiek heeft er ook toe geleid dat sommige trajecten dubbel werden gefinancierd.   

 

Systeemfalen

De hoofdconclusie van de rekenkamer liegt er niet om. De samenwerking tussen de extern belegde uitvoeringsorganisatie, het ambtelijke apparaat en college verliep vaak niet goed. ‘De keuzes die de gemeente Lelystad na de decentralisatie heeft gemaakt voor de inrichting en organisatie van de jeugdhulp in Lelystad, hebben er uiteindelijk toe geleid dat het gemeentebestuur meer op afstand kwam te staan, minder grip en steeds minder sturingsmogelijkheden had’, aldus de rekenkamer. Door alle betrokkenen zijn fouten gemaakt die terug te leiden zijn naar een van de belangrijkste oorzaken: een gebrek aan duidelijke en concrete keuzes van het gemeentebestuur. ‘Daardoor ontspoorde de uitvoering van de jeugdhulp in Lelystad. Er is niet één partij geweest die duidelijk de overhand heeft gehad in dit systeemfalen.’

 

Wassen neus

Drie keer is de organisatie van de jeugdhulp op de schop gegaan. Eerst was het JGT (Jeugd- en Gezinsteam), toen de coöperatie JGT en nu is JEL (Jeugd Lelystad) de toegangspoort tot de gespecialiseerde jeugdhulp. De organisatieveranderingen zijn doorgevoerd zonder dat daar een duidelijke analyse van de gebreken van de organisatievorm waarvan afscheid werd genomen aan vooraf is gegaan. Ook werd geen zorgvuldig verbetertraject opgesteld. Er werd onder meer ingegrepen omdat het college geen zicht had op de daadwerkelijke kosten en regelmatig werd verrast met forse rekeningen na afloop van een boekjaar. En hoewel de raad jaarlijks een budget vaststelde, was dat eigenlijk een wassen neus. ‘Praktisch gezien gold er een open budget voor JGT. De middelen om als opdrachtgever te sturen op het budget ontbraken’, aldus de rekenkamer. De ambtelijke organisatie ontving evenals het college actuele cijfers en data te laat, waardoor er te weinig zicht was op feiten en cijfers.

 

Negatieve spiraal

Dit alles heeft de verhouding tussen college en raad geen goed gedaan. ‘Er ontstond een negatieve spiraal van wantrouwen richting elkaar. De raad vertrouwt niet langer op de informatie vanuit het college en het college is van mening dat de raad zich (te)veel op de uitvoering richt. De politieke besluitvorming werd hierdoor complex en vooral intern gericht’, concludeert de rekenkamer op basis van zijn onderzoek. College en raad van Lelystad moeten ervoor waken dat de toenemende polarisatie niet leidt tot het veronachtzamen van de maatschappelijke problemen, waarschuwt de rekenkamer.

 

Meetbare afspraken

Een van de aanbevelingen van de rekenkamer is dat het college duidelijke, meetbare en controleerbare afspraken met JEL moet maken. De raad moet meer zijn kaderstellende en controlerende bevoegdheden structureel inzetten om grip te krijgen op de beleidsuitvoering door JEL. Als het nodig is, moet worden bijgestuurd om rigoureuze ingrepen te vermijden.

 

Complex

In een bestuurlijke reactie stelt het college zich te kunnen vinden in de meeste conclusies en aanbevelingen. Die acht het uitvoerbaar. Oneens is het college met het oordeel dat de jeugdzorg totaal uit hand is gelopen. ‘Deze bewoordingen gaan voorbij aan de complexiteit van de opgave.’ De neerwaartse spiraal tussen college en raad willen B&W doorbreken.  

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie