Advertentie
sociaal / Nieuws

Intake nieuwe inburgeraars in elke gemeente anders

Een opvallende bevinding is dat de termijn waarin de brede intake wordt afgerond en de PIP wordt opgesteld sterk varieert tussen de zes deelnemende gemeenten.

08 juni 2021
stopera-amsterdam-gemeentehuis.jpg

Het opzetten van een inburgeringstraject duurt in de ene gemeente drie keer zo lang als in de andere. Dat geldt althans voor een groep van zes gemeenten die alvast 'oefenen' met de werkwijze van de nieuwe inburgeringswet. De aanpakken lopen nogal uiteen. 

Lerend stelsel
Het nieuwe inburgeringsstelsel, dat in 2022 in werking treedt, betekent voor gemeenten een grote nieuwe taak: de begeleiding van nieuwe Nederlanders in hun inburgeringsproces, van het asielzoekerscentrum (azc) tot de taalschool en de arbeidsmarkt. Omdat dat een ingrijpende verandering is, wil minister Koolmees (Sociale Zaken, D66) er een 'lerend stelsel' van maken. Bijna honderd gemeenten zijn daarom al begonnen met pilots om ervaring op te doen met elementen van de nieuwe wet.

Startpositie
Onlangs verschenen de eerste eindrapporten van een aantal van die pilots. Eén van de pilots richtte zich op het begin van het inburgeringstraject: de zogenaamde brede intake en het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP). Hiermee wordt een beeld gevormd van de startpositie en het perspectief van de inburgeraar, en worden er afspraken gemaakt over het vervolg van het traject, die voor zowel de gemeente als de inburgeraar bindend zijn.

Variatie
Een opvallende bevinding is dat de termijn waarin de brede intake wordt afgerond en de PIP wordt opgesteld sterk varieert tussen de zes deelnemende gemeenten. Zo liep de gemiddelde tijdsbesteding voor beide taken uiteen per pilotgemeente van gemiddeld 8 uur tot 22 uur per inburgeraar. De doorlooptijd van het proces was in het kortste geval 4 weken en in het langste geval 15 weken.

Context
De verschillende gemeenten kozen dan ook uiteenlopende manieren om de taken uit te voeren. Zo leggen sommige gemeenten meer de nadruk op arbeidsparticipatie, terwijl andere zich meer op taal richten. De ene gemeente betrekt het sociaal werkbedrijf bij de intake, de ander de taalschool, weer een ander doet geen van beide. Volgens de auteurs van het rapport – die zich overigens alleen op het proces richtten, en niet op de resultaten van het beleid – kiezen alle gemeenten voor een aanpak die in hun context het meest passend is.

Opstartklas
Amsterdam, de gemeente met de langste gemiddelde doorlooptijd, heeft als enige een Opstartklas ingericht, waarin inburgeraars als onderdeel van de intake zes weken lang intensief taalonderwijs volgen. De Opstartklas geeft input om de 'leerbaarheid' van inburgeraars te bepalen. Een dergelijke methode is echter niet voor elke gemeente realistisch, omdat niet alle gemeenten het budget en de aantallen statushouders hebben om dat mogelijk te maken.

Termijn
Ondanks dat het in Amsterdam dus langer duurt, blijkt het in de meeste gevallen 'in principe haalbaar' om het PIP binnen de wettelijke termijn van tien weken vast te stellen. De pilotgemeenten stellen wel dat het langer duurt om een inburgeraar echt goed te leren kennen. Daarom is het goed mogelijk dat het PIP na afloop van de termijn nog aangevuld of aangescherpt moet worden.

Kosten
Een aantal deskundigen dat zich bezighoudt met de invoering van het nieuwe stelsel waarschuwde onlangs dat de kosten van de uitvoering het budget lijken te overstijgen. Dat komt voor een deel vanwege de brede intake en het PIP. 'Het lijkt erop dat dat meer tijd zou kunnen kosten dan verwacht', zei adviseur Zwanet van Kooten. 

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

H. Wiersma / gepens.
Er gaat weer veel energie en geld verloren als iedere Gemeente het wiel probeert uit te vinden. Waar blijven het Rijk en de VNG met een goede overdracht van dit beleidsterrein richting Gemeenten?
Ellen Kremer / Beleidsadviseur
Met deze pilots wordt juist gezocht naar 'het' wiel. De pilots zijn gefinancierd door het rijk om zo tot een best-practice te kunnen komen. En het ministerie is op uitvoeringsniveau betrokken geweest bij de pilots. Interessant is dan ook welke gemeenten wel binnen budget zijn gebleven met de brede intake en de PIP, hoe die gewerkt hebben en of dat voor andere gemeenten ook inzetbaar is. En ik ben wel benieuwd in hoeverre de beperkingen door Covid-19 de resultaten hebben veranderd. Kan mij voorstellen dat dit ook voor hogere kosten en een intensievere werkwijze heeft gezorgd.
Advertentie