Advertentie
sociaal / Nieuws

Instrument meet vatbaarheid radicalisering moslimjongeren

Een nieuw en vrij beschikbaar onderzoeksinstrument van Kennisplatform Integratie & Samenleving maakt de voedingsbodem van radicalisering inzichtelijk. Gemeenten die vroegtijdig preventief willen ingrijpen om radicalisering onder moslimjongeren tegen te gaan kunnen hiermee hun preventief beleid versterken.

22 maart 2017

Gemeenten willen vroegtijdig preventief kunnen ingrijpen om radicalisering onder moslimjongeren tegen te gaan. Een vrij beschikbaar onderzoeksinstrument van Kennisplatform Integratie & Samenleving maakt de voedingsbodem van radicalisering inzichtelijk. ‘Gemeenten kunnen hun preventief beleid versterken’, aldus Jolijn Broekhuizen, onderzoeker bij het Verwey-Jonker Instituut.

Waarom hebben jullie dit onderzoeksinstrument ontwikkeld?

‘Veel gemeenten zijn bezig met hoe ze de opkomst van radicalisering bij jongeren op een repressieve manier kunnen tegengaan, maar het kan ook op een preventieve manier. Vaak hebben gemeenten geen goed zicht op vatbaarheid van jongeren voor radicalisering en weten ze niet hoe ze die in kaart kunnen brengen. We hebben daarom een instrument ontwikkeld waarmee gemeenten hun preventieve beleid kunnen versterken.’

Wat hebben gemeenten aan het onderzoeksinstrument?

‘We onderscheiden drie verschillende onderzoeksgroepen: professionals, zoals jongerenwerk, onderwijs en wijkagenten. Daarnaast informele sleutelfiguren in moskeeën, sportclubs of migrantenorganisaties en tot slot de jongeren zelf. Als je daar informatie ophaalt, kom je veel te weten over de voedingsbodem voor radicalisering. Hoe je dat als gemeente precies moet doen staat niet vast. Het hangt er vanaf of je geïnteresseerd bent in de kwantiteit of de kwaliteit. Wil je weten hoe de situatie nu is en over een jaar, dan wordt het kwantitatief onderzoek. Als je wilt verkennen, ga je eerder werken met focusgroepen en interviews.’

Wat zijn voorbeelden van factoren die de voedingsbodem voor radicalisering vormen?

‘Er zijn drie dimensies voor vatbaarheid voor radicalisering: sociaal, religieus en politiek. Die lopen soms door elkaar heen. Je radicaliseert ook niet automatisch als je binnen die dimensies valt en patronen lopen niet altijd hetzelfde. Maar als het gezamenlijke pakket aanwezig is, is de vatbaarheid wel groter. Binnen sociale factoren vallen de behoefte aan identiteit en status. Het is dan aantrekkelijk om je aan te sluiten bij een groep gelijkgestemden. In de religieuze dimensie gaat het vooral om hoe ingewikkeld het is om in Nederland op te groeien tussen de waarden van jouw religie en de waarden van de westerse samenleving. Als je op zoek bent naar antwoorden, zijn die lastig te vinden, zeker als in moskeeën geen Nederlands wordt gesproken en oudercontact moeilijk is. Vaak is internet dan een bron van informatie. Als jouw religieuze weerbaarheid en kennis laag is, ben je meer vatbaar voor radicalisering. De politieke dimensie gaat over discriminatie en achterstelling. Die kun je persoonlijk voelen, maar je kunt ook vinden dat er om je heen of in de media met twee maten wordt gemeten, zoals in berichtgeving over het Midden-Oosten en het gevoel dat men hier minder opkomt voor moslimslachtoffers, dat daar dan geen minuut stilte voor wordt gehouden.’

Hoe kunnen gemeenten met deze informatie hun preventieve beleid versterken?

‘Jongeren kunnen met hun gevoel en deze thema’s moeilijk terecht bij hun ouders. Er is daarbij niet genoeg zicht op hun leefwereld en op beïnvloeding. Bovendien is radicalisering een taboeonderwerp. Als je dat onderwerp met de inzet van het onderzoeksinstrument in een gemeente naar bovenhaalt, dan kan specifiek op preventie van radicalisering gerichte opvoedondersteuning helpen. Wat is radicalisering? Waar kun je terecht met je zorgen? Wij kunnen dan adviseren dat instrument in te zetten. Het is bij dit soort ondersteuning overigens wel zaak mensen in te zetten uit de gemeenschap met dezelfde achtergrond en zonder taalbarrière, zodat de toegang laagdrempelig is.’

Tot slot, waar liep je tegenaan bij het maken van het onderzoeksinstrument?

‘De voedingsbodem voor radicalisering is heel breed, er zijn veel factoren voor vatbaarheid. We hebben zo goed mogelijk alle factoren opgenomen. Een ander belangrijk punt is dat het een gevoelig thema is en je daarom open vragen moet stellen en neutraal moet zijn. Wissel positief en negatief ingestoken vragen af. Leg niet alleen de stelling “ik kan moeilijk bij mijn ouders terecht met problemen” voor, maar ook “ik heb een goede band met mijn ouders”. Ik wil benadrukken dat het onderzoeksinstrument nauw luistert. Je kunt er als gemeente nog niet meteen zelf mee aan de slag. Voorlopig is het nog even bij ons in beheer, later volgt een warme overdracht.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie