Gemeenten moeten snel over teleurstelling heenstappen

Ondanks de teleurstelling van gemeenten dat de persoonlijke verzorging niet onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) komt te vallen, zullen op korte termijn afspraken moeten worden gemaakt met zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) roept gemeentekoepel VNG op snel over de teleurstelling heen te stappen en met alle betrokken partijen de plannen verder uit te werken.

Hobbel

‘Het gaat om een grote operatie die voor veel hulpbehoevenden van levensbelang is. In korte tijd moet er heel veel gebeuren, we hebben geen tijd te verliezen. Stap in het belang van uw burgers en onze verzekeraars over die hobbel’, verwoordt ZN-woordvoerder Loek Cobau, het appel van de zorgverzekeraars aan gemeenten.

Heldere rolverdeling

ZN begrijpt dat het voor de VNG vervelend is dat op zo’n laat moment besloten wordt tot een belangrijke koerswijziging, maar er moet snel duidelijkheid komen over de exacte rolverdeling. Hier zal ZN ook bij staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, PvdA) op aandringen. ‘Wat ons betreft is de liefde niet bekoeld en we hopen dat de VNG ook geen problemen met ons heeft. Gemeenten en zorgverzekeraars werken ook al veel samen en daar gaan we graag mee door.’

Niet vrijblijvend

Door de kabinetsplannen is de samenwerking niet meer vrijblijvend, benadrukt ZN. ‘Het is evident dat zorgverzekeraars en gemeenten elkaar moeten opzoeken.’ Wet- en regelgeving moet deze samenwerking stimuleren, maar niet te veel inkaderen. ZN is bereid met de VNG landelijke afspraken te maken om zorgverzekeraars en gemeente te ondersteunen bij de invulling van hun regionale samenwerking.

Borgen

De VNG ziet geen enkele reden om het gesprek met zorgverzekeraars niet voort te zetten, zo laat VNG-directieraadvoorzitter Jantine Kriens desgevraagd weten. ‘We hebben elkaar nodig en we nemen die verantwoordelijkheid.’ Wel vindt ze dat de afspraken geborgd moeten worden. Dit moet wat Kriens betreft in wet- en regelgeving worden vastgelegd.  

Ander perspectief

Susan van Klaveren van Panteai verwacht dat zowel gemeenten als zorgverzekeraars nu even pas op de plaats maken. Beiden partijen moeten na het besluit van Van Rijn hun perspectief ‘resetten’, maar vervolgens weer hard aan de slag gaan om te taken die ze op hun bordje krijgen goed te organiseren. ‘Ik verwacht niet dat de samenwerking minder wordt.’

Quickscan

Uit donderdag gepubliceerd onderzoek van Panteia blijkt dat de samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars toeneemt. Zowel zorgverzekeraars als gemeenten verwachten in de toekomst meer te gaan samenwerken en willen dat ook. Het onderzoek is afgerond voordat duidelijk werd dat persoonlijke verzorging niet naar gemeenten gaat. De quickscan is op verzoek van het ministerie van VWS gemaakt om inzicht te krijgen in de manier waarop de samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars vorm krijgt.

Pril

De samenwerking is overwegend nog wel pril, zo blijkt uit het onderzoek. Ruim 20 procent van de gemeenten een convenant met een zorgverzekeraar afgesloten. De belangrijkste activiteit met de zorgverzekeraar is de inkoop van de collectieve zorgverzekering voor minima. Van de gemeenten heeft 89 procent contact met één of meerdere zorgverzekeraars en staat 11 procent van de gemeenten (nog) niet in verbinding met een zorgverzekeraar.

Burgerinitiatief

De Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen (LVKK) staat sceptisch tegenover het besluit dat de persoonlijke verzorging niet naar gemeenten gaat. Zij hoopt dat zorgverzekeraars open staan voor burgerinitiatieven, maar maakt zich daar wel zorgen over. ‘Zeker in kleine kernen tonen bewoners eigen initiatief, zoals het opzetten van zorgcoöperaties’, aldus Hubert Mackus, lid van het dagelijks bestuur van de LVKK. Volgens hem zien zeker grote zorgverzekeraars dit vaak als ‘kruimelwerk’. Bij de Kamerfracties zal erop worden aangedrongen dat aan burgers ruimte moet worden gegeven; zeker in het licht van de door dit kabinet bepleitte omslag naar een participatiesamenleving.