Gemeenten kunnen plannen jeugdzorg niet compleet maken

Het gaat de 41 regio’s die plannen maken voor de transitie jeugdzorg niet lukken om – zoals het rijk wil – op 31 oktober transitiearrangementen te maken met daarin concrete afspraken over de continuiteit van die jeugdzorg. Dat concludeert de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ) onder leiding van Leonard Geluk. Het ontbreekt de regio’s daarvoor aan duidelijkheid over het beschikbare budget.

Positief
De TSJ onderzoekt voor het rijk hoe het vordert met het decentralisatieproces jeugdzorg. In november zal de commissie de ‘transitiearrangementen’ beoordelen. In een tussenreportage is nu onderzocht hoe het proces loopt. ‘Het algemene beeld is positief’, schrijft Geluk. Hij spreekt van een versnelling en een verdieping van het transitieproces bij gemeenten, aanbieders en Bureaus Jeugdzorg.

Duidelijkheid
Minder positief is de commissie over de duidelijkheid over de financien voor gemeenten. De Rekenkamer liet in juni al weten dat het ministerie snel met betere cijfers moet komen. Vanuit gemeenten werd de afgelopen tijd ook veel geklaagd over het feit dat staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA, VWS) pas in de meicirculaire van 2014 duidelijkheid geeft over het precieze budget. De TSJ steunt gemeenten hierin.

Concrete afspraken
Gemeenten kunnen geen concrete afspraken maken als niet duidelijk is over welke bedragen gesproken wordt, vindt de TSJ. ‘Regio’s kiezen ervoor in deze situatie het maken van definitieve afspraken uit te stellen. De TSJ acht dit een serieus risico: als op een later moment blijkt  dat afspraken niet gemaakt worden, is zorgcontinuïteit niet gegarandeerd.’ De TJS beveelt Van Rijn aan vóór 1 december duidelijk te maken wat het budget zal zijn. Van Rijn heeft inmiddels gemeld dat die duidelijkheid er wat hem betreft dit jaar nog komt.

Bureaus Jeugdzorg
Andere aanbevelingen van de commissie zijn dat Van Rijn samen met de VNG voor 1 november 2013 afspraken maakt met zorgverzekeraars over de manier waarop zorgverzekeraars gemeenten ondersteunen bij de voorbereiding op hun nieuwe taken. De 41 regio’s moeten op hun beurt uiterlijk in december van dit jaar de Bureaus Jeugdzorg de duidelijkheid geven over de manier waarop de verschillende functies van de BJZ’s vanaf 1 januari 2015 uitgevoerd worden. Van Rijn moet hierin, aldus de TSJ vanuit zijn stelselverantwoordelijkheid voor het slagen van de decentralisatie de regie nemen om die duidelijkheid over de positie van BJZ’s te bevorderen.