Advertentie
sociaal / Nieuws

Gemeentelijke monitor sociaal domein van start

Van een krappe honderd gemeenten zijn nu gegevens beschikbaar over de Wmo 2015, de jeugdzorg en de Participatiewet, zoals inzicht in het gebruik en stapeling van diverse voorzieningen door inwoners. Ze komen uit de gemeentelijke monitor sociaal domein ‘gerold’. Deze is nog in ontwikkeling. Het aantal gegevens moet groeien alsmede het aantal gemeenten dat aanhaakt.

18 september 2015

Van een krappe honderd gemeenten komen vandaag gegevens beschikbaar over de Wmo 2015, de jeugdzorg en de Participatiewet, zoals inzicht in het gebruik en stapeling van diverse voorzieningen door inwoners. Ze komen uit de gemeentelijke monitor sociaal domein ‘gerold’. De monitor is nog in ontwikkeling. Het aantal gegevens moet groeien alsmede het aantal gemeenten dat aanhaakt.

Sturingsinstrument

De monitor is geen doel op zich, maar uiteindelijk ‘slechts’ een instrument voor gemeenten om te sturen, trapt VNG-directeur Jantine Kriens af. Die sturingsinformatie ontbrak (en ontbreekt nog veelal) bij de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet terwijl er bij gemeenten die behoefte wel leeft. ‘Op gemeentelijk niveau willen bestuur en raad weten wat er met de budgetten gebeurt. Daarnaast hebben gemeenten er behoefte aan om op cijfermatig niveau in elkaars keuken te kunnen kijken.’

Nieuwe inzichten

Dat is dan ook de kracht van de gemeentelijke monitor, vindt Kriens. ‘Op basis van de monitor kunnen gemeenten tot nieuwe inzichten komen. Inzichten die er nog nooit waren omdat de gegevens niet werden verzameld, geaggregeerd, verrijkt en geïnterpreteerd.’ Gemeenten die nu bij de monitor zijn aangehaakt, leveren een basisset gegevens aan, over onder meer het gebruik van de voorzieningen, de stapeling van gebruik binnen en buiten een wet en de toegang via sociale wijkteams. Die gegevens gaan naar het CBS. Het CBS verrijkt de gemeentelijke gegevens met onder meer inkomensgegevens, demografische gegevens en landelijke cijfers vanuit de basisinformatie jeugd, de Participatiewet, de Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de GGD. Met die verrijkte gegevens kunnen gemeenten inzicht verwerven in welk type aanpak (zorg en ondersteuning) het beste past in welk type gemeente en/of type huishouden. Kriens: ‘Want dat willen gemeenten: vanuit het gezin denken.’


Verrijking gegevens

Met de verrijkte gegevens, en de mogelijkheid tot benchmarken met andere, soortgelijke gemeenten, kunnen gemeenten hun beleid toetsen en indien nodig of gewenst bijsturen. ‘Uit de praktijk blijkt dat vroegtijdig schooluitval vaak voorkomt in sociaal zwakkere gezinnen. Als je dit in kaart hebt, kun je daar dus preventief op inspelen’, aldus Kriens. ‘Het grote verschil met andere monitoren is dat je met een monitor sociaal domein integraliteit kunt bereiken. Je wilt kunnen zien wat er met mensen gebeurt, niet met wetten. Je moet aan de hand van de monitor kunnen zien of het beleid werkt en of je het als gemeente kunt beheersen’, benadrukt VNG-directeur Jantine Kriens. ‘Beleidsmakers willen echt vanuit het huishouden denken en hebben daar een compleet beeld bij nodig’, vult Marijke Ploegman, projectleider van de monitor, aan.


Financiële gegevens

De afgelopen periode heeft de VNG met 150 gemeenten aan tafel gezeten, om in kaart te brengen welk instrument ze wilden hebben en wat daarin de gemene deler is. ‘Het moest immers om vergelijkbare gegevens gaan. Die data komen in de monitor’, verduidelijktPloegman. Gekozen is nu voor een beperkte dataset van BSN, type maatwerkvoorziening, begin- en einddatum en de leverancier die de voorziening levert. Het CBS anonimiseert de gegevens. ‘We beginnen klein, maar gaan de komende tijd inzichten en informatie toevoegen.’ Zo worden er nu nog geen financiële gegevens opgenomen, maar dat is wel de bedoeling. ‘Het is nadrukkelijk de wens van gemeenten om inzicht in de kosten(ontwikkeling) te hebben’, aldus Kriens.


Ambitie

Van de 393 gemeenten hebben zich er 351 voor deelname bij de VNG aangemeld. Daarvan leveren 251 gemeenten al enkele gegevens aan voor de monitor, maar die zijn incompleet. Technische en software-problemen spelen hier nog parten. Van 96 gemeenten worden de gegevens vanaf donderdag gepubliceerd op waarstaatjegemeente.nl. ‘Het is jammer dat nog niet alle gemeenten zijn aangesloten. Die ambitie heb ik wel’, aldus Kriens. ‘Maar ik begrijp het ook. Er ligt ontzettend veel op het bordje van gemeenten. De continuïteit van zorg was de eerste zorg en de eerste taak. Gemeenten, en de VNG, vinden monitoring ook belangrijk, maar het stond net iets lager op de prioriteitenlijst. Ik snap dat ze prioritering elders hebben gelegd.’


Softwareontwikkeling

Wat ook niet meehelpt, is dat het lastig is om aan de benodigde gegevens te komen. Zo is onder meer de declaratie van zorgverleners aan gemeenten nog niet goed op gang gekomen en is het aantal overgangscliënten (van Awbz naar Wmo of jeugdzorg) en het aantal cliënten beschermd wonen nog steeds niet helder. Verschillende softwaresystemen − die problemen hebben om met elkaar te ‘communiceren’ −, en  de softwareontwikkeling van de gemeentelijke monitor an sich en de gegevensaanlevering bij het CBS hebben in de ogen van Kriens en Ploegman tot terughoudendheid bij veel gemeenten geleid. ‘Gemeenten moeten straks hun gegevens vanuit hun eigen gemeentelijke monitoring met een druk op de knop naar het CBS kunnen sturen.’ De VNG verwacht en hoopt als dat wel kan er meer gemeenten gegevens gaan aanleveren.


Nieuw systeem

Op de vraag waarom er nu pas een gemeentelijke monitor komt, is Kriens helder: ‘Met de transities ontwikkel je een heel nieuw systeem en dat heeft tijd nodig. De gegevens die we in de gemeentelijke monitor sociaal domein opnemen, waren er op 1 januari nog helemaal niet. Met de decentralisaties proberen we een nieuwe werkelijkheid te maken, met onder meer gegevens van wijkteams. Daarnaast is er discussie met het zorgveld geweest over het gebruik van welke gegevens. We wilden af van de dbc’s (diagnose behandel combinatie, red), maar op verzoek van de ggz is afgesproken de eerste drie jaar toch de dbc’s te gebruiken.’


Democratisch proces

Naast het belang voor beleidsmakers en bestuurders, stelt Kriens dat de monitor ook van belang is voor het democratische proces. ‘We hebben de neiging de monitor te zien als een bestuurlijk instrument, maar het is ook een belangrijk instrument voor volksvertegenwoordigers, zoals gemeenteraden en de Kamer. Zij kunnen zelf alle informatie uit hun gemeente zien en op basis daarvan beoordelen of het college het beleid uitvoert zoals de raad dat hen heeft opgedragen, of het beleid werkt en of er eventueel moet worden bijgestuurd. Als volksvertegenwoordigers kun je dan zien of de goede bewegingen worden gemakt. Burgers vinden dat belangrijk. Raadsleden kunnen met de gegevens vanuit de monitor met de burgers in gesprek. De raad hoeft bovendien niet meer te wachten op informatie vanuit het college, maar kan zelf actief de informatie opzoeken.’


Meer weten over monitoring in het sociaal domein? Kom naar het congres:

SOCIAAL DOMEIN 2016: DE UITDAGING
 

op 5 november 2015 in congres- en cultuurcentrum Antropia in Driebergen
 

Meer informatie


Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Frits
Er komt te veel privacy op straat te liggen door de gemeente dit zal voor velen niet prettig zijn.

Er wordt te licht over gedacht.
Niels / Onderzoeker
Nog niet perfect, en dat kan ook nog niet, maar fijn dat het begin er is. Inzicht is het begin van uitzicht.

@Frits: dit heeft echt niks met privacy te maken.
Maarten de Rooij
Superslecht idee !

H. Wiersma / sr. beleidsadviseur (gepens.)
Waar het Rijk en c.s. al jarenlang in gebreke zijn gebleven kunnen gemeenten met deze vorm van automatisering nu eindelijk goed beleid in het sociaal domein gaan maken en waar nodig op onderdelen bijsturen. Prima zaak en volkomen begrijpelijk dat dit vanwege de noodzakelijke hervorming van de wetgeving nog niet eerder kon plaatsvinden.
Advertentie