Geen zicht op wachttijden jeugd

Leeuwarden heeft geen zicht op wachttijden in de specialistische jeugdzorg. Er wordt niet systematisch gemeten hoe lang deze wachttijden zijn en welke zorgaanbieders als dan niet aan de daarvoor gestelde Treeknormen − de maximaal aanvaardbare wachttijden − voldoen. 

Dat blijkt uit onderzoek van de Rekenkamer Leeuwarden. Zorgaanbieders zijn niet verplicht hun actuele wachttijden te publiceren. Doordoor is de wachttijd bij veel zorgaanbieders onbekend. Er is daarnaast onduidelijkheid over wat wachttijd is. Wachttijd is volgens een gangbare definitie het aantal dagen tussen het eerste contact met de verwijzer en de start van de behandeling. ‘Het eerste contact met de verwijzer wordt niet centraal geregistreerd, waardoor de totale wachttijd niet in kaart gebracht kan worden’, concludeert de rekenkamer.

De rekenkamer is bij de zorgaanbieders zelf te rade gegaan om te achterhalen of en waar sprake is van (problematische) wachttijden. Er blijken vooral wachttijden te zijn bij hulp aan jeugdigen met een licht verstandelijke beperking, hulp voor kinderen met een echtscheidingsproblematiek en bij hulp met verblijf. Bij jeugdreclassering en jeugdbescherming is geen sprake van wachttijden.  

De oorzaken voor het ontstaan van wachttijden zijn divers. Veel genoemde oorzaken door zorgaanbieders zijn de toegenomen vraag, de capaciteit bij de zorgaanbieder en de administratieve druk op de organisatie. Ook de gebrekkige afhandeling bij de gemeente wordt als oorzaak genomen. Het duurt lang voordat groen licht voor behandeling wordt gegeven. Ook is sprake van stagnatie bij de gebiedsteams.  De rekenkamer concludeert op basis van zijn onderzoek dat het geen prioriteit van Leeuwarden is om de wachttijden en wachtlijsten te registreren. Het college weerspreekt dat in zijn bestuurlijke reactie.