Advertentie
sociaal / Nieuws

Gedoe over reële tarieven

Gemeenten en VWS staan lijnrecht tegenover werkgevers en vakbonden als het gaat om reële tarieven voor de huishoudelijke hulp. Gemeenten zeggen reële prijzen te betalen. Werkgevers en bonden menen dat het te vroeg is om die conclusie te trekken.

31 augustus 2018

Veel tarieven huishoudelijke hulp te laag, of niet?

Minister De Jonge stelde recent dat het beeld dat branche-organisatie BTN schetst – dat driekwart van de gemeenten geen reële prijs voor de huishoudelijke hulp betaalt – niet strookt met de onderzoeksbevindingen van de regiegroep monitoring reële prijs. Die is in het leven geroepen om meldingen te onderzoeken als gemeenten zich niet houden aan de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) reële tarieven Wmo.

De Jonge baseert zijn uitspraken op dertien meldingen (waarbij 27 gemeenten zijn betrokken) die door de regiegroep zijn afgehandeld. Werkgevers en bonden zeggen dat de minister voorbarig is met zijn uitspraken. ‘Die dertien meldingen zijn het topje van de ijsberg’, stelt BTN-bestuurder Hans Bujing. ‘Bij ons zijn er minstens veertig meldingen binnengekomen.’ Het gaat daarbij om meer dan veertig gemeenten. De minister baseert zijn uitspraak op meldingen die tussen december-eind februari zijn behandeld, aldus Bujink. ‘Ik verwacht zeker nog tien tot twintig meldingen’, stelt Jacqueline Joppe, vice-voorzitter van ActiZ en lid van de regiegroep. ‘In veel gemeenten lopen de aanbestedingen nog.’

Bovendien is er regelmatig geen gedeeld advies over het voorleggen van meldingen een een externe deskundige. Zo’n ‘veto’ binnen de regiegroep betekent dat een melding niet nader wordt onderzocht. In de regiegroep zitten vertegenwoordigers van de werkgevers (BTN, Actiz), vakbonden (CNV, FNV) en gemeenten (VNG en G40). ‘Er zijn tientallen meldingen bij de regiegroep binnengekomen, maar tot nu toe zijn er slechts een aantal behandeld’, aldus Bujink. Vooral de gemeenten liggen nogal eens dwars, aldus Bujink.

De VNG herkent dat beeld niet. ‘Werkgevers willen een vast tarief dat voor het hele land geldt. Dat kan helemaal niet’, stelt de VNG. ‘Per regio en per aanbieder verschilt de kostprijs, en dat is waarmee rekening moet worden gehouden volgens de AMvB,’ aldus de VNG. ‘We willen geen vast tarief, maar wel een reëel, kostprijsdekkend tarief’, stelt Joppe. Dat moet volgens haar tussen de 26 euro en 27,50 euro liggen. Joppe stelt dat gemeenten weliswaar steeds meer begrip tonen voor de noodzaak tot goede tarieven, ‘maar dat begrip vertaalt zich nog lang niet altijd in reële tarieven'.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie