Advertentie
sociaal / Nieuws

‘Ga in gesprek over pesten op het werk’

Voorzitter Riek Vilters van het Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid (LKOG) vindt dat ambtenaren op elk niveau in de organisatie met elkaar in gesprek moeten gaan over hoe ze met elkaar omgaan. 'De meeste klachten gaan over intimidatie.'

03 juni 2015

Pesten op de werkvloer komt vooral voor in de ambtenarij en in de bouw. Volgens voorzitter Riek Vilters van het Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid (LKOG) moeten ambtenaren op elk niveau in de organisatie met elkaar in gesprek gaan over hoe ze met elkaar omgaan.

Rijksambtenaren welkom
Minister Asscher trapte maandag een landelijke campagne af om pesten op de werkvloer terug te dringen. Een half miljoen mensen wordt op het werk gepest en dat moet snel minder worden. Daarbij werd in de Kamer voorgesteld dat ook rijksambtenaren bij het LKOG hun klacht kunnen indienen. Deze onafhankelijke klachtencommissie staat nu alleen open voor ambtenaren van gemeenten, provincies, waterschappen en gemeentelijke instellingen. ‘Het lijkt ons wijs als rijksambtenaren straks ook onze ervaringsdeskundigheid kunnen benutten’, aldus LKOG-voorzitter Riek Vilters.

Pesten “schoolpleinwoord”
Volgens Vilters komen bij de LKOG zelden klachten binnen over “pesten”, maar vallen deze onder het label “intimidatie”. ‘Ambtenaren vinden “pesten” een moeilijk begrip. Ze vinden het een schoolpleinwoord.’ Intimidatie door een leidinggevende kan een lange geschiedenis hebben. ‘Als een leidinggevende in als weerwoord op een klacht zegt: ik heb vaak gewezen op onvoldoende functioneren van de medewerker, kun je spreken van een arbeidsconflict. Klachten over pesterijen en uitsluiting bereiken ons weinig. Maar pesten is ook structurele intimidatie.’

Klacht zet verhoudingen op scherp
Bij de LKOG komen jaarlijks tussen de 15 á 20 klachten binnen, waarvan de meeste over intimidatie gaan. In 2007, het jaar van  de oprichting van de commissie, kwamen nog geen klachten over intimidatie binnen, maar om te concluderen dat intimidatie op het werk is toegenomen gaat te ver. ‘Als het bestaan van de commissie bekender wordt, neemt het aantal klachten ook toe. Maar dat zegt niets over hoeveel intimidatie in de dagelijkse praktijk voorkomt.’ Het is ook nogal een stap om een klacht in te dienen. ‘Je steekt toch je nek uit. Je hebt het recht om te klagen en op een onderzoek, maar zoiets zet de verhoudingen toch op scherp. We horen collega’s, leidinggevenden. Er ontstaat spanning op de afdeling. Een klacht indienen is vaak pas de laatste stap in een proces.’

Geen goed werkgeverschap
Het valt de commissie op dat ze regelmatig moet vaststellen dat na diverse meldingen bij het management geen actie wordt ondernomen. ‘Dat is geen goed werkgeverschap.’ In een organisatie moet het management zorgen voor een veilige werkomgeving. ‘Maar het niet reageren op een rechtstreekse hulpvraag komt nogal eens voor. Dat is niet goed.’ Vilters heeft geen alles verhelderende verklaring hiervoor, maar geeft als voorbeeld een uitspraak van een leidinggevende die door de commissie werd aangesproken. ‘Die zei: ja, ik heb het gehoord, maar hen gezegd dat ze het onderling maar moesten oplossen. Ik heb daar geen tijd voor. Ik moet mijn targets halen.’

Ambtenaren lang op zelfde plek
Dat moet natuurlijk anders, vindt Vilters en daarbij hoort ook eerst samen het probleem proberen op te lossen. Lukt dat niet, dan moet de leiding uitkomst bieden. Een klacht komt pas in de laatste fase. Op de vraag waarom de ambtenarij nu juist een plek is waar pesten relatief vaak voorkomt, wijst Vilters op een kenmerk van overheidsdienst: mensen zitten heel lang op dezelfde plek. ‘Je hebt al heel lang dezelfde collega’s. Er zijn patronen in de omgang. Als dan ongewenst gedrag plaatsvindt, dan is het moeilijk om daarop te reageren. Je kunt niet even van baan veranderen.’ Pesten komt vooral voor in uitvoerende diensten. ‘Ons beeld is dat omgangsvormen daar losser en ruwer zijn.’

Ongewenst gedrag
Uit recent onderzoek van BIOS onder rijksambtenaren bleek dat 25 procent vermoedt dat ongewenst gedrag plaatsvindt. ‘Dat ging niet om feiten, maar om beleving. Ambtenaren zeggen: er is nogal wat aan de hand. Dat beeld wordt in ander onderzoek bevestigd.’ Vilters ziet graag dat rijksambtenaren klachten kunnen indienen bij de LKOG. ‘Wij doen concreet onderzoek en geven advies over klachtbeoordeling en hoe het op de werkvloer beter kan.’

Impact is groot
Het belangrijkste resultaat van het werk van de commissie is dat mensen op elk niveau in de werkorganisatie in gesprek met elkaar gaan en blijven over verbondenheid en hoe ze met elkaar en de burger omgaan. ‘Vergeet niet dat veel mensen er last van hebben. De impact is groter dan de persoon zelf, voor de omgeving, afdeling en organisatie. Denk ook aan demotivatie, ziekteverzuim en de financiële schade daarvan. En wij zijn toch een soort rechterlijke instantie. Mensen zijn blij dat ze worden gehoord.’

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Peter / ambtenaar
In de gemeente Zevenaar en ook andere gemeenten wordt (weg)pesten gebruikt als bedenkelijk beleidsinstrument om goed functionerende ambtenaren zo goedkoop mogelijk de deur uit te werken. Ik schrijf erover op mijn weblog.

Zie o.a. de uitspraak van de CRvB van 19 maart 2019: https://wijdoendatzo.wordpress.com/2015/04/20/wa …

JaapvV / adviseur
Het onderzoek over pesten schijnt nogal wat gaten te vertonen, volgens de Volkskrant van vandaag. Los daarvan: Pesters hebben een manifestatieprobleem, anders zouden ze hun tijd wel beter besteden. Het mi. is primair aan de gepeste om hen daarop aan te spreken voordat de leiding aan de beurt is.
Hilde van Heusen - Smulders / Managementondersteuner Communicatie
Pesten heeft veelal te maken met machtsverhoudingen; het behoren tot de inner circle ten opzichte van anderen en je hierdoor gesterkt voelen. In deze is het niet zoveel anders als op het schoolplein. Daar waar het op het schoolplein over het algemeen 1 duidelijke bully is, kan het op de werkvloer anders werken. Op het schoolplein is het veelal 1 tegen 1 en de rest eromheen. Op de werkvloer is het zo dat wanneer je 1 iemand aan"raakt" van de inner circle dat deze hele club partij kiest, los van wie het van de inner circle is. En tja, dan is het heel lastig wanneer je leidinggevenden (so called management) hebt die alleen leiding kunnen geven aan volgers ("behoefte aan aardig gevonden worden|niet optreedvaardig"), de inner circle. Dit gedrag volgt van schoolplein naar werkvloer en wie dat nodig heeft, zoekt elkaar op en dat is erg lastig. Zeker ook wanneer wervingsbeleid beïnvloed wordt door dit soort processen. We zoeken naar "passendheid" binnen het team. Wat ze dan bedoelen; kunnen we het met elkaar vinden als mens en vaak wordt het proces (kwaliteit uitvoering) dan niet meer zo belangrijk. Goede organisaties bouw je niet met kuddebeesten, maar met mensen die weerstand durven geven en complementair zijn aan elkaar. Groepsdynamiek is soms moeilijk "eten"; iedereen vindt iets van elkaar en interpreteert er op los. Een soms goede binnenkomer is; "mag ik van jou leren"; "goh, hoe doe jij dat?"; "ik heb met bewondering naar je gekeken; goed zeg!" of andere kul die je misschien niet zo meent. Vooral dit soort groepen hebben een sterke behoefte om door de groep belangrijk|gezien te zijn (zijn de echte facebooklovers; see me, like me; low self-esteem -> terrible colleaguess|managers -> awfull workplace to be...
Advertentie