G4-aanpak daklozen onvoldoende duurzaam
De situatie van dak- en thuislozen in de vier grootste gemeenten van Nederland verbetert niet duurzaam, omdat er onvoldoende passende ondersteuning is. Ook is er een tekort aan woonruimte en leren, verbeteren en innoveren de gemeenten te weinig. Dat blijkt uit onderzoeken van de G4-rekenkamers
Opvang en ondersteuning van dak- en thuislozen in de vier grootste gemeenten van Nederland leidt vaak niet tot duurzame verbetering. Tekort aan woonruimte zorgt voor lange wachtlijsten en de gemeenten leren, verbeteren en innoveren te weinig. Dat blijkt uit onderzoeken van de G4-rekenkamers.
Systeem staat centraal
Daklozen hebben vaak zeer complexe problematiek, maar gemeenten leveren hen onvoldoende ondersteuning die qua inhoud, intensiteit en duur aansluit bij hun behoeften. Niet de persoon, maar het systeem, met allerlei regels en criteria, staat centraal. Het wachten op passende ondersteuning leidt vaak tot achteruitgang van cliënten en ook na plaatsing of uitstroom is de ondersteuning niet altijd toereikend: zo zijn meer dan de helft van de mensen die in de nacht- of crisisopvang verblijven in verschillende steden al eens eerder dakloos geweest. Gemeenten bieden ook weinig begeleiding, zoals in de uitleg over het wettelijk recht van daklozen op onafhankelijk cliëntondersteuning.
Onvoldoende informatie naar gemeenteraad
Ook is er tekort aan passende en betaalbare woonruimte zowel binnen als buiten de opvangketen, wat weer leidt tot langere wachttijden voor opvangvoorzieningen zelf. Verder constateren de G4-rekenkamers dat gemeenten minder aandacht lijken te schenken aan samenwerking en kennis- en ervaringsdeling dan in de periode 2006-2014 en gemeenteraden onvoldoende betrouwbare informatie krijgen om goed te kunnen sturen op maatschappelijke opvang. Betere informatie en inzichten zijn nodig om ondersteuning en opvang effectief en cliëntgericht in te zetten, zodat de herstelkansen van daklozen groter worden.
Best practices
Naast tijdige passende ondersteuning moet een dak boven het hoofd en meedoen in de maatschappij prioriteit zijn om daklozen perspectief te geven op een duurzame verbetering van hun situatie. Een deel zal blijvende ondersteuning nodig hebben en een deel alleen een vangnet. Dat vereist maatwerk. In hun brief aan staatsecretaris Blokhuis, de Tweede Kamer en de vier gemeenteraden noemen de vier rekenkamers een aantal best practices. In Rotterdam is de uitval bij jongvolwassenen bijvoorbeeld een stuk lager dan bij 23+ daklozen, waarschijnlijk door de outreachend persoonlijke begeleiding die zij krijgen tot het Wmo-arrangement is gestart. In Amsterdam krijgen daklozen met toegang tot de maatschappelijke opvang een instroomfunctionaris toegewezen die contact met hen onderhoudt, adviseert over plaatsing en doelen in kaart brengt. Utrecht zet al vroeg in het herstelproces financiële begeleiding in en Den Haag heeft projecten voor specifieke doelgroepen, zoals gezinnen of mensen met complexe meervoudige OGGZ-problematiek (Housing First), en boekt daar positieve resultaten mee.
Utrecht
De Rekenkamer Utrecht kwam vandaag als laatste van de G4 met een rapport over de opvang en ondersteuning van dak- en thuislozen: knel in de keten. Een advies is de capaciteit en expertise bij de intake te vergroten. Ook omzetting van gescheiden dag- en nachtopvang naar 24-uurs gecombineerde opvang verdient meer prioriteit, omdat dit betere mogelijkheden biedt voor herstel, net als dagactiviteiten en werk. Topprioriteit moeten de gemeente en de woningcorporaties geven aan realisatie van voldoende betaalbare woonruimte. Volgens de rekenkamer zijn regels rond inkomen en schuld hierbij belemmerend. Bij uitstroom moet er goede begeleiding en nazorg zijn om terugval in herhaalde dakloosheid te voorkomen.
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.