Advertentie
sociaal / Nieuws

'Foute' gemeenten krijgen geen Wmo-cent extra

Gemeenten die door de rechter worden teruggefloten omdat ze zonder zorgvuldig onderzoek morrelen aan de huishoudelijke hulp, krijgen geen cent van de staatssecretaris. Dat schrijft staatssecretaris Martin Van Rijn in een brief aan de Kamer, naar aanleiding van berichtgeving van Binnenlands Bestuur.

23 juni 2015

De Wmo 2015 is duidelijk genoeg. Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS, PvdA) is niet van plan om de wet aan te passen. Gemeenten die door de rechter worden teruggefloten omdat ze zonder zorgvuldig onderzoek morrelen aan de huishoudelijke hulp, krijgen geen cent van de staatssecretaris.

Dat schrijft Van Rijn in een brief aan de Kamer. ‘Ik zie geen enkele reden om gemeenten die door de rechter op de vingers worden getikt, omdat zij niet overeenkomstig deze wettelijke uitganspunten handelen, financieel tegemoet te komen.’ De brief is er op verzoek van CDA-Kamerlid Mona Keijzer gekomen, naar aanleiding van het onderzoek van Binnenlands Bestuur naar de stortvloed aan bezwaarschriften tegen versobering of stopzetting van de huishoudelijke hulp. Woensdag debateert de Kamer hierover.


Wet onduidelijk

De gemeente Oosterhout stelt dat ze heeft gehandeld naar de letter en geest van de wet, maar vreest dat de hoogste rechter straks een streep zet door de beleidswijziging (stoppen met huishoudelijke hulp). Als Oosterhout haar beleid moet aanpassen, moet er volgens Wmo-wethouder Marian Janse niet alleen extra geld vanuit het rijk komen, maar moet ook de wettekst worden aangescherpt. ‘Die is blijkbaar te onduidelijk’, vertelde ze eerder aan Binnenlands Bestuur.


Essentie wet

Volgens Van Rijn zit er in de wet geen woord Spaans bij. Op basis van zorgvuldig onderzoek naar de persoonlijke omstandigheden, en is samenspraak met betrokkenen, moet een individuele afweging worden gemaakt voor het al dan niet toekennen van huishoudelijke hulp. Dit grondbeginsel is in de Wmo 2015 ‘stevig verankerd en vormt de essentie van de wet’, benadrukt Van Rijn. Gemeenten moeten daarnaast een redelijke overgangstermijn in acht nemen; dat ligt verankerd in het Europees Verdrag voor de rechten van de Mens (EVRM). Gemeenten moeten bovendien de mogelijkheid tot bezwaar of beroep kenbaar maken aan haar inwoners.


Onnodige procedures

Het verbaast Van Rijn niet dat er bezwaarschriften bij gemeenten binnenkomen, omdat bestaande rechten van cliënten veranderen. Hij legt echter de bal deels terug bij gemeenten. Als er overeenkomstig de wet wordt gehandeld, worden ‘onnodige procedures voor mensen zoveel mogelijk voorkomen’. Hij heeft er regelmatig bij wethouders op aangedrongen dat gemeenten indien nodig door rechterlijke uitspraken, het beleid moeten aanpassen. Gemeenten geven echter aan dat de jurisprudentie over de huishoudelijke hulp te beperkt is en inhoudelijk van elkaar verschilt.   


Raad primair verantwoordelijk

‘De gemeenteraad heeft primair de verantwoordelijkheid om het college te controleren op een zorgvuldige uitvoering van de wet’, schrijft Van Rijn verder. Die moeten in actie komen en colleges corrigeren als de uitvoering te kort schiet en mensen onvoldoende worden geholpen. Volgens de staatssecretaris gebeurt dat ook. ‘De wettelijke waarborgen van horizontale verantwoording van het college aan de gemeenteraad werkt’, concludeert Van Rijn. Hij heeft wel de mogelijkheid in te grijpen, als een gemeente ‘meer dan incidenteel afwijkt van de wettelijke kaders en de gemeenteraad haar verantwoordelijkheid niet neemt’. Dat is nog niet nodig geweest.


Voldoende budget

Volgens van Rijn hebben gemeenten voldoende budget om de Wmo 2015 zorgvuldig uit te voeren. De in het regeerakkoord vastgelegde korting op het budget voor huishoudelijke hulp is van 75 procent teruggeschroefd naar 40 procent. Via de Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) is daar voor dit en volgend jaar aanvullend in totaal 270 miljoen euro bijgekomen.

Lees hier alle artikelen over het onderzoek naar bezwaarschriften tegen versobering of stopzetting van de huishoudelijke hulp.

Reacties: 5

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Niels / Onderzoeker
Van Rijn heeft hier gelijk. Oosterhout heeft de wet heel slecht gelezen, en/of slapende ambtenaren/wethouder, is onzorgvuldig naar burgers en verdient geen cent extra. Beleid maar bijstellen. En dit komt van een collega-ambtenaar.
Margit Bouman / adviseur
Inderdaad heeft Van Rijn in dit geval gelijk. Om de bezuiniging te halen is het niet nodig de huishoudelijke hulp 1 geheel af te schaffen. De praktijk wijst dat uit bij gemeentes die de huishoudelijke hulp anders hebben georganiseerd in combinatie met een zorgvuldige procedure. Gemeentes die nu terug worden gefloten door de rechter zijn uiteindelijk duurder uit. Daarvoor is de staatssecretaris niet verantwoordelijk.
H. Wiersma / sr. beleidsadviseur (gepens.)
Kennelijk lezen ze wetgeving in Oosterhout met een gekleurde bril.
J de Vries / mederwerker
En zo gaat de PVDA om met de zwakste in Nederland.en vergeet vooral de VVD niet in deze vrijheid met een mongool erbij het eten volgens de grote VVDer Anemarie Jorritsma
de Goot
Deze staatssecretaris en zijn departement grossiert in fouten. Maar 1 misstap van de gemeenten, vooral een gevolg van onduidelijke wet- en regelgeving, dan is meneer onverbiddellijk. Geen euro erbij. De betreffende gemeenten en haar inwoners kunnen de financiele gevolgen zelf ophoesten, met mogelijk een failliet huishoudboekje.



Ja, zo schuift de PvdA tegenwoordig. Want bv. partijgenote Klijnsma handelt exact zo bij de participatiewet.
Advertentie