Enschede bespaart op jeugdhulp

De inzet van praktijkondersteuners bij huisartsen levert Enschede besparingen op de jeugdhulp op. Een pilot bij negen huisartsenpartijken wijst dat uit. Dit is voor het college Enschede reden om de ondersteuning jeugd in de huisartsenpraktijk tot en met 2021 voort te zetten en uit te breiden naar 80 procent van de Enschedese huisartsenpraktijken.

Ruim 75 procent van de jongeren die in 2016 en 2017 door huisartsen zijn verwezen naar de praktijkondersteuner jeugd was daarmee voldoende geholpen en had geen tweedelijns jeugdhulp nodig. Een kwart van de jongeren die bij de praktijkondersteuner terecht kwam, werd alsnog naar de tweede lijn doorverwezen. Dat blijkt uit onderzoek naar de inzet van praktijkondersteuners in twee wijken in Enschede. Zowel jongeren als betrokken professionals geven aan tevreden te zijn over de preventieve ondersteuning, zo blijkt verder uit het onderzoek. ‘Een extrapolatie van de uitkomsten van het project naar circa 80 procent van de Enschedese huisartsenpraktijken levert naar verwachting een jaarlijkse netto besparing op van circa 200.000 euro als gevolg van minder inzet van tweedelijns jeugdhulp’, schrijft het Enschedese college in een brief aan de raad.

Enschede kampt met forse tekorten op de jeugdhulp. Het college wil op de jeugdhulp bezuinigen door het aantal externe verwijzingen van medisch verwijzers, zoals huisartsen en medisch specialisten, en gecertificeerde instellingen terug te dringen. Dit moet in 2018 een bezuiniging opleveren van een half miljoen, oplopend tot zes ton in 2021.