Eindhoven verrast door uitspraak rechter

De gemeente Eindhoven had niet zien aankomen dat ze zou worden teruggefloten over het gevoerde huishoudelijke hulpbeleid. ‘Wij gingen ervan uit dat onze aanpak een rechtmatige was.’ De rechter stelde dinsdag in 4 van de 160 rechtszaken die tegen de gemeente waren aangespannen de bezwaarmakers in het gelijk.

Standpunt

De vier zaken werden als voorbeeldzaak behandeld. Afhankelijk van de reactie van de gemeente worden ook de overige zaken door de rechter ter hand genomen. Een inhoudelijke reactie van Eindhoven laat nog even op zich wachten. ‘Wij hebben tijd nodig om deze uitspraken te analyseren en een standpunt te bepalen over de consequenties voor deze 4 zaken, alle overige zaken en ons beleid’, schrijft het college aan de raad.

Openbreken

Eindhoven zegt verrast te zijn door de uitspraken. ‘Wij gingen ervan uit dat onze aanpak een rechtmatige was, mede ook doordat er meerdere gemeenten en zelfs het ministerie onze opvattingen deelden.’ De bestuursrechter van de rechtbank Oost-Brabant denkt er anders over. De gemeente had ten eerste lopende toekenningen niet mogen openbreken omdat het beleid is gewijzigd. Ook mag er niet vanuit worden gaan dat bepaalde huishoudelijke taken door vrijwilligers worden uitgevoerd in plaats van door professionals. Tevens hanteerde de gemeente de KPMG-normen onjuist.

Het college zal de raad op 24 september nader informeren. Het gaat in de tussentijd uitvoering geven aan de 4 uitspraken. Dat betekent dat 3 Eindhovenaren de hoeveelheid hulp terugkrijgen die zij voor het openbreken van de toekenning kregen. Bij 1 Eindhovenaar  moet het dossier opnieuw worden bekeken.