‘Doldrieste ingrepen’ in Wmo onacceptabel

Het is onacceptabel als gemeenten huishoudelijke ondersteuning uit de Wmo schrappen. Tekorten bij gemeenten los je niet op door belangrijke onderdelen van de zorg af te schaffen.

Opheldering

Dat stelt Tweede Kamerlid Maarten Hijink (SP) in reactie op de wens van Oldenzaal om de huishoudelijke ondersteuning uit de Wmo te halen en onder te brengen bij de bijzondere bijstand. Hiertoe is vorige week in Oldenzaal een motie aangenomen. Oldenzaal hoopt op steun van alle gemeenten, om zo hiervoor een stevige lobby naar Den Haag te kunnen voeren. Een onzalig plan, vindt Hijink, die minister Hugo de Jonge (VWS) in Kamervragen om opheldering heeft gevraagd.

Duurdere zorg

Hijink wil onder meer weten of er meer gemeenten overwegen de huishoudelijke zorg uit de Wmo te halen. Ook wil hij weten welke middelen de minister tot zijn beschikking heeft om Oldenzaal ‘van dit slechte plan af te houden’. Huishoudelijke verzorging is de basis is van de zorg, vindt Hijink. ‘Het wegvallen van deze zorg kan leiden tot verarming, vereenzaming, extra belasting voor mantelzorgers, een hoger risico op vallen en daardoor juist mogelijk tot duurdere zorg.’

Dramatische besluiten

Hij ziet dat gemeenten worstelen met tekorten op het sociaal domein, onder meer door de invoering van het Wmo-abonnementstarief. De SP vindt het echter onwenselijk als gemeenten daardoor willen overgaan tot ‘dergelijke dramatische besluiten’. Hijink wil van de minister weten of het kabinet gemeenten financieel tegemoet wil komen ‘zodat doldrieste ingrepen zoals het schrappen van de huishoudelijke zorg voorkomen kunnen worden.’

Aanzuigende werking

Veel gemeenten geven aan dat het aantal aanvragen voor een Wmo-voorziening sinds de invoering van de inkomensonafhankelijke eigen bijdrage van 19 euro per maand (het Wmo-abonnementstarief) fors is gestegen. In Oldenzaal is sprake van een stijging van 10 procent, met name aanvragen voor huishoudelijke verzorging. Binnenkort komt VWS met een nieuw onderzoek naar de gevolgen van de invoering van het Wmo-abonnementstarief, waarbij gekeken wordt naar gebruik van Wmo-voorzieningen en kosten voor gemeenten. Op basis daarvan gaan rijk en VNG met elkaar in overleg, waarbij de vraag aan de orde komt of gemeenten door het rijk voldoende worden gecompenseerd door het wegvallen van de opbrengsten van eigen bijdragen en de toename in gebruik (‘aanzuigende werking’).