Breda investeert in omscholing horeca naar de zorg

Horecapersoneel dat noodgedwongen thuiszit en de zorg die zit te springen om personeel. Hoe mooi kun je het hebben, dacht de gemeente Breda. Samen met Koninklijke Horeca Nederland en zorgorganisatie Surplus worden thuiszittende horecamedewerkers in snel tempo klaargestoomd voor de zorg. En dit is, wat Breda betreft, pas het begin.

Zorgschool

Al jaren maakt wethouder Miriam Haagh (gezondheid, PvdA) zich zorgen over het personeelstekort in de zorg. ‘We zijn al geruime tijd bezig om werken en leren beter op elkaar te laten aansluiten, zodat ook nieuwe doelgroepen voor de zorg kunnen ‘aangeboord’.’ Zoals bijstandsgerechtigden die zonder startkwalificatie door de gemeente eerst ‘leer- en werkrijp’ worden gemaakt, zoals Haagh het noemt. En via, door de gemeente betaalde leer-werktrajecten, vervolgens in de zorg kunnen instromen. Maar ook andere groepen worden gestimuleerd om aan leer-werktrajecten in de zorg deel te nemen. Een van de nieuwe, nog in ontwikkeling zijnde instrumenten die daartoe wordt ingezet, is de ‘zorgschool’. Dat is geen fysieke school, maar een aanpak om nieuwe medewerkers zonder zorgachtergrond via een leer-werktraject als zorgmedewerker aan de slag te helpen en hen voor de zorg te enthousiasmeren.

Flitsopleiding

Die zorgschool is de afgelopen weken in een versnelling terecht gekomen. De afdeling Breda van Koninklijke Horeca Nederland en zorgorganisatie Surplus sloegen de handen ineen om thuiszittend horecapersoneel bij Surplus aan de slag te kunnen laten gaan. Breda haakte bij het initiatief aan en betaalt de rekening van de ‘flitsopleiding’ tot zorg-ondersteuner. ‘Het horecapersoneel is gewend de handen uit de mouwen te steken en om met mensen om te gaan. Het wil niet op hun handen thuiszitten en Surplus komt mensen te kort’, aldus een enthousiaste Haagh.

Geld

Momenteel zitten in Breda 300 horecamedewerkers thuis. Surplus heeft zo’n 60 extra tijdelijke medewerkers nodig. ‘Inmiddels hebben ook andere zorginstellingen in en rond Breda interesse getoond’, weet Jeroen Haamers, projectleider van de zorgschool. Wethouder Haagh heeft daarvoor de afgelopen tijd heel wat zorgbestuurders gesproken. ‘Wij hebben als gemeente vooral de contacten gelegd en stellen geld voor de opleiding beschikbaar’, aldus Haamers. De opleiding wordt verzorgd door een particuliere opleider. De horeca en Surplus regelen de detacheringscontracten.

Sneltreinvaart

Het is allemaal in sneltreinvaart gegaan. ‘Twee weken geleden is het eerste initiatief geboren en woensdag zijn de eerste 25 horecamedewerkers met de opleiding gestart’, vertelt Haamers. Na volgende week kan de eerste lichting al concreet aan de slag. Zoals gezegd hebben naast Surplus ook ziekenhuizen, de gehandicaptensector en een revalidatiecentrum interesse getoond om het tekort aan personeel via zo’n kort opleidingstraject op te lossen. De een heeft handjes aan het bed nodig, de ander hulp in de huiskamer van bewonersgroepen, weer een ander heeft mensen voor de facilitaire dienst nodig.  

Vlammetje aanwakkeren

‘We willen dit beetpakken en hopen horecapersoneel ook voor de lange termijn te interesseren voor de zorg’, aldus Haagh. ‘Als we het vlammetje kunnen aanwakkeren voor werken in de zorg kan dit een deel van het arbeidsmarktprobleem in de zorg oplossen.’ De wethouder ziet ook combinatie van werken in de horeca en de zorg voor ogen. ‘Medewerkers kunnen dan in de zomer in de horeca werken en in komkommertijd in de horeca in de zorg’, verduidelijkt Haamers. De komende tijd wordt, samen met zorgopleiders, verder uitgedacht of een combinatie-opleiding tot brede-servicemedewerker mogelijk is en op welke manier dat gestalte zou kunnen krijgen.

Meer doelgroepen

De ‘flitsopleiding’ zoals die nu speciaal voor het horecapersoneel wordt verzorgd, wil Breda ook naar andere doelgroepen verbreden, aldus Haagh. Zoals bijstandsgerechtigden, statushouders en partners van expats. ‘Je weet immers niet hoe lang het horecapersoneel beschikbaar blijft.’ Toch vindt Breda het de moeite waard om in de opleidingen voor horecapersoneel te investeren. ‘We willen hen kennis laten maken met de zorg en denken aan de eerder geschetste combinatie van horeca en zorg. Bovendien kan het een vliegwiel zijn, ook voor andere sectoren en doelgroepen.’

Vervolgopleiding

De wethouder hoopt dat de snelle instroom van bijvoorbeeld horecapersoneel tot zorg-ondersteuner tot zoveel enthousiasme leidt, dat de horecamedewerkers voor een vervolgopleiding in de zorg gaan kiezen. Datzelfde hoopt ze ook dat dit gaat gebeuren als straks andere doelgroepen die ‘flitsopleiding’ volgen. ‘De zorg heeft veel personeel nodig. We kunnen ze nu ontlasten bij de enorme drukte vanwege corona. Daarnaast zijn er in de zorg altijd ‘code rood’ tijden, als men de roosters niet rond kan krijgen.’