Advertentie
sociaal / Nieuws

Bezuiniging alleen haalbaar mét persoonlijke verzorging

De budgetkorting van 40 procent op de huishoudelijke verzorging is alleen op te brengen als persoonlijke verzorging naar gemeenten wordt overgeheveld. Dat blijkt uit recent onderzoek van het WMO kantoor.

24 september 2013

Alleen als persoonlijke verzorging naar gemeenten wordt overgeheveld, is de bezuiniging van 40 procent op de huishoudelijke verzorging op te brengen. Maar als gemeenten in 2015 worden verplicht om alle geïndiceerde zorg voor persoonlijke verzorging en begeleiding één-op-één over te nemen, inclusief de zorgverlener, zijn de kortingen op het over te hevelen budget echter amper op te brengen.

Decentralisatiemonitor

Dat stelt het WMO kantoor op basis van onderzoek onder 108 gemeenten. Het onderzoek is volgens het WMO kantoor representatief voor alle gemeenten. Er zit grote overlap tussen cliënten die nu huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging en begeleiding krijgen, zo blijkt uit de recent verschenen decentralisatiemonitor van het WMO Kantoor. Ruim 71 procent van de mensen die een indicatie voor persoonlijke verzorging hebben, is bij gemeenten al bekend via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Via bijvoorbeeld huishoudelijke hulp, een woningaanpassing of omdat ze een scootmobiel hebben aangevraagd. De overlap van mensen die persoonlijke verzorging en verpleging hebben, bedraagt slechts 7 procent.

 

Grotere overlap

Uit eerder onderzoek, uitgevoerd door Bureau HMM in opdracht van de G32, bleek eveneens een veel grotere overlap tussen cliënten met een Wmo-voorziening en een indicatie voor persoonlijke verzorging te zitten, dan in de combinatie persoonlijke verzorging en verpleging. Dit is voor zowel de G32 als gemeentekoepel VNG een van de argumenten om staatssecretaris Van Rijn (VWS) ervan te overtuigen om persoonlijke verzorging naar gemeenten en niet aan zorgverzekeraars over te dragen. Door de grote overlap kan zorg en ondersteuning door gemeenten efficiënter en goedkoper worden ingekocht en geleverd, zo stellen zowel gemeenten als het WMO kantoor. In de decentralisatiemonitor van het WMO kantoor zijn recente gegevens gebruikt van het aantal uitgegeven en verzilverde indicaties voor begeleiding en persoonlijke verzorging.

 

Verdubbeling

Uit analyse van die gegevens van het CAK (Centraal Administratie Kantoor) en het informatiecentrum van de verzekeraars voor de zorg Vektis blijkt verder dat gemeenten in 2015 een verdubbeling van het aantal Wmo-cliënten te wachten staat als zowel de persoonlijke verzorging als begeleiding in 2015 via de Wmo naar gemeenten wordt overgeheveld. Gemeenten moeten rekening houden met 55 procent ‘nieuwe-Wmo’ers’ met een indicatie voor persoonlijke verzorging en 45 procent nieuwe Wmo-cliënten met een indicatie begeleiding. Het gaat om een verdubbeling van het aantal indicaties, benadrukt Hans Hendriks van het WMO kantoor. Niet zozeer om verdubbeling van het aantal cliënten; juist omdat die overlap er zit. Het is overigens nog niet zeker of persoonlijke verzorging naar gemeenten gaat. Naar verwachting hakt Van Rijn hierover deze maand de knoop door.

 

Verplichting

Bottleneck bij de overdracht van nieuwe taken is dat gemeenten mogelijk worden verplicht in ieder geval in 2015 de geïndiceerde zorg volledig over te nemen, inclusief de zorgverlener die in 2014 de zorg voor zijn rekening neemt. De VNG probeert er alles aan te doen om onder deze verplichting uit te komen, maar stuit tot nu toe op onwelwillendheid van de kant van VWS. ‘De volledige zorg en de volledige kosten lopen in 2015 door. Gemeenten zouden daarvoor financieel gecompenseerd moeten worden, maar de taken worden met 25 procent budgetkorting overgedragen’, aldus Hendriks.

 

Gillend gek

Gemeenten kunnen dan zowel financieel als bedrijfsmatig behoorlijk in de problemen komen. In de huidige Wmo doen gemeenten gemiddeld zaken met 5 tot 15 leveranciers. Vanaf 2015 stijgt dit naar een gemiddelde 20 leveranciers bij kleine gemeenten tot ruim over de 100 bij grotere gemeenten. ‘Daar worden gemeenten gillend gek van ja’, beaamt Hendriks.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Willie Velinga / verpleegkundige in de wijk
Getallen, getallen...percentages,percentages...

Nu de praktijk:

persoonlijke verzorging wordt gegeven vanuit een V&V-thuiszorgteam. Verzorgenden en verpleegkundigen werken nauw samen. Vanwege de invoer van zelfsturende teams wordt daarbij op eigen teambudget gelet: verzorgende geeft PV en verpleegkundige VP... maar verzorgende heeft wel altijd een kort lijntje om verpleegkundige te raadplegen. Huisarts bezoek en meerdere zorgvraag wordt daarmee voorkomen,.

Veel persoonlijke zorgvraag heeft een medische achtergrond ivm langdurige, chronische ziekte. Ook al is er geen médische handeling... regelmatig verpleegkundige controlemomenten hebben wel degelijk hun nut. En wanneer de zorgvrager uitbreiding van zorg nodig heeft (een wondje, verslechtering ziektebeeld enz) dan is de ingeschakelde verpleegkudige geen onbekende, een collega vd verzorgende uit het zelfde V&Vteam.

Er zijn cliënten die wel 3, 4 keer per maand switchen tussen pers. verzorging en inzet van verpleging.

En dat heeft, denk ik, de decentralisatiemonitor van WMOkantoor niet in beeld gebracht!



Natuurlijk roept iedereen dat de V&Vteams nodig zullen blijven... maar wat betekent dat voor de organisatie:met verschillende financieringsstromen; WMO en ZVW ?

Advertentie