‘Basistarief thuiszorg geen oplossing’

De Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) raadt de Eerste Kamer, in een deze week verstuurd advies, aan een wetsvoorstel hierover te verwerpen. Ook een wetsvoorstel om de bestedingsvrijheid voor gemeenten te beperken, stuit bij de Rfv op bezwaar. De wetsvoorstellen zijn ingediend door de SP. Die partij wil een einde maken aan de prijzenslag in de thuiszorg, en voorkomen dat gemeenten het geld voor thuiszorg aan andere zaken besteden.

Sinds de thuiszorg in 2007 een verantwoordelijkheid werd van gemeenten, lijden veel thuiszorginstellingen verlies. Om opdrachten binnen te halen werd onder de kostprijs aanbesteed en goedkopere schoonmaakbedrijven kwamen op de markt.

Dat leidde tot verslechterde omstandigheden voor het zorgpersoneel, terwijl tegelijk gemeenten geld overhielden dat ze vrij konden besteden. Door een minimumtarief af te spreken en geld voor de thuiszorg in een specifieke, kostendekkende uitkering onder te brengen, moet daaraan een einde komen.

Prijs/kwaliteit

Maar de wetsvoorstellen lossen de problemen op de thuiszorgmarkt niet op, houdt de Rfv de senatoren voor. Het voorschrijven van basistarieven beperkt volgens de adviseurs de mogelijkheden van gemeenten te sturen op een goede prijs/kwaliteitverhouding. En of gemeenten wel of niet geld overhouden is volgens de Rfv niet relevant.

De maatstaf om te bepalen of gemeenten genoeg geld hebben voor de thuiszorg zou moeten zijn of mensen die hulp nodig hebben, die hulp ook krijgen. Het geld onderbrengen in een specifieke uitkering brengt veel bureaucratie met zich mee (gemeenten moeten aan het Rijk verantwoorden hoe ze het geld hebben besteed), terwijl het betere zorg niet dichterbij brengt.

En ten slotte vindt de adviesraad ook nog dat een apart budget voor thuiszorg tegen de hele intentie van de Wet maatschappelijke ondersteuning indruist (de bedoeling van de Wmo is onder meer dat gemeenten thuiszorg en andere ondersteuningsmiddelen met elkaar verbindt). Het negatieve advies sluit aan bij afwijzende adviezen van de Raad van State.

De Tweede Kamer nam de SP-wetsvoorstellen afgelopen voorjaar aan met steun van de PvdA, PVV, GroenLinks, D66, PvdD en Rita Verdonk. De huidige regeringspartijen CDA en VVD waren tegen, en zijn dat nu ook in de Eerste Kamer. Maar daar hebben de partijen, door afwezigheid van de PVV, geen meerderheid.