Een caravan en een auto koop je ook apart

Het sociaal domein zoals we dat nu kennen, is nog jong. Pas in 2015 is door decentralisatie van de Jeugdwet en een deel van de AWBZ de verantwoordelijkheid voor het sociaal domein bij de gemeenten komen te liggen. Met als gemeentelijke hoofddomeinen participatie, jeugd en Wmo.
Drie thematische domeinen die elk een eigen front- en backoffice nodig hebben. Met eigen specialistische processen, die elk om eigen ondersteuning vragen. Dit onderscheid is te zien bij gemeenten, maar ook bij softwareaanbieders. Zo zijn er partijen in de automatisering actief die zich in de ontwikkeling van ‘burgerportalen’ hebben gespecialiseerd, bijvoorbeeld in de ondersteuning van gemeenten bij keukentafelgesprekken en ‘het gesprek met de burger’.
Andere bedrijven bieden modules voor aandachtsgebieden, zoals schuldhulpverlening, de verwijsindex risicojongeren en CORV. En tot slot zijn er automatiseringsbedrijven die zich specifiek richten op de backoffice, op een soepele (geautomatiseerde) administratie aan de achterkant. Dit laatste doet Stipter.
Vendor lock-in: met de rug tegen de muur
Er bestaat onterechte huiver bij veel gemeenten om met gespecialiseerde aanbieders in zee te gaan. Zij hebben de neiging te blijven zoeken naar de ‘heilige graal’, een totaaloplossing voor al hun ict-behoeftes. Maar nog relatief recent in 2014 hebben veel gemeenten ervaren wat het kan betekenen als alle eieren in één mandje worden gelegd en één specifieke leverancier wordt gecontracteerd voor de afhandeling van het gehele sociale domein.
Eén van de grootste leveranciers in het sociaal domein besloot in de zomer van 2014 om de prijzen van zijn software met gemiddeld tientallen procenten te verhogen. Gemeenten stonden met hun rug tegen de muur. Doordat alle onderdelen van het sociaal domein bij één leverancier waren belegd, was het onmogelijk om binnen een half jaar te migreren.
‘Common ground’ bouwt flexibiliteit in
Dit heeft geleid tot een tegenbeweging: de common ground, waarbij gemeenten als uitgangspunt nemen dat zij meer flexibiliteit in het applicatielandschap willen. De combinatie van functionele decompositie en gestandaardiseerde API’s voor gegevensuitwisseling zorgt ervoor dat per onderdeel de beste leverancier kan worden gekozen, waarbij je zorgt dat tussen verschillende onderdelen informatie goed wordt uitgewisseld.
Geoperationaliseerd betekent dit dat gemeenten samen met leveranciers zorgen voor goede ‘koppelpunten’ tussen de verschillende domeinen, front- en backoffices. Vergelijk het met het kopen van een caravan en een auto: dat doe je ook niet bij dezelfde leverancier. Dan krijg je nooit het beste resultaat. Ook auto’s en caravans hebben koppelstukken, dat noemen we trekhaken. Die zijn betrouwbaar, mits je bij aankoop goed rekening houdt met specifieke gegevens, zoals gewicht en trekkracht.
Geen ‘vendor lock-in’
Informatie-uitwisseling in de automatisering werkt niet anders. Belangrijk is om te zorgen dat je flexibiliteit inbouwt. Zodat je altijd van ict-leverancier kan wisselen en niet vastzit aan eenmaal gekozen oplossingen. En geen last hebt van ‘vendor lock-in’ en niet te beïnvloeden beheerkosten.
Daarbij zijn de koppelpunten tussen de verschillende ict-systemen tegenwoordig het probleem niet meer. Er bestaan inmiddels goed ontwikkelde koppelvlakken voor informatie-uitwisseling tussen bijvoorbeeld front-office en back-office. De volgende stap is dat we deze ‘trekhaken’ in gebruik gaan nemen. Zodat niet een halfslachtige ‘totaaloplossing’, maar een flexibele en een leveranciersonafhankelijke applicatieomgeving de nieuwe norm in het sociaal domein wordt.
Wat betekent dit voor inkoop?
Cruciaal om dit te kunnen realiseren, is dat gemeenten bij de inkoop van nieuwe softwareoplossingen hier voldoende rekening mee houden. De ‘alles-in-één’-uitvraag lijkt misschien aantrekkelijk, maar kan leiden tot de beruchte vendor lock-in en weinig tot geen invloed op de kosten. Kies daarom al bij de inkoop voor functionele specialisatie en neem samen met aanbieders de ontwikkelde ‘trekhaken’ in gebruik. Zo ga je op weg naar een meer flexibel, goedkoper applicatielandschap.
Reageer op dit artikel
Bij Stipter erkennen we dat de traditionele scheiding tussen de gemeentelijke front- en backoffice eindig is. En dat is goed. Processen worden korter, waardoor de burger, of de professional samen met de burger, direct een verzoek voor een voorziening bij een zorgverlener in kan schieten. Wat wij echter ook erkennen is dat er altijd een vorm van administratieve last zal blijven bestaan. Administratieve last waarmee we de mensen die zorg leveren én de burger zo min mogelijk (en het liefst helemaal niet) willen lastigvallen.
Deze administratieve last (inclusief daaruit voortvloeiende vragen) zal op een manier, in of met behulp van een systeem, gemanaged moeten worden. Dit systeem is in de terminologie van dit artikel de caravan.
Waar wij gespecialiseerd zijn in het ondersteunen van de administratieve ondersteuning kiezen wij er bewust voor om geen systeem voor de burger te maken (in dit artikel auto's). Dit kunnen andere partijen (onze concollega's) veel beter. Zo kunnen we ons beiden concentreren op waar we het beste in zijn en komen we tot het beste resultaat. Wij zijn van mening dat common ground een mooie aanzet is om de samenwerking tussen aanbieders én gemeenten zo te optimaliseren dat we samen tot het beste resultaat komen.
'Een caravan en een auto koop je ook apart' is de titel. In die metafoor past de vraag waarom je een auto en een caravan aanschaft. Het antwoord op die vraag is ook voor veel gemeenten de reden om toch meer integraal te werken c.q. af te stemmen tussen de verschillende domeinen. Je wilt een doel of effect bereiken en daarvoor zijn in een toenemend aantal gezinnen meerdere disciplines nodig.
Als de auto geen trekhaak heeft, kan je er geen caravan aan koppelen. En ook met een te lichte motor onder de kap, kom je niet op de plaats van bestemming.
Daarom doe ik de oproep om, waar nodig en mogelijk in het kader van de AVG, meer onderling af te stemmen. Ook met de leverancier(s) van je ICT oplossingen. Zodra zij als volwaardig partner meewerken aan de doorontwikkeling van het Sociaal Domein en niet gezien worden als (te dure) contractpartij, is het mogelijk om de gewenste effecten beter te behalen. En dat is hoognodig! Verschillende onderzoeken scheten het beeld dat de transformatie van het Sociaal Domein nog niet afgerond is. Een samenhangende ondersteuning van ICT kan daar helpend in zijn.
Gaan we toch nog samen (virtueel) op reis.