Advertentie
sociaal / Achtergrond

Ineens is het over

Wethouder ben je niet even tussen ontbijt en diner. Je bent dag en nacht in touw. Wat als een slechte verkiezingsuitslag, of verloren coalitie-onderhandelingen opeens een einde aan de droom maakt? Het overkwam honderden wethouders.

14 mei 2010

De strijd om een wethouderszetel tijdens de collegevorming kan keihard zijn en een groot gevoel van onrechtvaardigheid veroorzaken. De Vlaardingse CDA-wethouder Peter van der Zwan zal 15 april 2010 niet licht vergeten. Ruim zes weken na de raadsverkiezingen in de eindfase van de coalitiebesprekingen wordt Van der Zwan duidelijk dat zijn CDA hem geen nieuwe periode als wethouder in Vlaardingen gunt.

 

Van der Zwan die 2,5 jaar geleden de partij uit de brand hielp door tussentijds wethouder te worden – na een conflict rondom CDA-wethouder Cees Oosterom – moet plaatsmaken voor nota bene zijn weggestuurde voorganger. Oosterom, die in 2007 moest vertrekken vanwege een integriteitskwestie (de zoon van de wethouder en de zoon van de gemeentesecretaris kregen een woning toegewezen), blijkt de gedroomde wethouderskandidaat voor de plaatselijke CDA-top.

 

‘Ik had het gevoel dat ik een serieuze kandidaat was en dan stopt het ineens. Er was van tevoren geen afspraak gemaakt wie de CDA-kandidaat zou zijn en dat geeft natuurlijk onzekerheid. Maar men wist dat het mijn voorkeur was om door te gaan. En dan komt men juist met deze kandidaat.’

 

Van der Zwan begrijpt er niets van en hij krijgt geen uitleg. Hij verzoekt het Vlaardingse CDA-bestuur om het provinciale afdelingsbestuur als intermediair in de kwestie te betrekken, maar bestuur en fractie zijn eensgezind in hun keuze voor de omstreden Oosterom. ‘Stoppen als wethouder hoeft geen probleem te zijn als je vrede hebt met de keuze, maar persoonlijk is dit voor mij erg lastig. Van gewone CDA-leden in Vlaardingen heb ik veel steun gehad. Leuk was ook de poll die een lokaal blad hield over de vraag of ik moest doorgaan als wethouder. Maar liefst 86 procent van de mensen vond het niet terecht dat ik opzij geschoven ben. Dat geeft dan weer een heel goed gevoel.’

 

Bij de vorming van 394 nieuwe colleges met zo’n veertienhonderd wethoudersposten heeft ongeveer vijftien procent van de wethouders zijn post moeten overdragen aan een partijgenoot, soms volgens afspraak, soms zoals in Vlaardingen omdat de fractie uiteindelijk toch voor een ander kiest. Veel vaker wordt de begeerde positie aan de collegetafel verloren aan een andere partij – als gevolg van de raadsverkiezingen en gewijzigde machtsverhoudingen in combinatie met het formeren van een nieuwe coalitie.

 

Uit onderzoek van Binnenlands Bestuur naar de huidige collegevorming blijkt dat het verlies van de wethouderszetel aan een andere partij voor ongeveer een derde van de wethouders het einde van hun wethouderschap betekent. In Heerenveen vond het lokale CDA dat het na twintig jaar wethouderschap van Meine Scheweer tijd werd voor een ander gezicht. De partij ging zonder uitgesproken wethouderskandidaat de verkiezingen in, Scheweer werd alleen gevraagd om beschikbaar te zijn. De keuze van de CDA-wethouderskandidaat zou worden overgelaten aan de nieuwe, verjongde CDA-fractie.

 

‘Ik snap best dat men om zich heen is gaan kijken. Ik heb voor de raadsverkiezingen ook aangegeven dat het misschien beter was om er mee te stoppen maar er werd rondom mij zoveel druk uitgeoefend dat ik mij toch beschikbaar heb gehouden. Er werd mij van buiten het CDA gevraagd om te blijven en vanuit de raad was men heel tevreden over mijn presteren. Ik ben natuurlijk een beetje een wandelend archief ook voor partijen, andere overheden en andere gemeenten binnen Fryslân. Met zoveel ervaring neem je een en ander mee. Wie ben ik dan om nee te zeggen als er druk op je wordt uitgeoefend? Ik heb mij altijd met hart en ziel voor deze mooie gemeente gegeven, maar ik constateer wel dat we nu als CDA buiten de boot zijn gevallen.’

 

Verhullen

 

Niet altijd wordt er zo openhartig over het stoppen als wethouder gesproken. Een wethouder uit een middelgrote gemeente die tijdens de onderhandelingen van het ene op het andere moment aan de kant werd gezet, maakte bekend om persoonlijke redenen te stoppen en verhulde daarmee de werkelijke reden van vertrek. Alleen op basis van anonimiteit wil deze wethouder toelichten wat er is gebeurd.

 

‘Ik was de kandidaat-wethouder. Ik zou doorgaan. Dat was intern zo afgesproken en onze lijsttrekker zou fractievoorzitter blijven. Die werd tijdens de onderhandelingen toch de wethouderskandidaat. De reden waarom hij wel en ik niet, heb ik niet gehoord, behalve dat men gehoord heeft dat ik dit of dat niet goed gedaan zou hebben. Maar van horen zeggen ga je liegen. Ik heb de ware reden niet kunnen achterhalen. Ik heb daarom de eer aan mijzelf gehouden en bekendgemaakt dat ik stopte. Ik voel mij erg in de steek gelaten, dat mag je wel zeggen.’

 

Marc Witteman, PvdA-wethouder in Leiden, zag de bui hangen toen de verkiezingsuitslag zich aftekende. De PvdA verloor vier van de tien zetels en raakte de positie van grootste partij in Leiden kwijt aan D66. Na de interne PvdA-sollicitatieronde voor de raadsverkiezingen was afgesproken dat Witteman, na collega-wethouder en lijsttrekker Gerda van den Berg, de tweede PvdA- kandidaat-wethouder zou zijn. In de formatie werd al snel duidelijk dat D66 koerste op een coalitie zonder de PvdA.

 

De sociaaldemocraten verdwijnen na 36 jaar uit het Leidse stadsbestuur. ‘Voor Gerda is het moeten stoppen als wethouder meer een verrassing dan voor mij- Dat we geen twee wethouders zouden houden, was op een gegeven moment tijdens de coalitieonderhandelingen wel duidelijk.’

 

Witteman nam 28 april definitief afscheid, na vier jaar en tien dagen - ‘Ik heb het voor mijn afscheidstoespraak nageteld’ - als wethouder van Leiden. ‘Ik ben zeven jaar wethouder in Hillegom geweest, een jaar burgemeester in Warmond dat door herindeling werd opgeheven en dan heb je het moeten stoppen al een keer meegemaakt. Toch blijft het vervelend. In een stad als Leiden maak je zestig tot tachtig uur per week. Als je moet stoppen gaat je dagindeling in een keer op zijn kop.’

 

Missen

 

Ook als het vertrek gepland is, valt het niet altijd mee. De 71-jarige Jacq. Janssen was 23 jaar wethouder voor de lokale partij Algemeen Belang, eerst in Susteren en later in de fusiegemeente Echt-Susteren. Zijn vertrek had hij vier jaar geleden al aangekondigd. Hij stond deze keer dan ook niet op de lijst van zijn partij die twee van de vijf zetels verloor.

 

‘Het is erg moeilijk om te stoppen. Je hebt een bepaalde patroon van leven. Je hebt elke dag een doel, er zijn altijd zaken die afgehandeld moeten worden. Ik moet zeggen het kost mij heel veel moeite om te accepteren dat het voorbij is. Ik ga het echt missen en ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik na mijn wethouderschap niet meer op het gemeentehuis kom.’

 

Jacques van Es leidde vier jaar geleden de PvdA in Hoorn naar een overweldigende verkiezingszege en besloot toen dat het in 2010 na zestien jaar wethouderschap mooi was. Zijn partij leed op 3 maart een enorme nederlaag – de partij werd gehalveerd - en is voor het eerst sinds 1945 uit het college van Hoorn verdwenen.

 

Van Es nam op 19 maart afscheid. ‘Ik had natuurlijk liever afscheid genomen met een goede uitslag, maar zo werkt democratie. Voor mijzelf heeft dat mijn afscheid niet moeilijker gemaakt. Het is vooral teleurstellend voor de partij en degene die ambities hadden om in het college te gaan. Mijn beslissing stond vast. Als je zolang meeloopt, loop je zeker met mijn bestuursstijl – ik zoek altijd de grenzen op – het risico dat de weerstand steeds groter wordt. Daarom was voor mij duidelijk dat ik het niet meer zou doen.’

 

Zwarte gat

 

Van het zwarte gat heeft de 56-jarige Van Es geen last. ‘Ik heb ook goed afscheid genomen en ik heb een ontzettend goed gevoel over mijn wethouderschap. Ik heb heel veel aardige dingen mogen ervaren en ik wist dat dit een keer zou gebeuren. Ik heb ook niet het gevoel dat ik mij overal mee moet bemoeien, nu ik niet meer als wethouder maar als betrokken burger door de stad loop. Ik red mij wel.’

 

De Vlaardingse wethouder Peter van der Zwan is nog niet zo ver. ‘Het is nog te vers om wat over de toekomst te zeggen.’ Zijn Heerenveense partijgenoot Scheweer: ‘Ik ben net twee dagen thuis. Je weet dat je demissionair bent maar ik heb tot mijn afscheid half april doorgewerkt en ben gewoon meer dan veertig uur per week in touw geweest. In mijn laatste week ben ik nog vier avonden weg geweest. Ik wil het liefste in het openbaar bestuur actief blijven, maar ik ga eerst een weekje op vakantie en ga mij dan breder oriënteren.’

 

‘Het zwarte gat is er natuurlijk’, zegt Ank van der Ziel, lid van het dagelijks bestuur van de Wethoudersvereniging die zelf het wethouderschap in De Wolden voor haar partij Gemeentebelangen na zestien jaar aan een partijgenoot heeft overgedragen. ‘Je bent niet even wethouder tussen ontbijt en diner. Je bent alle dagen van de week wethouder en soms ook nog ’s nachts als er wat is. Daar moet je van afkicken. Bovendien is het wethouderschap een vak dat morgen kan ophouden. Je moet je daar steeds bewust van zijn, want een bananenschil is zo gevonden.’

 

Met het wethouderschap eindigt voor de vijftiger Van der Ziel niet haar werkzame leven. ‘Ik ben te jong om alleen nog maar te wroeten in de tuin. Ik heb een outplacementtraject gevraagd en gekregen van mijn gemeente. Daarmee ga ik aan de slag en op zoek naar iets anders.’ Ook Scheweer, Van Es en Witteman krijgen hulp van hun gemeente om een nieuwe baan te vinden.

 

Van der Ziel vindt dat dit soort initiatieven moeten worden toegejuicht omdat het past bij de professionalisering van het wethouderschap. Het beeld is nu nog te veel dat gestopte wethouders allemaal van hun wachtgeld gaan genieten.

 

‘Als je wachtgeld krijgt, lijkt het wel of je je ergens schuldig aan hebt gemaakt. Natuurlijk moet het niet te gek worden met wachtgeld, maar zo zijn nu eenmaal de regels. Ik zou het prima vinden als wij een normale cao krijgen, maar dan moet dat wel geregeld worden. Daarnaast zou normaler moeten zijn dat men iets doet voor het openbaar bestuur.

 

'Als je uit het onderwijs komt heb je een terugkeergarantie, maar als een adjunct-directeur uit het bedrijfsleven wordt gevraagd om wethouder te worden kan hij misschien nooit meer terugkeren. Het zou goed zijn als dat verandert. Dan krijg je in het wethouderschap ook meer diversiteit. Want ik wil niet zielig doen, daarvoor is het wethouderschap een te leuk vak waarin je echt wat kunt doen voor de mensen. Dat positieve overheerst bij mij.'

 

Van wethouder tot schaapherder
door Jan van der Ven

 

Peter Frey was twaalf jaar wethouder voor GroenLinks in Venlo, toen hij besloot iets totaal anders te gaan doen. Hij werd schaapherder in zijn woonplaats. Af en toe wordt hij nog pijnlijk herinnerd aan zijn verleden als wethouder.

 

De kudde van Peter Frey (53) moet deze vrijdagochtend nog even geduld hebben. Zijn 250 schapen grazen de laatste restjes groen uit een weiland iets verderop, terwijl Frey druk bezig is met het plaatsen van een omheining rond een ander grasland, zodat de kudde daar dit weekeinde terecht kan. Schaapherders zijn tegenwoordig namelijk in het weekeinde vrij.

 

Toen hij nog wethouder was liep Frey’s agenda met gemak vol, vrije weekeinden bestonden nauwelijks. Terwijl hij een accu plaatst, nodig om het hekwerk van stroom te voorzien, en af en toe een passant groet die in de gebruinde man met T-shirt de voormalige wethouder herkent, blikt hij terug. Zijn hond Juupke wacht rustig op wat komen gaat.

 

Na zijn vwo-examen studeerde hij een blauwe maandag politicologie in Nijmegen. De chaos die hij er aantrof, in de vorm van zelfbestuur, schrok hem af en hij besloot te kiezen voor een sportopleiding. Hij kwam na wat omzwervingen terecht bij de toenmalige NSF. In 1998 vertrok hij als directeur breedtesport bij NOC*NSF om wethouder te worden in zijn geboorteplaats.

 

De kennismaking met de lokale politiek in 1989 bestond uit het meeschrijven van de natuur- en milieuparagraaf van de nieuwe partij GroenLinks. De partij kwam met twee zetels in de raad van Venlo. Frey werd raadslid en later lijsttrekker. De weg ging omhoog: van twee naar vier en uiteindelijk naar zelfs zes zetels. GroenLinks werd collegepartij en Frey gedurende twaalf jaar wethouder van zo’n beetje alles: verkeer, natuur en landschap, stadsbeheer, water, milieu, cultuur, interne organisatie, citymarketing, communicatie, Maascorridor, kloosterdorp Steyl en Q4, een groot stadsvernieuwingsproject in hartje Venlo waar nog steeds hard aan gewerkt wordt.

 

Iedere dag wanneer Peter Frey naar zijn kudde fietst, ziet hij de hijskranen die verder bouwen aan het nieuwe Maasfront van zijn stad. ‘De basis voor wat nu gebeurt, is twaalf jaar geleden gelegd. Ik ben trots op wat er bereikt is in die jaren’.

 

Retraite

 

De tol van werkweken van 80 uur begon echter steeds zwaarder te wegen. Najaar 2007 vertrok zijn partner. Ze vond dat Frey thuis te veel de wethouder was, die ook daar alles wilde bepalen. Frey: ‘Ik leerde er dat ik een nogal dominant figuur ben, die ook nog eigenwijs en zeer veeleisend kan zijn’. Niet veel later besloot Frey het mes te zetten in zijn agenda. ‘Ik begon met het saneren van de eindeloze reeks nevenfuncties en zo terug te gaan naar normale werkweken.’

 

Kwam hij dan eindelijk om vijf thuis, trof hij niemand aan. Frey: ‘Het was wennen in dat lege huis. Zat ik daar alleen, ik moest zelfs nog leren koken.’ In het voorjaar van 2008 ging hij op retraite in Assisië en broedde op een nieuwe stap. Frey besloot het roer radicaal om te gooien en het wethouderschap na de vervroegde raadsverkiezingen van november vorig jaar vaarwel te zeggen. Hij zou schaapherder worden. ‘Ik dacht dat ik zo wel even herder kon worden maar er staan landelijk 500 mensen op de wachtlijst met dezelfde ambitie,’ weet hij.

 

Sjraar van Beek, vriend en oud-collega raadslid en directeur van De Wassum, een bedrijf dat ecologisch groenbeheer uitvoert door middel van schaapskuddes, bleek een vacature te hebben. En zo deelt Frey sinds begin dit jaar zijn leven met 250 schapen en de bordercollie Juupke. Tot zijn grote vreugde keerde ook zijn partner terug naar hun huis in het centrum van Venlo.

 

Geduld

 

Frey heeft inmiddels een kennersblik voor schapen ontwikkeld. ‘Kijk naar die ingevallen buiken’ zegt hij, ‘de schapen hebben eigenlijk te weinig te eten gehad, dit weiland was zo goed als kaal.’ Als het hek opengaat en de schapen naar buiten stromen, neemt Juupke het werk goeddeels van hem over. De oud-wethouder geeft instructies en Juupke voert ze uit.

 

Frey: ‘Ik heb geleerd dat ik er vertrouwen in moet hebben dat Juupke zijn werk goed doet. Ik hoef hem niet aan te sturen, want hij is voor dit werk opgeleid. In het verleden was ik vaak te veel aan het sturen, ik was te dwingend en had niet genoeg geduld.’ Langzaam drijft de hond de 250 schapen op, richting een stuk hei waar voldoende te eten voor ze is. Als de dieren eenmaal vredig staan te grazen, kan de nieuwbakken herder op een bankje gaan zitten. Tijd voor overpeinzingen.

 

‘Het leven van een schaapherder is niet alleen romantiek. Soms is het zelfs behoorlijk zwaar en leer ik wat nederigheid inhoudt. Zoals afgelopen winter, toen ik bij drie graden vorst tussen de stront van de schapen stond en hun hoeven schoon moest maken. Ik was tot op het bot koud en stonk drie dagen later nog’. Toch bevalt het leven zonder dienstauto en secretaresses hem. Frey realiseert zich iedere dag hoe verwend hij als wethouder was.

 

‘Ik sta weer met beide benen op de grond. Op tijd opstaan, naar m’n werk fietsen, orders uitvoeren in plaats van opdrachten geven, hard werken, moe thuiskomen en me heel goed realiseren van hoe weinig geld mensen met een minimuminkomen moeten rondkomen.’ Het blijft voor hem wel een bijzondere gewaarwording dat hij schapen hoedt in de terreinen waarvoor hij tot voor kort als wethouder de verantwoordelijkheid had.

 

Op weg naar een stuk bos dat onderdeel is van het zorgvuldig opgestelde begrazingsplan, maant hij via Juupke de kudde tot kalmte. Frey kijkt om zich heen en is dan ineens weer de wethouder. Hij ziet zwerfafval liggen en herinnert zich zijn actie “Venlo Schoon, heel gewoon”, bedoeld om de stad schoner te maken. ‘Laatst nog werd ik er pijnlijk aan herinnerd. Ik was met de kudde in een park en kreeg opdracht ook het zwerfafval op te ruimen. Dat had ik zelf als wethouder zo laten vastleggen in het contract,’ zegt Frey.

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hendrik
Met het oog op de bij slechts een bepaald deel van ingewijde politici bekende toekomstplannen zal wethouder Van der Zwam wel als te integer gewogen zijn.
Advertentie