sociaal / Partnerbijdrage

Kansen voor Eritrese statushouders

Kansen voor Eritrese statushouders. Vijf adviezen op basis van de bestaande literatuur, praktijkervaring én een vraaggesprek met de Eritrese statushouder Berih

04 mei 2017

Veel professionals krijgen maar moeilijk grip op Eritreeërs in Nederland, de grootste groep Afrikaanse asielzoekers. Zo blijkt ook uit het rapport Integratiekansen van Eritrese vluchtelingen in Nederland. Op basis van de bestaande literatuur, praktijkervaring én een vraaggesprek met de Eritrese statushouder Berih, formuleerde RadarAdvies vijf adviezen.

Alleen al tussen 2014 en 2016 hebben 12.554 Eritreeërs een eerste asielverzoek ingediend. Professionals bij de gemeente, in de zorg, in het bedrijfsleven en het onderwijs staan voor de taak om deze grote groep Eritrese vluchtelingen op te vangen en ondersteuning te bieden met een succesvol integratietraject.

1. Geen tijd te verliezen

Na een moeilijke vlucht uit het leger van Eritrea, begon Berih tot zijn eigen verbazing aan een jarenlange zwerftocht langs verschillende AZC’s: “Er werd nauwelijks aandacht besteed aan taal en contact met Nederlanders.” Door de lange wachttijd zag hij zijn dromen steeds verder vervagen: integratie vanaf dag één is dus van belang. De WRR concludeerde in 2015 al hetzelfde: door gelijktijdig te werken aan taal, huisvesting en werk wordt geen kostbare tijd meer verspild.

2. Werk: zet in op talent

Doordat Eritrese statushouders vaak onvoldoende Nederlands leren, kunnen ze niet deelnemen op de arbeidsmarkt. Volgens Berih moet er enerzijds ingezet worden op het intensiever leren van de taal: “Eritreeërs zijn een autoritaire overheid gewend, een stok achter deur is dus nodig. Ze moeten leren hun eigen verantwoordelijkheid te nemen.” Anderzijds mag er ook wat terug verwacht worden, maar daarbij is het belangrijk dat er rekening wordt gehouden met de vaardigheden en talenten van de statushouder. Integratie op de arbeidsmarkt kan bevorderd worden door gelijktijdig in te zetten op passend werk en Nederlands leren.

3. Diversiteit in de groep

Op dit moment wordt er bij het maken van beleidsplannen te weinig rekening gehouden met de verschillen in de Eritrese groep. Het is belangrijk om verder te kijken dan etnische en religieuze aspecten. Tussen Eritreeërs zijn er grote verschillen in opleidingsniveau, politieke visie en banden met het regime in Asmara. De rurale of stedelijke achtergrond speelt ook mee in de integratie. Binnen de Eritrese gemeenschap is ook veel spanning en wantrouwen.

4. Aandacht voor gender

De recente geschiedenis in Eritrea heeft ook een ontwrichtende werking op gezinnen. De lange dienstplicht voor mannen leidt ertoe dat moeders er alleen voor staan in de opvoeding van kinderen. Deze trend zet zich door in Nederland. “Jonge Eritrese vrouwen kunnen zich hierdoor nauwelijks ontwikkelen en staan stil in de integratie,” aldus Berih. Speciale aandacht voor deze groep is hard nodig.

5. Communicatietraining voor een vliegende start

Uit het verhaal van Berih komt sterk naar voren dat de Eritrese groep graag een steentje bijdraagt. “Ik zou mij graag verder willen ontwikkelen en samen met Nederlanders werken. Wij kunnen veel, mogen wij ook meedoen?” Tegelijkertijd ervaren veel statushouders een grote afstand tot de Nederlandse samenleving. Niet alleen in de taal, maar ook cultureel. Een communicatietraining die inzet op verschillende aspecten van integratie zou kunnen zorgen voor een vliegende start.

Meer weten?

Het kan niet zo zijn dat we het in de toekomst weer moeten hebben over gemiste kansen. Er liggen kansen voor gemeenten, professionals en werkgevers, maar daar moet proactief op worden ingezet. Een integrale werkwijze is noodzakelijk om de huidige knelpunten omtrent de integratie van Eritrese statushouders te overbruggen. De brede ervaring met de WIL-aanpak (Wonen, Integratie en Leefbaarheid) voor statushouders in Schiedam en Rotterdam heeft onze visie daaromtrent versterkt.

AfbeeldingAfbeeldingVoor meer informatie over dit onderwerp kunt u zich richten tot Yvonne Roolaart (y.roolaart@radaradvies.nl) of Jordy Krasenberg (j.krasenberg@radaradvies.nl).

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.