Yesilgöz: Meer plek voor wind op zee

De extra elektriciteit die nodig is door toename van de vraag in 2030 en door meer ambitieuze klimaatambities vanuit Europa, kan vrijwel geheel gerealiseerd worden door de bouw van windmolens op zee. Dat schrijft staatssecretaris Dilan Yesilgöz-Zegerius (Economische Zaken) in een antwoord op vragen van Tweede Kamerlid Joost Eerdmans (JA21).

Teller

In de Kamerbrief zet Yesilgöz uitgebreid uiteen wat de stand van zaken is in het realiseren van de doelen uit het klimaatakkoord. Volgens de staatssecretaris is Nederland goed op weg: volgens een prognose van het ministerie staat de teller van gerealiseerde en pijplijn-projecten al op bijna 30 van de 35 TWh, het streefcijfers van opgewekte elektriciteit uit wind en zon op het land.

Ruimte

Het grootste deel van de duurzame elektriciteit moet in 2030 echter niet van land komen, maar van zee. In het Klimaatakkoord werd er nog vanuit gegaan dat 49 TWh in 2030 haalbaar moet zijn, maar inmiddels blijkt er meer ruimte te zijn: de kosten van aanleg zijn flink gedaald, en er worden steeds grotere en krachtiger turbines ontwikkeld. Op de langere termijn, in 2050, zou er in het meest gunstige scenario zelfs 325 TWh uit de Nederlandse Noordzee gehaald kunnen worden. Volgens de staatssecretaris lijkt het in ieder geval mogelijk om in 2030 zo’n 45 TWh extra aan wind-op-zee elektriciteit te realiseren om in de verwachte toename van de vraag naar stroom, onder andere door de steeds grotere datacenters, te voorzien.  Maar dat is wel een besluit dat een volgend kabinet moet nemen, stelt Yesilgöz.

Doelstellingen

Maar dat wind op zee goedkoper wordt, betekent nog niet dat de doelstellingen uit de RES gehaald kunnen worden door gewoon meer windparken op zee te bouwen. Dat zou alleen maar geld gaan kosten, zegt de staatssecretaris, want wind op zee is nog steeds duurder dan wind op land. Bovendien is het RES-proces al ver gevorderd. ‘Bij de invulling van de RES-doelstelling is participatie en inspraak van bewoners van groot belang, net als ruimtelijke inpassing en systeemefficiëntie. In de afgelopen periode zijn netbeheerders, energiecoöperaties, maatschappelijke organisaties en inwoners betrokken bij het opstellen van de RES-plannen. Er zijn door het hele land projecten gestart om te kijken hoe inwoners zo gemakkelijk mogelijk kunnen participeren (waaronder financieel, via een omwonendenregeling bijvoorbeeld) bij lokale energieprojecten. Ik kijk samen met de regio’s hoe deze inzet kan worden uitgebreid.’

Kernenergie

Daarnaast wil het kabinet dat er niet wordt ingezet op één energiebron, maar dat er zoveel mogelijk diversiteit en levenszekerheid komt. Daarbij sluit Yesilgöz kernenergie overigens niet uit. Ze belooft de Kamer dat ze een scenariostudie zal laten uitvoeren waarin wordt gekeken op welke manier kernenergie kan worden toegevoegd aan de CO2-vrije energiemix.