Waterschappen tevreden over rol in Omgevingswet
Zowel vergunningverlening als handhaving voor de veiligheid, kwantiteit en kwaliteit van water wordt in de Omgevingswet de bevoegdheid van waterbeheerders. De Unie van Waterschappen en het ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn het nu eens over de hoofdlijnen van de Omgevingswet.
Waterbeheerders zijn bevoegd vergunningen te verlenen en te handhaven voor de veiligheid, kwantiteit en kwaliteit van water. Dat zijn het ministerie van Infrastructuur en de Unie van Waterschappen overeengekomen.
Eens over hoofdlijnen Omgevingswet
Met een set afspraken waar beiden zich in kunnen vinden en die garanties geven dat de wet straks ook goed uitvoerbaar is zijn de partijen het eens over de hoofdlijnen van de Omgevingswet. In april vond voorzitter Peter Glas van de Unie van Waterschappen de toetsversie van de wet nog niet “waterproof”, waarop hij zijn zorgen uitte. Maar met deze afspraken is de hoop ten goede gekeerd, laat coördinator bestuurlijke en juridische zaken Willem Wensink namens de Unie weten. ‘We moeten natuurlijk de uitwerking in de praktijk afwachten, maar we zijn hier zeker tevreden mee.’
Vergunningverlening en handhaving bij elkaar
De belangrijkste verandering is volgens Wensink dat klip en klaar is dat waterbeheerders over zelfstandige bevoegdheden beschikken op het terrein van vergunningverlening en handhaving. ‘Voor watergerelateerde zaken is een aparte vergunning nodig, maar dat mocht geen administratieve last worden.’ Burgers en bedrijven kunnen hun aanvraag indienen via één digitaal loket. Via coördinatieregeling wordt afgestemde en gelijktijdige vergunningverlening geborgd. ‘Men mag ons afrekenen op deskundigheid en tijdigheid.’
Gemeentelijk rioleringsplan blijft verplicht
Een tweede punt is dat het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) tot 2020 een verplicht karakter heeft. ‘De vraag was of het een verplicht of facultatief instrument werd in de Omgevingswet. In het Bestuursakkoord Water zijn afspraken gemaakt om besparingen in de waterketen te realiseren die oplopen tot 380 miljoen euro. Om dat te realiseren is het goed dat het GRP verplicht blijft. Na 2020 zullen we bekijken of de besparingen ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd en een verplicht GRP niet langer nodig is.’
Ook watertoets in Omgevingswet
Via de Omgevingswet wordt ook geregeld dat waterbelangen vroegtijdig worden betrokken bij het opstellen van ruimtelijke plannen van Rijk, provincies en gemeenten. Een ander belangrijk verbeterpunt, vindt Wensink. ‘De “watertoets” heeft ook een plekje gekregen. Het gaat hier om de relatie tussen water en ruimtelijke ordening. In een bestemmingsplan moet goed bekeken worden wat de gevolgen voor het water zijn, bijvoorbeeld bij buitendijks bouwen. Het lijkt vanzelfsprekend dat dit al gebeurt, maar dat was het niet altijd.' Daarvoor is in 2001 de “watertoets” in het leven geroepen. Het waterschap wil graag zo vroeg mogelijk in het proces worden betrokken. 'De watertoets wordt al beter gebruikt, maar we zijn er nog niet. We zouden graag zien dat de watertoets overbodig wordt.’
Zie ook reactie VNO-NCW: http://www.vno-ncw.nl/Publicaties/Nieuws/Pages/M …