Gif tegen madeliefje op voetbalveld mag

Beheerders van sportterreinen mogen pesticiden blijven gebruiken. Voorwaarde is dat preventieve en niet-chemische maatregelen niet werken tegen bepaalde onkruiden, schimmels en insecten. Dat schrijft staatssecretaris Vivianne Heijnen (CDA) van Infrastructuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer in een brief over ‘gewasbescherming buiten de landbouw’.

Wettelijke bevoegdheid

Vanaf november 2017 was het professioneel gebruik van pesticiden buiten de landbouw verboden, op een aantal uitzonderingen na. Na een uitspraak van het gerechtshof in Den Haag in 2020 is dit verbod vervallen, omdat er ‘onvoldoende wettelijke bevoegdheid’ was voor dit verbod. Nu ligt er een wetsvoorstel om dit te repareren en professioneel gebruik van pesticiden opnieuw te verbieden.

Technisch uitvoerbaar

Mogelijke uitzonderingen op dit verbod zijn nu opnieuw getoetst. In de Kamerbrief schrijft de minister dat ‘vijf onafhankelijke deskundigen de praktische en financiële uitvoerbaarheid van alternatieven (hebben) onderzocht.’ Zij concluderen dat gebruik van pesticiden ‘op bepaalde sportterreinen tegen enkele specifieke problemen nog onvermijdelijk is.’ Het zou ‘nog niet technisch uitvoerbaar’ zijn zonder de kwaliteit van sportterreinen achteruit te laten gaan.

Onderbespeling

Uit het advies blijkt dat op golfterreinen gespoten mag worden tegen elf planten waaronder paardenbloem, madeliefje en klaver. Op andere sportterreinen zijn pesticiden niet toegestaan op wedstrijdvelden in stadions, wel op (wedstrijd)velden buiten stadions. ‘Het frequent laten bespelen van het veld (vermijden van ‘onderbespeling’) is in het algemeen een goede onkruidwerende maatregel’, constateert het advies. Een beheer zonder pesticiden kan leiden tot ‘een ander kwaliteitsbeeld (…), maar zonder dat afbreuk wordt gedaan aan bespeelbaarheid en veiligheid.’ Wat betreft insecten mag er op golfterreinen en sportvelden buiten stadions gespoten worden tegen de meikever en de junikever.  

Groepen pesticiden

De staatssecretaris heeft ook laten onderzoeken of er redenen zijn om bepaalde groepen pesticiden toe te staan ‘omdat het gebruik ervan zou passen in een duurzame gewasbescherming’. Adviesbureau CLM heeft dit uitgezocht voor negentien representatieve stoffen en komt tot de conclusie ‘dat er geen technisch-inhoudelijke reden (is) om het gebruik van bepaalde groepen gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw toe te staan.’ De minister neemt die conclusie over en maakt in de wetswijziging geen uitzondering op voor bepaalde groepen pesticiden.

Periodiek

In de toekomst belooft de minister ‘periodiek’ te kijken of de uitzonderingen aangepast moet worden, ‘gelet op de ontwikkelingen in de praktijk’.