Omgevingswet wordt mislukt experiment
De komende Omgevingswet zal hopeloos falen. Zo’n integrale wet geldt nog nergens, behalve in Nieuw-Zeeland. Daar bestaat hij al bijna dertig jaar en is hij deze zomer door een staatscommissie aan een grondige wetsevaluatie onderworpen en genadeloos gefileerd. Conclusie: weg die wet.
Dramatische ervaringen in Nieuw-Zeeland
Ondanks de groeiende kritiek op de Omgevingswet lijkt de trein maar door te denderen. Eind 2020 werd in de Tweede Kamer haastig een motie van VVD en CDA aangenomen om de wet onbekommerd op 1 januari 2022 in werking te laten treden. Is dat verstandig? Nee. Als enig ander land ter wereld heeft ook Nieuw-Zeeland al jaren zo’n integrale omgevingswet en die is onlangs door een ministeriële commissie volledig afgefakkeld. Niemand in Nederland kende die ruim 500 pagina’s tellende wetsevaluatie, maar ik kan hem voor u samenvatten: trek onmiddellijk in die wet, doe alles weer gewoon sectoraal in aparte milieu- en ruimtelijke ordeningswetjes en doe ook weer meer rijksregie. Kortom: re-sectoraliseren en re-centraliseren.
Omgevingswettelijke vraagtekens rond DSO, financiering en staatsrechtelijk foutieve bevoegdheidstoedeling; je kan het tegenwoordig kennelijk allemaal negeren. Maar kritiek van een door een minister ingestelde regeringscommissie die na drie decennia experimenteren een integrale omgevingswet afwijst en en passant ook weer pleit voor minder decentralisatie, daar zullen Ollongren en haar managers toch moeilijk omheen kunnen. In Nieuw-Zeeland wil men de omgevingswet intrekken en gewoon weer een Wet ruimtelijke ordening, een Wet natuurbescherming en al die andere sectorale milieuwetten terug.
Sectorale toetsing aan harde milieunormen is beter dan een integrale afweging suggereren. Je wekt met zo’n framing van ‘eenvoudig en beter’ en ‘integraal werken’ juridisch valse verwachtingen. Dat kunnen gemeenten niet waarmaken. Uiteindelijk zul je toch de aparte milieutoetsen gewoon moeten verrichten en moeten stapelen. Bovendien: wat is er mis met aparte sectorale wetjes? Thuis heeft u ook aparte papieren ordners of digitale mappen; eentje voor verzekeringen, eentje voor belastingen, eentje voor de auto – dat zoekt gewoon makkelijker.
De Omgevingswet maakt de gemeente weer het centrale bevoegde gezag. In Nieuw-Zeeland zijn ze ook daar klaar mee: niet doen. Liever weer meer rijksregie en bovengemeentelijke planologie. We staan voor grote transities, moeten crises oplossen en in grote groenblauwe netwerken gaan denken. Dat zegt onze eigen Nationale Omgevingsvisie (NOVI) inmiddels ook, maar dat doet de wet dus niet. Bij meer rijksregie en meer regio hoort mijns inziens ook weer dat we gaan nadenken over herinvoering van de aloude instrumenten uit de oude Wet ruimtelijke ordening van voor 2008, zoals de Planologische Kernbeslissing (PKB) die vanuit het rijk bindend is voor alle lagere overheden en het preventieve toezicht door de provincies (goedkeuring van gemeentelijke planwetgeving).
Postzegelige wethoudersplanologie zou geleid hebben tot allemaal bouwplannetjes die het grotere geheel uit het oog zouden verliezen: de Nieuw-Zeelandse evaluatiecommissie bepleit daarom een ‘greater use of mandatory national direction by the Minister for the Environment to guide planning at local government level’. Naar de Nederlandse situatie toe geredeneerd: stel weer een ministerie van VROM in, geef de minister weer de aloude bevoegdheid van een PKB, geef provincies weer hun goedkeuringsrecht terug en schaal milieu en ruimtelijke ordening aldus op naar een hoger niveau.
Fred Kistenkas is associate professor aan Wageningen Universiteit en senior onderzoeker omgevingsrecht aan Wageningen Environmental Research
Reactie op dit bericht
"Nog e´e´n jaar te gaan naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet
U heeft nog iets meer dan een jaar om de inwerkingtreding van de Omgevingswet in uw gemeente voor te bereiden. Deze brief beschrijft de stand van zaken van het wetgevings- en invoeringsproces en geeft u een overzicht van de ondersteuning vanuit de VNG.
Standpunt minister
Deze week heeft de minister voor Milieu en Wonen een brief aan de Tweede en Eerste Kamer gestuurd over de voortgang van de stelselherziening Omgevingswet. De minister adviseert de Kamers om de Omgevingswet conform planning in werking te laten treden op 1 januari 2021:
“Inwerkingtreding per 01-01-2021: wenselijk en mogelijk
De inschatting van de bestuurlijke partners en mijzelf is dat het wenselijk en mogelijk is de Omgevingswet per 1 januari 2021 in werking te laten treden. Dat was ook de mening tijdens de bestuurdersbijeenkomst over de Omgevingswet die ik op 18 november jl. heb bijgewoond. Hoewel niet alle deadlines zijn gehaald en er nog werk verzet moet worden, heb ik er met de bestuurlijke partners vertrouwen in dat wij deze zaken in het komende jaar met onze gezamenlijke aanpak voor elkaar kunnen krijgen.”
Als VNG onderschrijven wij dit standpunt. U heeft immers al veel voorbereidend werk gedaan. Het is nu zaak dit werk voort te zetten in 2020 en de resultaten ervan te verzilveren vanaf 1 januari 2021. Zodoende houden we het momentum vast om met de Omgevingswet onze uitvoeringskracht te tonen door allerlei dringende maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie en de bouwopgave, in samenhang aan te pakken."
Dat is dus onze VNG en staks maar klagen over onuitvoerbaarheid, uitvoering via omgevingsdiensten die qua schaal ongeveer provinciebreed moeten zijn wil men al die expertise kunnen samen brengen met nul lokale invloed meer etc. net zoals de decentralisaties zorg, de decentralisatie van bouwen, duurzaamheid etc. zodat NL op diverse cruciale punten op slot zit.
De VNG is gewoon niet geschikt als partij. wannneer komen gemeenten nu tot de conclusie dat zij een eigenstandige partij en rol spelen en niet de lakei van het rijk en al die wethouders van grote gemeenten die dan mompelen over meer mogelijkheden voor integrale aanpak, etc. laat je niets wijsmaken. hetzelfde met die wet maatschappelijke participatie; nul resultaat en de hele groep hups in bak onbemiddelbaar als resultaat.
wie staat vanuit gemeenten op om de VNG tot reele partner om te vormen.
Als je dan toch NZ wil gebruiken, moet je ook de politieke context aldaar schetsen. Een progressief kabinet. Tja en dat kijkt ideologisch anders naar de zaken.