Zorgondernemers: gemeenten laks met woonzorg

Kleinschalige woonzorgvormen voor zelfstandige wonende 75-plussers komen nauwelijks van de grond. Dat is volgens de organisatie van zorgondernemers Actiz te wijten aan het gebrek aan prioriteit dat gemeenten eraan geven.

Andere prioriteiten

‘De gemeente heeft ook andere prioriteiten’, stelt Actiz-bestuurder Jeroen van den Oever in Zorgvisie. ‘Ik heb dit zelf meegemaakt vanuit mijn eigen rol als zorgaanbieder in het Groene Hart. De dialoog met de gemeente is moeilijk op gang te brengen. De gemeente voelt de urgentie wel, maar acteert om uiteenlopende redenen vaak niet.’

Nieuwe energie
Volgens Actiz is ‘nieuwe energie’ nodig in de contacten tussen zorgaanbieders, wooncorporaties en gemeenten. Gemeenten zijn niet scheutig met het toewijzen van mogelijke bouwlocaties. Ook schort het nog aan exploitaitiemodellen die kleinschalige initiatieven als een zorgbuurthuis (voor maximaal vijftig ouderen) mogelijk maken.

Steeds langer zelfstandig
Ouderen blijven steeds langer zelfstandig thuis wonen. Van de huidige 75-plussers woont ruim negen op de tien nog zelfstandig. Ook van de mensen die in de negentig zijn woont twee derde nog op zichzelf. Toch hebben zij vaak een groeiende zorgbehoefte. Voor die doelgroep zou een kleinschalige woonzorgvorm een oplossing kunnen zijn. Met de voortschrijdende vergrijzing neemt de vraag naar dergelijke voorzieningen in de toekomst ook alleen maar toe.

Achterstanden in de bouw
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten wijt het uitblijven van de bouw van dergelijke woonzorgvormen aan de recessie en de daaruit voortvloeiende achterstanden in de bouw. Volgens de VNG hebben tal van uiteenlopende doelgroepen daardoor te maken met gebrekkige beschikbaarheid van geschikte woningen.