‘Zonde als recreatiegebieden verloederen’

‘De middelen zijn er niet voor de recreatiegebieden’, zegt Nick de Snoo, provinciehoofd Zuid-Holland bij Staatsbosbeheer. De organisatie die 273.000 hectare natuur in Nederland beheert, heeft jarenlang de verantwoordelijkheid op zich genomen om de recreatiegebieden te onderhouden, maar dat gaat niet meer.

Hebben jullie geen geld meer voor het onderhoud van recreatiegebieden?

De Snoo: ‘Het beheer van deze recreatiegebieden wordt helemaal niet gefinancierd. Vroeger is bedacht dat de helft van de verantwoordelijkheid bij gemeenten terechtkwam en de rest gefinancierd zou worden door het rijk. Gemeenten nemen hun verantwoordelijkheid, maar de verantwoordelijkheid voor de rest is bij decentralisaties tussen wal en schip geraakt. Nu zie je dat er in die gebieden weinig gemaaid wordt, dat het onderhoud achteruitgaat en dat recreatieve voorzieningen weggehaald moeten worden.’

Waarom is dat belangrijk?

‘Recreatiegebieden zijn enorm belangrijk voor burgers. Het zijn specifieke natuurgebieden: ze zijn veel intensiever ingericht en ontworpen om heel veel mensen te kunnen ontvangen. Recreatiegebieden zijn dichtbij de stad aangelegd en mensen kunnen er sporten, de hond uitlaten en de hitte van de stad ontvluchten. Het zou zonde zijn als ze verloederen, want ze zijn belangrijker dan ooit.’

Hoe kan het zijn dat er geen geld is?

‘Toen ze werden aangelegd - in de jaren 80 gebeurde dat grootschalig - bedacht men dat de helft gefinancierd zou worden door gemeenten en de rest door het rijk. Gemeenten zorgen voor financiering via recreatieschappen, samenwerkingsverbanden waar meerdere gemeenten in zitten, maar inmiddels betalen het rijk en de provincies betalen niet meer voor de overige recreatie gebieden.’

‘Het gaat vergeleken met de natuurgebieden om een relatief beperkt oppervlak. Recreatiegebieden hebben een hoog inrichtingsniveau, de investeringen liepen in de tientallen miljoenen, maar de oppervlakte die beheerd moet worden bedraagt slechts 3000 hectare. Ze bevinden zich met name in Zuid-Holland, Noord-Holland en een kleiner deel in Utrecht. Toen de afspraken gemaakt werden, ging alle aandacht uit naar de natuurgebieden, maar voor recreatiegebieden is dat bij de decentralisaties niet goed gegaan.’

Wat moet er gebeuren?

‘Het gaat mij er vooral om dat overheden met elkaar tot een oplossing komen. Tot nu toe is het nog niet gelukt om de provincies, het rijk en eventuele andere partijen aan tafel te krijgen. Maar deze prachtige gebieden zijn enorm belangrijk voor burgers. Wethouders worden regelmatig erop aangesproken en dan bellen ze mij, of ik niet iets kan doen. Als we niet oppassen, verliezen de recreatiegebieden hun functie.’