Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Woningmarkt verder op slot door toenemende verhuur

Een de laatste jaren weer groeiend aantal particulieren koopt een nieuwe woning en doet vervolgens hun oude niet van de hand. Ze willen die liever verhuren. Deze zogenaamde ‘keep-to-let-woning’ dient vaak als beleggingsobject en belemmert de doorstroming op de koopwoningmarkt.

09 juli 2021
Huur-shutterstock-288809372.jpg

Een de laatste jaren weer groeiend aantal particulieren koopt een nieuwe woning en doet vervolgens hun oude niet van de hand. Ze willen die liever verhuren. Deze zogenaamde ‘keep-to-let-woning’ dient vaak als beleggingsobject en belemmert de doorstroming op de koopwoningmarkt.  

Piek in 2012

In totaal zijn de afgelopen tien jaar zo’n 62.000 keep-to-let-woningen aan de koopwoningmarkt onttrokken. De hoogste scores ziet adviseur Hans Wisman van het Kadaster (dat de trend onderzocht) in de periode tot 2012, toen je door de crisis op de huizenmarkt je oude woning moeilijk verkocht kreeg. Toen werd zo’n 6 procent van het aanbod ingezet voor verhuur.

Interessante belegging
Met de aantrekkende economie zakte het percentage terug tot 3,7, maar de laatste jaren neemt het aantal ‘keep-to-letters’ weer toe. In 2019 ging het alweer om 4,2 procent van het totaal aantal transacties op de woningmarkt. ‘Spaargeld levert weinig op’, verklaart Wisman. ‘Dan kan een woning die je achterlaat een interessante belegging zijn. Zeker nu de huizenprijzen zo sterk stijgen.’


Samenwonen
De meeste mensen die een ‘keep-to-let-woning’ aanhouden, zijn stellen die gaan samenwonen. Ze trekken zelf in het grootste huis en verhuren het kleinste. Geen wonder dat het aandeel rijwoningen (43 procent) en appartementen (34 procent) onder ‘keep-to-let-woningen’ relatief sterk is vertegenwoordigd. Dat betekent dat de vaak toch al lastige positie van koopstarters in een gemeente zo nog eens extra wordt bemoeilijkt.


Grotere steden
Veruit de meeste keep-to-let-woningen bevinden zich in de grotere steden. Onder meer de regio Rotterdam, Den Haag en Utrecht springen eruit. Niet gek, vindt Hans Wisman. ‘In de steden bestaat grote schaarste aan woningen en er wonen relatief veel jonge mensen. Dat betekent dat er veel vraag is naar huurwoningen, met hoge huurprijzen voor de huishoudens en een gunstig rendement voor de verhuurder als gevolg.’ Amsterdam blijft duidelijk bij de andere G4-steden achter. ‘Misschien liggen de prijzen daar al zo hoog dat het ondoenlijk is om twee huizen aan te houden.’

Lees het hele verhaal over de keep-to-let-trend deze week in BB13 (inlog).

 

 

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

H. Wiersma / gepens.
De huidige kopersmarkt heeft de druk op de woningmarkt sterk verhoogd. .

De extra druk wordt veroorzaakt door:

- de lage hypotheekrente en de hoge(re) huren.

- daardoor een forse toename van het aantal huurders op de kopersmarkt.

- de afname van de gemiddelde woonbezetting o.a. door lage geboortecijfers en de toename van het aantal echtscheidingen (inmiddels ca. 50%-60%).

-de toename van de bevolking met immigranten.
Anoniem
Ik doe het ook, maar dan niet als beleggingsobject (niet iedereen heeft euro-tekentjes in de ogen), maar met het oog op mijn kinderen die ergens in de komende 5 tot 10 jaar die vreselijke woningmarkt op moeten als starters... Ik reken erop dat de woningcrisis binnen die termijn niet opgelost is. Heb ik i.i.g. vast 1 huis voor ze... Verkopen kan altijd nog.
Gert Timmerman / advizeur
De omvang van de woningmarkt wordt bepaald door vraag en aanbod. Aanbod is de omvang van het aantal woningen en de vraag is de omvang van het aantal mensen dat wil wonen (in hier huizen) Of een woning nu zelf wordt bewoond of verhuurd doet aan beide criteria net af. Als en dan omdat de prijs van een woning stijgt kan (en zal) ook de huurprijs stijgen. Beide hebben geen effect op de genoemde aantallen. De door de kop van dit artikel gesuggereerde is derhalve onjuist.
Advertentie