Steeds minder starters in corporatiewoning

Voor jonge startende huurders op de woningmarkt is steeds minder plek in corporatiewoningen. Ze wijken daarom de laatste jaren steeds vaker uit naar de duurdere particuliere huursector. Maar voor bijna de helft van de starters is een zelfstandige woning helemaal onbereikbaar, en zijn aangewezen op een kamer of een gedeelde woning.

Monitor

Dat blijkt uit de Lokale Monitor Wonen die de VNG, corporatiekoepel Aedes en de Woonbond sinds 2016 wordt bijgehouden. In de monitor worden regionale en gemeentelijke woontrends in de huurmarkt gevolgd. In de nieuwste update zijn veel cijfers over starters toegevoegd. De cijfers laten per gemeente zien hoeveel starters er verhuizen binnen de gemeente, binnen de regio of daarbuiten, en naar welke segmenten van de woningmarkt zij verhuizen.

Kamer

Daaruit blijkt vooral dat starters op de woningmarkt in de helft van de gevallen beginnen met een kamer in een gedeelde woning, zoals een studentenhuis. Slechts een op de vijf starters kan terecht in een zelfstandige corporatiewoning, een daling met vijf jaar geleden, toen een op de vier nog een corporatiewoning kon krijgen. Relatief meer jonge starters komen nu terecht in een woning in de particuliere huursector. Die landelijke trend is in heel Nederland zichtbaar.