RWS: alle varianten IJ-brug nautisch onveilig

Volgens Rijkswaterstaat (RWS) zijn alle zes geopperde varianten voor een fietsbrug over het IJ 'nautisch onveilig'. Dat stelt het agentschap in een door de gemeente Amsterdam gevraagd advies dat anderhalve maand geleden naar wethouder Marieke van Doorninck (GroenLinks) is gestuurd. Zo kan RWS geen toestemming geven voor de bouw. Volgens het college is niet alles afgeschoten en zijn gesprekken nog gaande.

Verbaasd

‘We willen nu graag weten onder welke voorwaarden een brug over het IJ wel mogelijk is’, reageert GroenLinks-raadslid Zeeger Ernsting op berichtgeving in De Telegraaf over het Rijkswaterstaatadvies. Zelf heeft hij de brief nog niet gezien. De gemeente zal het advies pas openbaren als de gesprekken achter de rug zijn en RWS vindt het niet aan hen om het advies te delen. Ernsting zal samen met D66 en CDA vragen stellen aan de wethouder in een aanstaande commissievergadering. ‘Er was een lang en secuur voortraject met alle partijen. Het principebesluit is met de vorige gemeenteraad genomen. Er was toen vrij grote overeenstemming over. Het zou gek zijn als er dan nu nog een blokkade komt. Ik ben verbaasd dat dit nu opkomt.’

Kruisend scheepvaartverkeer
Rijkswaterstaat laat weten dat inderdaad advies is uitgebracht over de nautische veiligheid van de zes varianten voor een brug over het IJ en alle varianten als nautisch onveilig zijn beoordeeld na hun toetsing op de kaders en richtlijnen. ‘Een bezwaar is kruisend scheepvaartverkeer. We willen zoveel mogelijk voorkomen dat een schip dat gebruik moet maken van de brugopening van zijn vaarbaan moet afwijken. Dat kan zowel beroeps als recreatievaart zijn. Wachtplaatsen zijn een ander bezwaar. Soms moeten schepen wachten tot de brug opengaat en daar is in de varianten te weinig ruimte voor.’ RWS blijft in gesprek met de gemeente over wat haalbaar is binnen de bestaande kaders en richtlijnen. 'Die zijn er niet voor niks. Richtlijnen en kaders aanpassen lijkt mij de omgekeerde wereld.’

Aan voorschriften houden

Melanie Schultz, de vorige minister van Infrastructuur en Milieu, was geen voorstander van een brug over het IJ, die uiteindelijk 210 miljoen euro moet kosten, en zag meer in een tunnel. Een woordvoerder van het ministerie laat weten dat de huidige minister, Cora van Nieuwenhuizen, zich er in een Kamerdebat ook over heeft uitgelaten. Toen heeft ze gezegd dat de keuze voor een brug aan de gemeente Amsterdam is, maar dat het wel een brug over een rijksvaarweg betreft en de gemeente zich dus aan de voorschriften en kaders dient te houden.

Niet alles afgeschoten
Wethouder Marieke van Doorninck laat weten dat de gemeente nog in het proces zit met alle partijen om de brug te realiseren. ‘Daarbij horen Rijkswaterstaat en andere nautische partijen. We onderzoeken zes voorkeursvarianten om tot één voorkeursvariant te komen.’ Haar woordvoerder bevestigt dat er kritische punten zijn op verschillende elementen in verschillende varianten. ‘Daar gaan we verder over spreken. Niet alles is afgeschoten. Als het wel een no-go was geweest, waren we niet meer in gesprek. Dit is een voortdurend proces op verschillende niveaus. In de ideale wereld zouden we meteen voldoen aan alle voorwaarden, maar we moeten deze varianten nog verder uitwerken. Dat is onderdeel van het proces. De brug is niet van de baan. Als de uitkomsten er zijn, sturen we die naar de gemeenteraad.’

Stedelijk belang meewegen
Toch was de planning om eind dit jaar de voorkeursvariant aan de raad voor te leggen. ‘Het is november en de gesprekken zijn nog gaande, dus qua proces redden we dat niet meer. De verwachting is nu dat de voorkeursvariant in het eerste kwartaal van 2019 naar de raad gaat. Wellicht valt het collegebesluit wel nog dit jaar.’ Of daarvoor nog kaders en richtlijnen aangepast moeten worden, sluit de woordvoerder niet uit. ‘Wellicht zijn varianten inderdaad wel mogelijk met enkele aanpassingen daarvan.’ Ook Ernsting ziet dit wel zitten. ‘We zitten hier in een stedelijke omgeving, niet midden in het Amsterdam-Rijnkanaal. Ik ben benieuwd hoe die kaders zich daartoe verhouden, want nu vind ik dat te kort door de bocht. Je moet het stedelijk belang meewegen.’