Raad van State handen vol aan Terschellingse perikelen
De Raad van State trok maar liefst twee dagen uit voor beroepszaken die zich afspelen op het eiland Terschelling. Een volgens een betrokkene slecht onderbouwd bestemmingsplan leidde tot een golf van beroepsprocedures door onder andere de gemeente, paviljoenhouders, de Waddenvereniging, boeren en verschillende inwoners.
De gemeente Terschelling had in juni 2008 een bestemmingsplan goedgekeurd waarin onder meer vijf standpaviljoens het heel jaar door open mochten zijn, de strandzeilvereniging een bouwlocatie voor een clubhuis kreeg en inwoners vakantie- en woonhuizen konden bouwen. Er is beroep aangetekend tegen de Gedeputeerde Staten (GS) van Friesland vanwege de goedkeuring van sommige delen van het plan, en de afkeuring van andere delen.
Huizen
In het bestemmingsplan staan mogelijkheden voor nieuwe recreatiewoningen en woonhuizen. Enkele inwoners zijn het er niet mee eens dat de provincie die dit heeft goedgekeurd. De aanleiding voor de procedures is dat er in de ontwerpfase meer gebouwd mocht worden dan in het uiteindelijke bestemmingsplan. Het aantal recreatiewoningen in West aan Zee en Midsland aan Zee is verminderd en de bouw van woningen in de bestaande dorpen is ook beperkt.
Strandzeilvereniging
De strandzeilvereniging wilde graag een beheersgebouw vlakbij het strand, en in het nieuwe bestemmingsplan ruimde de gemeente ruimte in naast een loods van de KNRM. Maar ook dit stuitte vanwege de natuur op bezwaren van de provincie. Het probleem is inmiddels wel opgelost: ‘Bij de zitting waren de provincie, de vereniging en Staatsbosbeheer er inmiddels uit gekomen’, zegt Joost Hellevoort van de gemeente Terschelling: ‘De provincie zei dan ook dat ze er geen moeite mee hebben als de Raad van State dit besluit van de provincie vernietigt’.
Gemeente en paviljoens tegen Friesland
Van de vijf paviljoens die volgens het gemeentelijk bestemmingsplan ook ’s winters open zouden mogen, keurde de provincie dit plan voor twee paviljoens af. De provincie vreest namelijk dat verdere opening schade aan natuurgebied Noordzeekustzone tot gevolg heeft. De gemeente en de twee paviljoenhouders zijn in beroep gegaan tegen de beslissing van de provincie.
De Waddenvereniging
Ook de Waddenvereniging ging in beroep, maar dan juist over de drie paviljoens waarvoor de provincie wél toestemming gaf om het hele jaar open te blijven. Vanwege de natuur zou het bestemmingsplan juist strenger moeten worden.
Daarnaast heeft de Waddenvereniging een probleem met het schrappen door de provincie van een voorschrift uit het bestemmingsplan over de definitie van een strandpaviljoen. Daardoor zouden de overige paviljoenen namelijk ineens alles mogen. De Waddenvereniging heeft overigens wel vertrouwen in de uitslag: ‘Het is afwachten, maar Mevrouw Simons van de staatsraad legde de gemeente en provincie wel het vuur aan de schenen.’
LTO-Noord en b en w tegen de provincie
De provincie besloot dat het nodig is dat er meer vergunningen nodig zijn voor werkzaamheden als ploegen op sommige delen op het eiland vanwege de natuurwaarde van de grond. Land- en Tuinbouworganisatie afdeling Noord (LTO-Noord) vond dit net zoals het college van b en w onzin en beide zijn in beroep gegaan. Ook is LTO-Noord in beroep gegaan tegen de ban van de provincie op het verharden van enkele wegen naar boeren bedrijven. De provincie was bang dat het de natuur aan zou tasten doordat het verkeer aantrekt.
Boeren tegen de provincie
Enkele individuele boeren zijn ook in beroep gegaan tegen besluiten van GS. Zij vinden dat ze te weinig ruimte krijgen voor bedrijfsuitbreiding binnen het bestemmingsplan. De Raad van State doet binnen 6 weken uitspraak.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.