Proef kernafval verrast Brabant weer

De provincie Noord-Brabant, het Brabantse drinkwaterbedrijf Brabant Water en de Brabantse gemeente Bergeijk zijn opnieuw verrast door een experiment voor de opslag van kernafval diep onder de grond net over de grens in België. Vorig jaar was er al ophef omdat de partijen in Brabant niet op de hoogte werden gebracht over onderzoeksboringen.

Nabootsen
De instantie Niras, die het Belgische kernafval beheert, maakte vrijdag bekend dat diep onder de grond de temperatuur van een stuk klei tien jaar lang wordt opgewarmd tot 80 graden. Op die manier wordt het effect van de warmte van radioactief afval zo goed mogelijk nagebootst.

Brabant niet geïnformeerd
Bij de presentatie van het experiment vorige week zijn wel enkele hoge ambtenaren geweest van het ministerie van Economische Zaken. Maar voor zover bekend hebben het ministerie noch de Belgen de betrokken partijen in Brabant geïnformeerd. 'Het is jammer dat we niet op de hoogte zijn gesteld', reageerde de Bergeijkse wethouder Frank van der Meijden van Bergeijk maandag. 'Ze zijn Brabant weer vergeten. We krijgen te laat informatie en lopen voor de zoveelste keer achter de feiten aan', zei directeur Guïljo van Nuland van Brabant Water. 'Dit is nieuw voor ons', aldus een provinciewoordvoerder.

Kernafval opslag onder de grond
België overweegt kernafval op te gaan slaan in de grond. De proeven vinden plaats in de relatief ondiepe Boomse klei in Mol, vlak bij de Nederlandse grens. Brabant wil dat het nucleaire afval wordt opgeslagen in de dieper gelegen Ieperiaanse klei vanwege de extra isolatie en het ontbreken van zoet grondwater op die diepte. (ANP)