PBL: Rommelige woonomgeving accepteren
Leegstand, braakliggende terreinen, meer onkruid; de shabby woonomgeving maakt deel uit van de nieuwe werkelijkheid van de ingestorte woningmarkt, constateert het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) in Woningmarkt in Balans.
Burgers en gemeenten zullen moeten accepteren dat de leefomgeving er structureel minder aantrekkelijk uitziet. Leegstand, braakliggende terreinen, meer onkruid; de shabby woonomgeving maakt deel uit van de nieuwe werkelijkheid van de ingestorte woningmarkt, constateert het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) in Woningmarkt in Balans.
Minder geld voor woonomgeving
Door het instorten van de bouwvraag, zien gemeentelijke grondexploitaties er na de bloeiende jaren weinig rooskleurig uit. Dat gebrek aan inkomsten vertaalt zich in de beschikbare budgetten voor de woonomgeving, stelt PBL-onderzoeker Frank van Dam. ‘Bovendien geven ook woningeigenaren minder geld uit aan onderhoud. Dat moeten we accepteren, ook dat er leegstand is.’
Straks weer huizen te veel
Tegelijkertijd waarschuwt het PBL voor grote bouwdrift, nu de markt zich lijkt te herstellen: dat geeft over twintig jaar een fors overaanbod. Op dit moment wordt er weinig verhuisd als gevolg van de economische crisis. Op korte termijn is een toename van de vraag naar woningen te verwachten, omdat het aantal huishoudens groeit. Op lange termijn komt er juist een bulk eengezinswoningen van babyboomers op de markt en neemt tegelijk het aantal jonge huishoudens af. Voor alle ontwikkelingen geldt dat de regionale verschillen groot zijn, zegt Van Dam. ‘Gemeenten moeten heel goed nadenken wat, waar en voor wie ze nog gaan bouwen.’
Toekomstvisie ontbreekt
Vooruit denken, een toekomstvisie, daar ontbreekt het aan in Nederland, klinkt de kritiek in een andere PBL-publicatie die gelijktijdig uitkomt met de Woningmarkt in Balans. “De toekomst is nú” is niet voor niets de titel van de Balans van de Leefomgeving 2014, die PBL-directeur Maarten Hajer woensdagavond overhandigde aan Melanie Schultz van Haegen, minister van Infrastructuur en Milieu. Er is onvoldoende aandacht voor de toekomst na 2020, zegt Hajer in een toelichting op de Balans.
Wennen aan windmolens
Niet alleen op het gebied van wonen is het tijd voor nieuwe maatregelen, ook op het gebied van duurzame energie is een transitie nodig. Hajer noemt windmolens als voorbeeld. Nederland moet duizend grote windmolens gaan plaatsen. Dat doet pijn, maar mensen zullen daaraan moeten wennen. De winst voor de samenleving zal uiteindelijk groot zijn.’ De overheid moet visionair en pro-actief zijn en ruimte bieden aan experimenten, is Hajers advies bij het rapport.
Enige punt wat me zorgen baart is dat de auteur systeemverantwoordelijkheid bij het Rijk belegt. Maar tot dusver pakt rijksverantwoordelijkheid nemen in toenemende mate uit als het afknijpen van lagere overheden. De eenheid in overheidsland, zoals kennelijk verondersteld in dit rapport, die bestaat niet meer.
Dus zouden de adviezen die her en der in dit rapport zijn verpakt eens op een rijtje moeten worden gezet. Wie moet wat doen, wanneer, met welk geld?
De kiezer rekent gewoon af op tamelijk banale zaken, zoals een verzorgde leefomgeving! Ecologisch groen is een term voor een lap stadsgroen wat door bezuinigingen in het vervolg wordt verwaarloosd!
De tevredenheid van de gemiddelde kiezer moet m.i. nadrukkelijker uitgangspunt zijn bij de organisatie van systeemverantwoordelijkheid. En het wordt dus hard tijd dat het rijk weer eens met gemeenten gaat samenwerken ipv oekazes uitdelen! Dat lijkt ze verleerd te zijn.