Opdrachtgevers positiever over aannemers

Opdrachtgevers in de infrasector - voornamelijk overheden - denken positiever over aannemers dan twee jaar geleden. Dat blijkt uit een "grootste grieven"- onderzoek van kennisplatform CROW onder aannemers en opdrachtgevers. Maar opdrachtnemers zijn een stuk minder positief over hun opdrachtgevers.

Vertrouwen

Het onderzoek van CROW was een follow-up van eenzelfde vragenlijst die zo'n driehonderd opdrachtgevers en -nemers in 2017 invulden. Toen bleek het vertrouwen van opdrachtgevende overheden in aannemers laag. De meerderheid van opdrachtgevers klaagde dat aannemers niet verder kijken dan één project, opportunistisch zijn en vooral sturen op contract in plaats van op houding en gedrag. In 2019 blijkt de mening een stuk positiever: aannemers verdiepen zich beter in de doelen van de opdrachtgever, de samenwerking wordt plezieriger genoemd en opdrachtgevers vinden aannemers vaker capabel. Aannemers praten veel, vinden opdrachtgevers, maar ze luisteren wel steeds beter.

Maatwerk

Maar een meerderheid van de opdrachtnemers vindt nog steeds dat juist de opdrachtgever veel meer oog heeft voor het contract dan voor de samenwerking, en niet verder kijkt dan één project. Bovendien is er weinig ruimte voor maatwerk, klagen ze. De laatste jaren is er bij verschillende gemeenten en hun aannemers in de infrasector veel tijd gestoken in het verbeteren van de onderlinge verstandhouding en een gelijkwaardiger manier van werken, maar in veel gevallen vinden beide partijen nog steeds dat de ander vooral het eigen belang boven het gemeenschappelijk belang stelt. 

Afspraken

Aannemers zijn wel wat positiever over het betalingsgedrag van de opdrachtgever, en vinden dat overheden van hun afspraken en beloftes nakomen. Maar dat is nog steeds een minderheid van 43 procent.