Mogelijk kantelpunt voor draagvlak energieprojecten

De mogelijkheden zijn beperkt voor overheden om draagvlak te bevorderen voor energieprojecten. Er komt volgens de Rekenkamer Oost-Nederland, die de inspanningen van Overijssel en Gelderland op dit gebied onderzocht, echter mogelijk een kantelpunt aan met de Omgevingswet en Regionale Energiestrategieën waardoor inspanningen voor draagvlak bepalend worden. Het is aan overheden om aan te geven wat er wordt verwacht.

Kan niet weigeren

Initiatieven voor zonne-energie en windenergie zijn belangrijk in de omschakeling naar hernieuwbare energie en beide provincies vinden het belangrijk dat voor dergelijke plannen draagvlak is. Provincies hebben weinig mogelijkheden om dit te bevorderen, want in de meeste gevallen is de provincie pas aan zet als een gemeente weigert mee te werken aan bijvoorbeeld een plan voor windmolens. De provincie kan dan niet weigeren vanwege een gebrek aan draagvlak.

Inspanningen bepalend

‘Met de Omgevingswet en daarop vooruitlopende jurisprudentie (rechterlijke uitspraak) ontstaat er enige ruimte om inspanningen voor draagvlak bepalend te laten zijn bij het beoordelen van plannen voor hernieuwbare energie’, schrijft de rekenkamer. Het advies, om van deze ruimte gebruik te maken, is dat overheden duidelijk maken welke inspanningen zij verwachten van initiatiefnemers voor hernieuwbare energieprojecten en dat provincies dit bespreken met de gemeentelijke partners.

Niet duidelijk

Overijssel en Gelderland doen wat ze kunnen om aan draagvlak voor hernieuwbare energie te werken, luidt de conclusie van de rekenkamer, maar zijn vanwege de restricties niet duidelijk over wat ‘wat zij onder draagvlak verstaan en welke mogelijkheden zij hebben om het te bevorderen’. ‘Hierdoor kunnen (te) hoge verwachtingen ontstaan en daarmee samenhangend kans op teleurstelling over de inzet van de provincie.’